Cultuur vd Kerk 2526

Cultuur vd Kerk 2526
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Cultuur vd Kerk 2526

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kloosters speelden een essentiële rol in het middeleeuwse Europa, zowel religieus als cultureel en economisch. Ze waren niet alleen centra van geloof en toewijding, maar hadden ook invloed op de maatschappelijke en intellectuele ontwikkeling van de samenleving. 
  De Rol van Kloosters in de Middeleeuwen
Kloosters speelden een essentiële rol in het middeleeuwse Europa, zowel religieus als cultureel en economisch. Ze waren niet alleen centra van geloof en toewijding, maar hadden ook invloed op de maatschappelijke en intellectuele ontwikkeling van de samenleving. 
Kloosters als religieuze centra
Kloosters als culturele centra
Kloosters als economische centra
Spirituele Oase
Kloosters waren afgezonderde plekken waar monniken en nonnen zich konden wijden aan het gebed en de contemplatie, ver weg van de wereldse afleidingen. Ze speelden een belangrijke rol in het religieuze leven van de middeleeuwse maatschappij door een streng schema van gebed, meditatie en arbeid te volgen.
Bewaren van Kennis
In een tijd waarin analfabetisme wijdverspreid was, speelden kloosters een cruciale rol in het bewaren en doorgeven van kennis. Monniken kopieerden en illustreerden met de hand manuscripten, zoals de Bijbel en klassieke Griekse en Romeinse teksten, waardoor kloosters de schatkamers van literatuur en wetenschap werden.
Missionaire en Onderwijzende Functie
Vanuit kloosters werden missionarissen uitgezonden om het christendom te verspreiden, vooral in afgelegen of heidense gebieden. Daarnaast boden kloosters soms scholing aan de lokale bevolking en fungeerden ze als religieuze leercentra voor de geestelijkheid.
Artistieke Productie
Kloosters waren plaatsen waar kunst werd geproduceerd, zoals prachtig geïllustreerde manuscripten (bijv. de "Lindisfarne Gospels") en religieuze schilderijen en beeldhouwwerken. Deze kunstwerken werden vaak gebruikt voor de decoratie van kerken en kloosters, en hadden ook een didactische functie.
Zelfvoorziening en Landbouw
 Kloosters bezaten vaak uitgestrekte landerijen die ze bewerkten, waardoor ze zelfvoorzienend waren. Ze produceerden voedsel, wijn, en andere goederen voor hun eigen gemeenschap, maar verkochten ook overschotten aan de lokale bevolking, wat hen welvaart bracht.
Innovatie in Landbouw
Kloosters introduceerden en verbeterden vaak landbouwmethoden, zoals irrigatie en het gebruik van molens. Ze speelden dus een belangrijke rol in de economische ontwikkeling van hun regio’s.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kloosters speelden een essentiële rol in het middeleeuwse Europa, zowel religieus als cultureel en economisch. Ze waren niet alleen centra van geloof en toewijding, maar hadden ook invloed op de maatschappelijke en intellectuele ontwikkeling van de samenleving. 
De Oorsprong van Kloosters en Het Leven in de Eerste Kloosters
De eerste kloosters werden gesticht als reactie op het verlangen naar een leven van afzondering, gebed en toewijding. Dit ontstond in een tijd waarin het christendom snel verspreidde, en sommige gelovigen voelden de behoefte om zich terug te trekken uit de drukte van het alledaagse leven om zich volledig te kunnen richten op God.
Woestijnvaders
In de 3e en 4e eeuw trokken christelijke monniken, bekend als de “Woestijnvaders,” zich terug in de Egyptische woestijn om een ascetisch leven te leiden. Deze monniken leefden als kluizenaars in eenzaamheid en gebed, vaak in eenvoudige hutten of grotten. Antonius van Egypte is een van de beroemdste vroege kluizenaars en wordt vaak gezien als de vader van het kloosterleven.
Benedictijnse Regel
 In de 6e eeuw schreef Benedictus van Nursia de "Regel van Benedictus," een set regels die het kloosterleven ordende. Hij stichtte het klooster van Monte Cassino in Italië, wat beschouwd wordt als het model voor het westerse kloosterleven. Benedictus’ regel bood een structuur waarin monniken samenleefden onder strikte regels van gebed, arbeid, en gehoorzaamheid.
Gemeenschappelijke Kloosters
In de loop van de tijd begonnen sommige van deze kluizenaars zich te organiseren in gemeenschappen onder leiding van een abt (een spirituele leider), wat leidde tot het ontstaan van het eerste kloosterleven. Deze gemeenschappelijke kloosters legden de basis voor het georganiseerde kloosterleven dat later door heel Europa verspreid werd.
Dagindeling
Het kloosterleven werd gekenmerkt door een strikte dagindeling die draaide om gebed en arbeid. Monniken volgden een vast schema van gebed, bekend als de Getijden, die meerdere keren per dag plaatsvonden (zoals het ochtendgebed, middaggebed, avondgebed, enzovoort). Daarnaast werd van de monniken verwacht dat ze fysiek werk verrichtten, zoals het verbouwen van gewassen of het onderhouden van het klooster.
Ora et Labora
Benedictus van Nursia introduceerde het motto Ora et Labora (Bid en Werk), dat de kern van het kloosterleven samenvatte. Monniken verdeelden hun dagen tussen geestelijke activiteiten (zoals gebed, meditatie en het lezen van religieuze teksten) en fysiek werk (zoals landbouw, koken, en handwerk).
Armoede, Kuisheid, en Gehoorzaamheid
Monniken leefden volgens drie geloften: armoede (het afzien van persoonlijk bezit), kuisheid (onthouding van seksuele relaties), en gehoorzaamheid (aan de abt en de kloosterregels). Dit betekende dat ze afstand deden van hun wereldlijke leven om zich volledig te richten op hun geestelijke reis.
Onderwijs en Schrijven
In veel kloosters, vooral in West-Europa, werd ook veel aandacht besteed aan het bewaren van kennis. Monniken brachten veel tijd door in het scriptorium, waar ze religieuze teksten, zoals de Bijbel, kopieerden en versierden. Dit handschriftkopiëren was cruciaal voor het overleven van veel klassieke en religieuze teksten.
Zelfvoorziening
Kloosters waren meestal zelfvoorzienend en produceerden hun eigen voedsel, kleding, en andere benodigdheden. Dit betekende dat monniken actief waren in de landbouw, veeteelt, en ambachten zoals weven en smeden.


