EHBO hoofdstuk 4

EHBO hoofdstuk 4
Vechten, Vluchten of bevriezen....
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

EHBO hoofdstuk 4
Vechten, Vluchten of bevriezen....

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat zou jij doen??
A
Vechten
B
Vluchten
C
Bevriezen
D
Iets anders

Slide 3 - Quizvraag

Het slachtoffer is buiten bewustzijn (niet alert) als hij niet gericht is op de omgeving, geen juist antwoord geeft op vragen en slap aanvoelt.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag


Een flauwte is een kortdurende stoornis in het bewustzijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Wat moeten de leerlingen met de docent doen?
A
met de benen recht omhoog
B
in de stabiele zijligging
C
in de rugligging
D
op zijn buik

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Flauwvallen of bewusteloos
https://schooltv.nl/video/ehbo-flauwte-en-bewusteloosheid/

Slide 8 - Tekstslide

Flauwte
Een flauwte is een kortdurende stoornis in het bewustzijn. 
Je valt flauw als er minder bloed naar je hersenen wordt gevoerd. 
Daardoor krijgen de hersenen minder zuurstof en geven ze onvoldoende prikkels naar de spieren. 
 Je lichaam raakt uit evenwicht, je wordt draaierig en duizelig. Hierdoor val je.  

Slide 9 - Tekstslide


Je controleert het bewustzijn van het slachtoffer door:
A
het slachtoffer flink te knijpen.
B
niets te vragen en direct 112 te bellen.
C
op afstand te vragen naar zijn naam.
D
voorzichtig aan de schouders te schudden en te zeggen “hallo mevrouw/meneer, hoe gaat het?”

Slide 10 - Quizvraag

Na het controleren van het bewustzijn controleer je de ademhaling van het slachtoffer. Leg uit hoe je dit doet. 


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

https://www.heroofhumanity.nl/start

Slide 13 - Tekstslide

Als er een ongeval gebeurd met meerdere slachtoffers, moet je beoordelen aan welk slachtoffer je het eerst hulp biedt.
Je zorgt het eerste voor het slachtoffer met een:
A
actieve bloeding
B
ernstig oogletsel
C
bloedneus
D
gebroken arm

Slide 14 - Quizvraag

Epilepsie

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag...
Lees 4.1, 4.2, 4.3.
Maak 4.4
timer
20:00

Slide 16 - Tekstslide

Verslikken

Slide 17 - Tekstslide

Praktijk buikstoten
Voorheen greep van heimlich

Slide 18 - Tekstslide

Bij een ernstige verslikking kan het slachtoffer niet praten, hoesten of ademen.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag


Bij een ernstige verslikking is het slachtoffer meestal rustig.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Iemand heeft zich verslikt in een stukje appel. Wat moet je nu doen?
A
De greep van Heimlich toepassen.
B
De Rautekgreep toepassen.
C
Een glas water geven.
D
In de stabiele zijligging leggen.

Slide 21 - Quizvraag

De luchtweg maak je vrij door gebruik van de kinlift. Dit wil zeggen, dat je het hoofd van het slachtoffer naar:
A
achteren kantelt en met max. 2 vingers de kin omhoog duwt.
B
links kantelt en de mond geheel opent met 2 vingers.
C
rechts opzij draait en kantelt.
D
voren kantelt met de kin op de borst.

Slide 22 - Quizvraag

Actief bloedverlies
De bloeding is nog gaand.
Meestal is dit bij een grote en ernstige wond.
Bij te veel bloedverlies ontstaat er zuurstoftekort in weefsels van het lichaam = een shock. 
Bij een erge bloeding moet je dan ook heel snel reageren. 

Slide 23 - Tekstslide

Shock

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag...
Maak 4.5, 4.6, 4.7


Slide 25 - Tekstslide