Havo 4

Nederlands
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen Basis
  1. Onderwerp, hoofdgedachte en tekstdoel
  2. Inleiding en slot
  3. Middenstuk
  4. Alinea's en kernzinnen
  5. Signaalwoorden en functiewoorden
  6. Publiek
  7.  Standpunt en argumenten
  8. Betrouwbaarheid

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Argumenteren

  1. Argumenten, tegenargumenten en weerleggingen
  2. Argumentatiestructuren
  3. Argumentatieschema's 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 
Formuleren

1 dubbelop
1.1 onjuiste herhaling
1.2 tautologie
1.3 pleonasme
1.4 contaminatie
1.5 dubbele ontkenning
2 fouten met verwijswoorden
2.1 onjuist verwijswoord
2.2 onduidelijk verwijzen

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 
Formuleren

3 incongruentie

4 dat/als-constructie

5 foutieve samentrekking

Gebruik voor je antwoorden de ABC-methode

Slide 5 - Tekstslide

Instructie 

  • wat?
  • hoe?
  • nodig?
  • geluid?
  • hulp?
  • tijd?
  • klaar?


  • werken aan lesdoel
  • zelfstandig
  • boek, schrift, pen, (iPad)
  • fluisteren/maatjesstem
  • hand omhoog
  • ... minuten
  • lezen/extra opdracht

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen Basis
1 Onderwerp, hoofdgedachte en tekstdoel
2 Inleiding en slot
3 Middenstuk
4 Alinea's en kernzinnen
5 Signaalwoorden en functiewoorden
6 Publiek
7 Standpunt en argumenten
8 Betrouwbaarheid

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen Formuleren
1.1 onjuiste herhaling
1.2 tautologie
1.3 pleonasme
1.4 contaminatie
2.1 onjuist verwijswoord
2.2 onduidelijk verwijzen
3 incongruentie
4 dat/als constructie
5 foutieve samentrekking

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoel
Paragraaf 1: Persoonsvorm

Paragraaf 2: Overige werkwoordsvormen

Paragraaf 3: Lastige gevallen in de werkwoordspelling



Slide 10 - Tekstslide

Leerdoel
Paragraaf 4: Hoofdletters en leestekens

Paragraaf 5: Meervoudsvorming

Paragraaf 6: Verkleinwoorden

Paragraaf 7: Tussenklank in samenstellingen

Paragraaf 8: Aan elkaar of los

Paragraaf 9: Liggend streepje

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoel
Paragraaf 10: Trema, apostrof, accenttekens


Paragraaf 11: Getallen

Paragraaf 12: Sommige of sommigen?

Paragraaf 13: Probleemwoorden



Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig werken

Slide 13 - Tekstslide

Literatuur
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

schema tussenklanken 
(paragraaf 2.4)

Is linkerdeel een ZN?
nee: schrijf -e-
ja: heeft linkerdeel mv op -en?
nee: schrijf -e-
ja: heeft linkerdeel mv op -es?
ja: schrijf -e-
nee: schrijf -en-

Slide 16 - Tekstslide

Spelling

Slide 17 - Tekstslide

5 minuten

Slide 18 - Tekstslide

woordenschat

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoel
Verhaalanalyse

1. Literatuur?
2. Personages
3. Perspectief
4. Setting en ruimte
5. Tijd
6. Thema's en motieven

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

timer
14:00

Slide 22 - Tekstslide