Slide 3 - Tekstslide

De dag begon rond 03:00 uur en eindigde rond 21.00 uur. Het grootste deel van de dag was gewijd aan gebed, handarbeid of studie. Midden in de nacht stonden de monniken uit hun bed om metten te zingen. Lauden (ca. 5 uur) zou voor zonsopgang klaar moeten zijn en afhankelijk van de tijd van het jaar zouden er enkele uren voor studie kunnen zijn geweest.
Het eerste licht van de dag maakte het mogelijk te lezen tot de priem (ca. 6 uur), met enige tijd vrijgehouden voor een ochtendmaaltijd. Daarna werd de tijd gewijd aan handarbeid. Het werd onderbroken door de tets (ca. 9 uur), de sext (ca. 12 uur), de none (ca. 15 uur) en duurde tot zonsondergang, toen de vespers werden gezongen (ca. 18 uur). Tussen de sext en none, mochten de monniken en nonnen indien nodig een paar extra uren slaap pakken.
Na de vespers werd het eten geserveerd, gevolgd door tijd voor studie. De laatste dienst van de dag waren de completen (ca. 21 uur), die de nacht en de nachtelijke stilte inluidden. De meeste monniken gingen naar bed, hoewel het toegestaan was om individueel te lezen.

Op de afbeeldingen hierboven zie je het klooster van Fontenay, gebouwd
in de Romaanse stijl (1119). Wat valr je zoal op aan de bouwstijl.

