M2 NK Kapitel 8 E (A)

Willkommen Mavo 2
Woche 5 - Stunde 1
Grammatik
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Willkommen Mavo 2
Woche 5 - Stunde 1
Grammatik

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heute
Am Ende dieser Stunde ...
  • ... weet ik hoe ik können, dürfen, müssen en wissen in de tegenwoordige tijd moet vervoegen.
  • ... kan ik können, dürfen, müssen en wissen in de tegenwoordige tijd vervoegen. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda
  1. Terugblik PTO 2
  2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
  3. Profielkeuzeformulier invullen 
Hausaufgabenkontrolle: Aufgabe 15, Seite 78

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Profielkeuzeformulier
Grammatik A, Seite 80

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

mogen, toestemming
kunnen
houden van
moeten
moeten,zullen
willen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn Modalverben?
 Dit zijn hulpwerkwoorden die in een zin een extra lading aan een ander werkwoord geven.
Ik kan goed schaatsen, ik moet werken, mag ik iets vragen?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Modale hulpwerkwoorden in het Duits
1. können = kunnen
2. mögen = lusten, aardig vinden, leuk vinden
3. dürfen = mogen
4. müssen = moeten (noodzaak, wat niet anders kan)
5. sollen = moeten (de wil van iemand anders, een bevel)
6. wollen = willen
(7. wissen = weten)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Modalverben im Präsens (tegenwoordige tijd)
müssen
können
wollen
sollen
dürfen
mögen
ich
muss
kann
will
soll
darf
mag
du
musst
kannst
willst
sollst
darfst
magst
er/sie/es
muss
kann
will
soll
darf
mag
wir
müssen
können
wollen
sollen
dürfen
mögen
ihr
müsst
könnt
wollt
sollt
dürft
mögt
sie
müssen
können
wollen
sollen
dürfen
mögen
Sie
müssen
können
wollen
sollen
dürfen
mögen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Wissen' im Präsens (= tegenwoordige tijd)
wissen
ich
weiß
du
weißt
er/sie/es
weiß
wir
wissen
ihr
wisst
sie
wissen
Sie
wissen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn 2 kenmerken!
1: de klank (klinker) verandert in het enkelvoud (= ich, du en er/sie/es) (behalve bij sollen!)

2: de ich- en de er/sie/es- vorm zijn gelijk en krijgen GEEN uitgang!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda
  1. Terugblik PTO 2
  2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
  3. Profielkeuzeformulier invullen 
Aufgabe 19, Seite 81
  1. könnt
  2. kann
  3. dürfen
  4. darf
  5. muss
  6. muss
  7. wissen
  8. weißt

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Profielkeuzeformulier
Aufgabe 22, Seite 82
  1. müssen
  2. müssen
  3. muss
  4. kann
  5. kann
  6. weiß
Hausaufgaben
Machen:
- Aufgabe 21, Seite 82

Lernen:
- Grammatik A, Seite 80

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies