M22 - Schritt 10 (+ 11)

Regeln
  • Alle spullen bij je hebben (Laptop, werkboek, schrift en schrijfmateriaal)
  • Vinger opsteken
  • Respect voor elkaar 
  • (Vaste plaatsen zitten!)
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsSecondary EducationAge 13

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Regeln
  • Alle spullen bij je hebben (Laptop, werkboek, schrift en schrijfmateriaal)
  • Vinger opsteken
  • Respect voor elkaar 
  • (Vaste plaatsen zitten!)

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten jullie nog
van de vorige les?

Slide 2 - Woordweb

Lernziele
  1. Je kunt makkelijke en korte notities voor jezelf schrijven.
  2.  Je kunt teksten over bekende onderwerpen begrijpen.
  3. Je kunt de 4e naamval bij bepaalde en onbepaalde lidwoorden in makkelijke zinnen vervoegen.

Slide 3 - Tekstslide

Programm
Lesuur 1: 
  • Huiswerk nakijken
  • Nieuwe grammatica

Lesuur 2:
  • Schrijf- en Grammatica opdrachten

Slide 4 - Tekstslide

Hausaufgaben korrigieren


  • Schritt 9: Opdracht 1, 2, 7, 8 

  • Vokabeln: NL-->DE woord voor woord overschrijven.

Slide 5 - Tekstslide

Wörter abschreiben
Wie macht man das?

Slide 6 - Tekstslide

Onderwerp
Regel: wie + gezegde? = onderwerp

Slide 7 - Tekstslide

Lijdend voorwerp
Regel: wie/wat + gezegde + onderwerp? = lijdend voorwerp 

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld:
Die Schüler haben die Hausaufgaben.
Wat is het onderwerp? --> Die Schüler
Gezegde? --> haben
Regel: wie/wat (was) + gezegde + onderwerp? = lijdend voorwerp
Was haben die Schüler? = die Hausaufgaben
Lijdend voorwerp = die Hausaufgaben

Slide 9 - Tekstslide

¨Der Vater schreibt den Brief.¨

Wat is het onderwerp?
A
der Vater
B
schreibt
C
den Brief

Slide 10 - Quizvraag

¨Ich rufe das Mädchen morgen an.¨

Wat is het lijdend voorwerp?
A
ich
B
rufe an
C
morgen
D
das Mädchen

Slide 11 - Quizvraag

¨Der Ober bringt mir eine Serviette.¨

Wat is het lijdend voorwerp?
A
eine Serviette
B
bringt
C
der Ober
D
mir

Slide 12 - Quizvraag

¨Was kocht deine Mutter für eine Mahlzeit?¨
Wat is het onderwerp?
A
für eine Mahlzeit
B
kocht
C
deine Mutter
D
was

Slide 13 - Quizvraag

¨Mein onkel hat ------- Hund(m) adoptiert (adopteert).¨
A
einen
B
eine
C
ein
D
-

Slide 14 - Quizvraag

¨Olaf schenkt ihm ------- Buch(o).¨
A
eine
B
einen
C
ein
D
-

Slide 15 - Quizvraag

¨Sabine möchte ----- Blumen(mv) haben.¨
A
das
B
die
C
der

Slide 16 - Quizvraag

¨Täglich reite ich ------ Pferd(o) Amadeus.¨
A
das
B
die
C
der

Slide 17 - Quizvraag

Schritt 10: Schreiben



  • Opdrachten 2, 3, 5       Arbeitsbuch 

Slide 18 - Tekstslide

Lernziele
  1. Je kunt makkelijke en korte notities voor jezelf schrijven.
  2.  Je kunt teksten over bekende onderwerpen begrijpen.
  3. Je kunt de 4e naamval bij bepaalde en onbepaalde lidwoorden in makkelijke zinnen vervoegen.

Slide 19 - Tekstslide

Hausaufgaben
Dinsdag 12 December


  • Schritt 10: Schreiben - Opdrachten 2, 3, 5 Arbeitsbuch 

  • Extra Werkblad: Neue Grammatik, 4e Naamval

Slide 20 - Tekstslide