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Kloosters speelden een essentiële rol in het middeleeuwse Europa, zowel religieus als cultureel en economisch. Ze waren niet alleen centra van geloof en toewijding, maar hadden ook invloed op de maatschappelijke en intellectuele ontwikkeling van de samenleving. 
 Kenmerken van Romaanse Klooster- en Kerkarchitectuur
De Romaanse stijl, die dominant was in Europa tussen de 10e en 12e eeuw, werd veel gebruikt bij de bouw van kloosters en kerken. Deze stijl kenmerkte zich door zijn robuuste, eenvoudige vormen en had als doel een gevoel van veiligheid en stabiliteit over te brengen. 
Massieve Muren en Weinig Ramen
Romaanse kerken en kloosters hadden dikke, zware muren met kleine ramen, vaak in de vorm van boogvensters. De massieve muren waren nodig om het gewicht van de stenen dakstructuren te dragen, wat de bouw robuust en stevig maakte, maar resulteerde in donkere binnenruimtes.
Tongewelf
Het gebruik van het tongewelf (een gewelf in de vorm van een halve cilinder) was een kenmerk van de Romaanse architectuur. Dit gewelf gaf de kerk of het klooster een gevoel van geborgenheid en eenheid, maar legde grote druk op de muren, wat de reden was voor de massieve muren.
Ronde Bogen
Een belangrijk kenmerk van de Romaanse stijl is het gebruik van ronde bogen, zowel in ramen als in de gewelven boven de doorgangen. Deze bogen gaven de architectuur een zware, solide uitstraling en werden vaak gebruikt voor doorgangen, galerijen, en ramen.
Latijns kruis als plattegrond
De plattegrond van een Romaanse kerk was vaak gebaseerd op een Latijns kruis, waarbij het lange schip (de hoofdruimte voor de gelovigen) werd gekruist door een dwarsschip. Deze indeling was niet alleen functioneel, maar ook symbolisch, omdat het de kruisiging van Christus uitbeeldde. Het altaar was vaak geplaatst in de apsis (ronde uitbouw) aan het oostelijke uiteinde van de kerk.
Zware Kolommen en Pijlers
Binnen in Romaanse kerken werden dikke zuilen of pijlers gebruikt om de zware gewelven te ondersteunen. Deze kolommen waren vaak eenvoudig van ontwerp, maar soms versierd met geometrische motieven of gebeeldhouwde figuren.
Sante Foy in Coques, gebouwd 11e en 12e eeuw

Slide 5 - Tekstslide

sDe Sainte-Foy in Conques is een van de beroemdste Romaanse kerken in Frankrijk en was een belangrijk pelgrimsoord tijdens de middeleeuwen. Het ligt op de route naar Santiago de Compostela, een van de meest populaire pelgrimsroutes in Europa. Deze kerk, gebouwd tussen de 11e en 12e eeuw, is een prachtig voorbeeld van Romaanse architectuur en heeft een rijke geschiedenis die nauw verbonden is met pelgrimage en reliekenverering.

1. Bouw en Architectuur
Romaanse stijl: De Sainte-Foy is gebouwd in de typische Romaanse stijl, met dikke muren, kleine ramen, en ronde bogen. De kerk heeft een kruisvormige plattegrond, wat symbool stond voor het christelijk geloof en hielp om grote aantallen pelgrims te kunnen ontvangen.
Kruisvormige plattegrond: De plattegrond bestaat uit een lang schip met zijbeuken, een dwarsschip (transept) en een apsis met straalkapellen. Pelgrims konden rondom het koor lopen zonder de liturgie te verstoren.
Tongewelf: Het dak is voorzien van tongewelven, een typisch kenmerk van Romaanse kerken, dat stevigheid bood maar ook het gewicht van het dak gelijkmatig verdeelde.
2. Relieken van Sainte Foy
De kerk is vooral beroemd vanwege de relieken van Sainte Foy (Sint-Faith), een jonge christelijke martelares uit de 4e eeuw. Haar relieken, die naar Conques werden gebracht in de 9e eeuw, trokken vele pelgrims aan. De kerk staat bekend om haar gouden reliekschrijn, waarin de beenderen van de heilige worden bewaard. Dit kunstwerk is rijkelijk versierd met edelstenen, goud, en kostbare materialen en is een van de belangrijkste overblijfselen van de romaanse kunst.

3. Het Tympanon van het Laatste Oordeel
Een van de meest indrukwekkende kunstwerken van de Sainte-Foy is het tympanon boven de westelijke ingang, dat het Laatste Oordeel uitbeeldt. Dit reliëf toont Jezus die zondaars en rechtvaardigen beoordeelt, met levendige scènes van de hemel en de hel. Het diende als een visueel lesboek voor de middeleeuwse pelgrims, die vaak analfabeet waren. De boodschap was duidelijk: een vroom leven leidt naar de hemel, terwijl zondaars naar de hel gaan.

4. Pelgrimsroutes en Heiligenverering
De Sainte-Foy speelde een cruciale rol in de middeleeuwse pelgrimscultuur. Pelgrims kwamen van heinde en verre om te bidden bij de relieken van Sainte Foy, in de hoop op genezing of vergiffenis van hun zonden. De kerk was een belangrijke stop op de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela, en de kerk was ontworpen om deze grote stromen pelgrims te kunnen verwerken zonder de religieuze diensten te verstoren.

