Period 6 Lesson 2 - Recap Quiz Grammar
Schrijf een regulier werkwoord in de
Past Simple (Verleden tijd)
Past Simple (Verleden tijd)
1 / 10
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Schrijf een regulier werkwoord in de
Past Simple (Verleden tijd)
Past Simple (Verleden tijd)
Slide 1 - Open vraag
Wat is het meervoud van:
"Key"
"Key"
Slide 2 - Open vraag
Herschrijf de volgende zin in een vraagzin:
"I read a book"
"I read a book"
Slide 3 - Open vraag
Welke zin gebruikt de
Present Continuous?
Present Continuous?
A
Where did it go?
B
Swimming is fun
C
He always arrives late!
D
She is dancing beautifully
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de Past Simple van:
"I go"
"I go"
Slide 5 - Open vraag
Wat is het meervoud van:
"Party"
"Party"
Slide 6 - Open vraag
Welk woord is correct gespeld?
A
Beautifull
B
Beuatiful
C
Beautiful
D
Beautyful
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het meervoud van:
"Kiss"
"Kiss"
Slide 8 - Open vraag
Sleep de zelfstandige naamwoorden uit de zin in het rode vak
Nouns
Jack
paints
paintings
on
Sunday
Slide 9 - Sleepvraag
Herschrijf de volgende zin in een vraagzin:
"They can't do their job right!"
"They can't do their job right!"
