Schaalrekenen

Schaalrekenen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Schaalrekenen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel:
Aan het eind van deze les weet je 
  • Wat het verschil tussen absolute en relatieve afstand is
  • Wat schaal is.
  • Wat grootschalige en kleinschalige kaarten zijn en wat de kenmerken zijn.
  • Hoe je moet schaalrekenen en welke stappen je daarvoor moet zetten.

Slide 2 - Tekstslide

Relatieve afstand
Relatieve afstand = de afstand die je meet in reistijd.

De relatieve afstand kan altijd veranderen. 

Vraag: Waardoor kan de relatieve afstand veranderen?

 

Slide 3 - Tekstslide

Absolute afstand
Absolute afstand = de afstand die je meet langs een rechte lijn hemelsbreed.

De absolute afstand veranderd nooit!

Slide 4 - Tekstslide

Schaal en schaalrekenen
Een kaart is een verkleinde weergave van een gebied. De mate van verkleining geef je weer met de schaal. Dit kan op meerdere manieren:
> Schaalstokje

> Schaalgetal Bijvoorbeeld 1: 250.000. Hierbij is 250.000 het schaalgetal

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Schaalrekenen
Vaak wordt de afstand in kilometers tussen 2 plaatsen gevraagd

De schaal staat in cm (bijv. 1: 100.000)

Om de schaal om te zetten naar km haal je 5 nullen van het schaalgetal af. kijk ook naar de volgende slide.
1 cm is dus 1 km

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel cm is een km
1 km = 100.000 cm

Slide 11 - Tekstslide

Benodigdheden:
De Grote Bosatlas
Liniaal of geo driehoek
Rekenmachine

Slide 12 - Tekstslide

Stappen van schaalrekenen: Deze zijn iets anders dan in het filmpje!
1. Zoek de gegeven plaatsen op de kaart. Achterin de atlas staat het namenregister, daar kan je alle plaatsen makkelijk vinden. 
2. Meet de afstand tussen de twee plaatsen met je liniaal
3. Zoek het schaalgetal op de kaart. 
4. Streep bij het schaalgetal (in gedachten) 5 nullen weg. Je weet nu de afstand in kilometer. (Let op: dit kan dus ook bijvoorbeeld 0,4 km zijn, dat is 400 meter.)
5. Vermenigvuldig je gemeten afstand met het schaalgetal. De uitkomst is de afstand tussen de 2 plaatsen in km.

Slide 13 - Tekstslide

Nu zelf oefenen:
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

De opdracht: Bereken de afstand tussen de plaatsen. Schrijf op in je aantekeningenschrift
Opdr 1: Den Haag - Groningen          _______ cm. 
Schaal = 1: ____________          1 cm  = _______ km. 
                                                 Afstand =    _________________ km
                                                    
Volg nu de stappen voor deze 2 afstanden:               
Opdr 2: Parijs - Madrid
Opdr 3: New York - Rio de Janeiro



Vermenigvuldigen!
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

De antwoorden
Opdracht 1: Den Haag-Groningen
16.4 cm gemeten. Schaal is 1: 1.200.000 > 1 cm = 12 km. 16.4 x 12 = 196.8 km

Opdracht 2 :Parijs-Madrid
 7 cm gemeten. schaal is 1: 15.000.000 > 1cm = 150 km. 7 x 150= 1050 km

Opdracht 3: New York-Rio de Janeiro
13,6 cm gemeten. schaal is 1: 60.000.000 > 1cm = 600 km. 13,6 x 600 = 8160 km


Slide 16 - Tekstslide

Wat staat er altijd op een kaart!
1. De titel van de kaart
2. Een noordpijl of windroos (?)
3. De schaal als schaalgetal of schaalstokje
4. De legenda (uitleg van de symbolen)

Slide 17 - Tekstslide

Legenda uitgebreid of simpel

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht route van huis naar school
Kijk eerst op Google Maps voor de afstand en wat je onderweg tegenkomt: weiland of huizenblokken, winkels, speeltuintje, park, 
een kerk, een grote weg, een spoorlijn? Verzin hiervoor symbolen of kleuren
  • Maak bij je kaart een legenda = uitleg van kleuren en symbolen.
  • Kies een schaal zodat de hele route op je A4 kaart past. 
  • Vermeld het schaalgetal en op de achterkant je naam/namen. 
  • Denk ook aan de titel en aan een windroos!

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk

1. Je controleert of je alle aantekeningen, samenvattingen en opdrachten van H1 compleet hebt.
Toetsstof kwintaal 1:

H1 § 2, 3, 4, 8 en 9. Deze 'toets' telt 1x mee. 
2. Maak de kaart af: route van huis naar school.
Gebruik: schaal, een legenda met uitleg van symbolen en kleur, een titel en een windroos!

Slide 20 - Tekstslide