5. Symboliek en Spirituele Betekenis
De architectuur en kunst van de Sainte-Foy weerspiegelt de spirituele waarden van de middeleeuwse samenleving. De kerk diende niet alleen als plaats van aanbidding, maar ook als visueel en symbolisch onderricht voor de gelovigen. De afschrikwekkende beelden van het Laatste Oordeel dienden als een herinnering aan de noodzaak van een vroom leven, terwijl de rijkdom van de reliekschrijn de heiligheid van de kerk benadrukte.

Conclusie
De Sainte-Foy in Conques is een meesterwerk van Romaanse architectuur en een symbool van de middeleeuwse pelgrimsbeweging. Met haar indrukwekkende bouwstijl, het beroemde tympanon en de relieken van Sainte Foy, speelde de kerk een centrale rol in het spirituele leven van de middeleeuwen en trok duizenden pelgrims aan. Haar kunstwerken en architectuur hadden een diepe religieuze en didactische betekenis, die tot op de dag van vandaag bewondering oproepen.










ChatGPT kan fouten maken. Controleer be
Kloosters speelden een essentiële rol in het middeleeuwse Europa, zowel religieus als cultureel en economisch. Ze waren niet alleen centra van geloof en toewijding, maar hadden ook invloed op de maatschappelijke en intellectuele ontwikkeling van de samenleving. 
Plattegrond en Indeling van Romaanse Kloosterkerken
De Romaanse stijl, die dominant was in Europa tussen de 10e en 12e eeuw, werd veel gebruikt bij de bouw van kloosters en kerken. Deze stijl kenmerkte zich door zijn robuuste, eenvoudige vormen en had als doel een gevoel van veiligheid en stabiliteit over te brengen. 
Kruisvormige Plattegrond
De plattegrond van een Romaanse kerk was vaak gebaseerd op een Latijns kruis, waarbij het lange schip (de hoofdruimte voor de gelovigen) werd gekruist door een dwarsschip. Deze indeling was niet alleen functioneel, maar ook symbolisch, omdat het de kruisiging van Christus uitbeeldde.


Kapellen en Apsissen
Rondom het koor of in de dwarsschepen waren vaak kleine kapellen aangebouwd, waar relieken werden bewaard of waar men zich kon terugtrekken voor individuele gebeden. De apsis (ronde uitbouw aan het kooreinde) gaf de kerk een gevoel van monumentaliteit en richtte de aandacht op het altaar.


Schip, Koor en Altaar
Het schip was het hoofdgedeelte van de kerk, waar de gelovigen zaten. Aan het einde van het schip bevond zich het koor, waar de geestelijkheid zich bevond. Het altaar, vaak in de apsis geplaatst, was het spirituele middelpunt van de kerk.

Slide 6 - Tekstslide

De dag begon rond 03:00 uur en eindigde rond 21.00 uur. Het grootste deel van de dag was gewijd aan gebed, handarbeid of studie. Midden in de nacht stonden de monniken uit hun bed om metten te zingen. Lauden (ca. 5 uur) zou voor zonsopgang klaar moeten zijn en afhankelijk van de tijd van het jaar zouden er enkele uren voor studie kunnen zijn geweest.
Het eerste licht van de dag maakte het mogelijk te lezen tot de priem (ca. 6 uur), met enige tijd vrijgehouden voor een ochtendmaaltijd. Daarna werd de tijd gewijd aan handarbeid. Het werd onderbroken door de tets (ca. 9 uur), de sext (ca. 12 uur), de none (ca. 15 uur) en duurde tot zonsondergang, toen de vespers werden gezongen (ca. 18 uur). Tussen de sext en none, mochten de monniken en nonnen indien nodig een paar extra uren slaap pakken.
Na de vespers werd het eten geserveerd, gevolgd door tijd voor studie. De laatste dienst van de dag waren de completen (ca. 21 uur), die de nacht en de nachtelijke stilte inluidden. De meeste monniken gingen naar bed, hoewel het toegestaan was om individueel te lezen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kloosters speelden een essentiële rol in het middeleeuwse Europa, zowel religieus als cultureel en economisch. Ze waren niet alleen centra van geloof en toewijding, maar hadden ook invloed op de maatschappelijke en intellectuele ontwikkeling van de samenleving. 
Beeldhouwkunst in Romaanse kloosters en kerken
De Romaanse stijl, die dominant was in Europa tussen de 10e en 12e eeuw, werd veel gebruikt bij de bouw van kloosters en kerken. Deze stijl kenmerkte zich door zijn robuuste, eenvoudige vormen en had als doel een gevoel van veiligheid en stabiliteit over te brengen. 
Kapiteelversieringen
 De kapitelen in de kerk van Sainte-Foy, en in veel andere Romaanse kerken, zijn versierd met scènes uit de Bijbel of het leven van heiligen. Een veelgebruikt motief is dat van de zondeval of andere religieuze verhalen die een morele les bevatten. De gebeeldhouwde kapitelen werkten niet alleen als decoratie, maar fungeerden ook als een visuele les voor de gelovigen.
Didactische functie
Een belangrijk kenmerk van Romaanse beeldhouwkunst is de didactische functie. De beeldhouwwerken werden gebruikt om bijbelse verhalen en religieuze concepten te visualiseren, zodat ook analfabeten de leer van de kerk konden begrijpen. Portalen, timpaanen, en kapitelen werden vaak versierd met scènes uit het Oude en Nieuwe Testament, zoals de zondeval, het Laatste Oordeel, en het leven van Christus. Dit maakte de kerk tot een soort "beeldbijbel."
Symboliek boven realisme
Romaanse beeldhouwkunst richtte zich niet op naturalistische of realistische weergave van mensen of dieren. De figuren zijn vaak gestileerd, plat en statisch, waarbij de nadruk ligt op symboliek in plaats van op realistische proporties of beweging. Bijvoorbeeld, heilige figuren zoals Christus worden vaak groter afgebeeld dan andere figuren om hun spirituele superioriteit te benadrukken.
Ondanks de gestileerde vormen zijn de gezichten van figuren vaak expressief, vooral in dramatische scènes zoals het Laatste Oordeel. Deze emoties versterkten de religieuze boodschap.
Decoratie van Architectonische Elementen
Romaanse beeldhouwkunst is nauw verbonden met de architectuur van de kerken. Het werd toegepast op belangrijke architectonische elementen zoals kapitelen, timpanen, portalen en pilasters.
Timpanen
De halfronde beeldhouwwerken boven kerkdeuren waren vaak het middelpunt van de Romaanse beeldhouwkunst. Ze bevatten complexe scènes, meestal het Laatste Oordeel, met Christus als rechter centraal. De afbeelding van hemel en hel, met grimmige details van de verdoemden, was bedoeld om de gelovigen te waarschuwen en te onderwijzen.
Zingende engelen
Offer van Isaac
Arrestatie van Sante Foy
Arrestatie van Sante Foy
Kapitelen in de Sante Foy in Conques
Aartsengel Gabriël
Twee ridders in gevecht

Slide 8 - Tekstslide

De dag begon rond 03:00 uur en eindigde rond 21.00 uur. Het grootste deel van de dag was gewijd aan gebed, handarbeid of studie. Midden in de nacht stonden de monniken uit hun bed om metten te zingen. Lauden (ca. 5 uur) zou voor zonsopgang klaar moeten zijn en afhankelijk van de tijd van het jaar zouden er enkele uren voor studie kunnen zijn geweest.
Het eerste licht van de dag maakte het mogelijk te lezen tot de priem (ca. 6 uur), met enige tijd vrijgehouden voor een ochtendmaaltijd. Daarna werd de tijd gewijd aan handarbeid. Het werd onderbroken door de tets (ca. 9 uur), de sext (ca. 12 uur), de none (ca. 15 uur) en duurde tot zonsondergang, toen de vespers werden gezongen (ca. 18 uur). Tussen de sext en none, mochten de monniken en nonnen indien nodig een paar extra uren slaap pakken.
Na de vespers werd het eten geserveerd, gevolgd door tijd voor studie. De laatste dienst van de dag waren de completen (ca. 21 uur), die de nacht en de nachtelijke stilte inluidden. De meeste monniken gingen naar bed, hoewel het toegestaan was om individueel te lezen.

Kloosters speelden een essentiële rol in het middeleeuwse Europa, zowel religieus als cultureel en economisch. Ze waren niet alleen centra van geloof en toewijding, maar hadden ook invloed op de maatschappelijke en intellectuele ontwikkeling van de samenleving. 
Het Tympanon van het Laatste Oordeel – Sainte-Foy in Conques 

Slide 9 - Tekstslide

De dag begon rond 03:00 uur en eindigde rond 21.00 uur. Het grootste deel van de dag was gewijd aan gebed, handarbeid of studie. Midden in de nacht stonden de monniken uit hun bed om metten te zingen. Lauden (ca. 5 uur) zou voor zonsopgang klaar moeten zijn en afhankelijk van de tijd van het jaar zouden er enkele uren voor studie kunnen zijn geweest.
Het eerste licht van de dag maakte het mogelijk te lezen tot de priem (ca. 6 uur), met enige tijd vrijgehouden voor een ochtendmaaltijd. Daarna werd de tijd gewijd aan handarbeid. Het werd onderbroken door de tets (ca. 9 uur), de sext (ca. 12 uur), de none (ca. 15 uur) en duurde tot zonsondergang, toen de vespers werden gezongen (ca. 18 uur). Tussen de sext en none, mochten de monniken en nonnen indien nodig een paar extra uren slaap pakken.
Na de vespers werd het eten geserveerd, gevolgd door tijd voor studie. De laatste dienst van de dag waren de completen (ca. 21 uur), die de nacht en de nachtelijke stilte inluidden. De meeste monniken gingen naar bed, hoewel het toegestaan was om individueel te lezen.

Kloosters speelden een essentiële rol in het middeleeuwse Europa, zowel religieus als cultureel en economisch. Ze waren niet alleen centra van geloof en toewijding, maar hadden ook invloed op de maatschappelijke en intellectuele ontwikkeling van de samenleving. 
Het Tympanon van het Laatste Oordeel – Sainte-Foy in Conques 

Slide 10 - Tekstslide

De dag begon rond 03:00 uur en eindigde rond 21.00 uur. Het grootste deel van de dag was gewijd aan gebed, handarbeid of studie. Midden in de nacht stonden de monniken uit hun bed om metten te zingen. Lauden (ca. 5 uur) zou voor zonsopgang klaar moeten zijn en afhankelijk van de tijd van het jaar zouden er enkele uren voor studie kunnen zijn geweest.
Het eerste licht van de dag maakte het mogelijk te lezen tot de priem (ca. 6 uur), met enige tijd vrijgehouden voor een ochtendmaaltijd. Daarna werd de tijd gewijd aan handarbeid. Het werd onderbroken door de tets (ca. 9 uur), de sext (ca. 12 uur), de none (ca. 15 uur) en duurde tot zonsondergang, toen de vespers werden gezongen (ca. 18 uur). Tussen de sext en none, mochten de monniken en nonnen indien nodig een paar extra uren slaap pakken.
Na de vespers werd het eten geserveerd, gevolgd door tijd voor studie. De laatste dienst van de dag waren de completen (ca. 21 uur), die de nacht en de nachtelijke stilte inluidden. De meeste monniken gingen naar bed, hoewel het toegestaan was om individueel te lezen.

Kloosters speelden een essentiële rol in het middeleeuwse Europa, zowel religieus als cultureel en economisch. Ze waren niet alleen centra van geloof en toewijding, maar hadden ook invloed op de maatschappelijke en intellectuele ontwikkeling van de samenleving. 
Het Tympanon van het Laatste Oordeel – Sainte-Foy in Conques 
Christus zit centraal op een troon, in een mandorla (een amandelvormige omlijsting die zijn goddelijke status symboliseert), en verheft zijn rechterhand als teken van zegen voor de gezegenden. Zijn linkervinger wijst naar de verdoemden, een teken van hun veroordeling. 
De houding van Christus is statisch en majestueus, wat typerend is voor de Romaanse beeldtaal, waarbij de nadruk ligt op symboliek in plaats van op naturalistische of dynamische weergave. Zijn aanwezigheid domineert de hele compositie, wat zijn rol als opperste rechter van de mensheid benadrukt.

Slide 11 - Tekstslide

De dag begon rond 03:00 uur en eindigde rond 21.00 uur. Het grootste deel van de dag was gewijd aan gebed, handarbeid of studie. Midden in de nacht stonden de monniken uit hun bed om metten te zingen. Lauden (ca. 5 uur) zou voor zonsopgang klaar moeten zijn en afhankelijk van de tijd van het jaar zouden er enkele uren voor studie kunnen zijn geweest.
Het eerste licht van de dag maakte het mogelijk te lezen tot de priem (ca. 6 uur), met enige tijd vrijgehouden voor een ochtendmaaltijd. Daarna werd de tijd gewijd aan handarbeid. Het werd onderbroken door de tets (ca. 9 uur), de sext (ca. 12 uur), de none (ca. 15 uur) en duurde tot zonsondergang, toen de vespers werden gezongen (ca. 18 uur). Tussen de sext en none, mochten de monniken en nonnen indien nodig een paar extra uren slaap pakken.
Na de vespers werd het eten geserveerd, gevolgd door tijd voor studie. De laatste dienst van de dag waren de completen (ca. 21 uur), die de nacht en de nachtelijke stilte inluidden. De meeste monniken gingen naar bed, hoewel het toegestaan was om individueel te lezen.

Kloosters speelden een essentiële rol in het middeleeuwse Europa, zowel religieus als cultureel en economisch. Ze waren niet alleen centra van geloof en toewijding, maar hadden ook invloed op de maatschappelijke en intellectuele ontwikkeling van de samenleving. 
Het Tympanon van het Laatste Oordeel – Sainte-Foy in Conques 
De vier engelen naast Christus in het Laatste Oordeel-timpaan van de Sainte-Foy in Conques hebben elk symbolische attributen die verwijzen naar hun rol in het oordeel en de hemelse hiërarchie. 
Het boek dat de engel vasthoudt is waarschijnlijk het Boek des Levens (of het Boek van het Oordeel), waarin de namen van de uitverkorenen staan opgeschreven, degenen die naar de hemel mogen gaan.  Het zwaard en schild verwijzen naar de strijd tegen het kwaad en de bescherming van de rechtvaardigen. Het wierookvat verwijst naar gebed en zuivering. Wierook wordt in de kerk vaak gebruikt als symbool voor gebeden die opstijgen naar God.  De vlag of het vaandel staat symbool voor overwinning, specifiek de overwinning van Christus over de dood en het kwaad.

Slide 12 - Tekstslide

De dag begon rond 03:00 uur en eindigde rond 21.00 uur. Het grootste deel van de dag was gewijd aan gebed, handarbeid of studie. Midden in de nacht stonden de monniken uit hun bed om metten te zingen. Lauden (ca. 5 uur) zou voor zonsopgang klaar moeten zijn en afhankelijk van de tijd van het jaar zouden er enkele uren voor studie kunnen zijn geweest.
Het eerste licht van de dag maakte het mogelijk te lezen tot de priem (ca. 6 uur), met enige tijd vrijgehouden voor een ochtendmaaltijd. Daarna werd de tijd gewijd aan handarbeid. Het werd onderbroken door de tets (ca. 9 uur), de sext (ca. 12 uur), de none (ca. 15 uur) en duurde tot zonsondergang, toen de vespers werden gezongen (ca. 18 uur). Tussen de sext en none, mochten de monniken en nonnen indien nodig een paar extra uren slaap pakken.
Na de vespers werd het eten geserveerd, gevolgd door tijd voor studie. De laatste dienst van de dag waren de completen (ca. 21 uur), die de nacht en de nachtelijke stilte inluidden. De meeste monniken gingen naar bed, hoewel het toegestaan was om individueel te lezen.

Kloosters speelden een essentiële rol in het middeleeuwse Europa, zowel religieus als cultureel en economisch. Ze waren niet alleen centra van geloof en toewijding, maar hadden ook invloed op de maatschappelijke en intellectuele ontwikkeling van de samenleving. 
Het Tympanon van het Laatste Oordeel – Sainte-Foy in Conques 
Direct onder Christus, bevindt zich een weegschaal, waar engelen en demonen strijden om de zielen van de overledenen. Deze scène is typisch voor het Laatste Oordeel-thema en symboliseert de strijd tussen goed en kwaad om de ziel van de overledene. Je ziet hoe een demon probeert vals te spelen door aan de andere kant van de weegschaal te trekken. Daaronder zie je de poorten naar de hemel en de hel. Boos kijkt de demon rechts naar de engel aan de linkerkant. Door zíjn deur heeft een vervaarlijk monster zijn bek gestoken en slokt de een na de ander op. Het is de gapende muil van de hel, van de Leviathan, zoals de middeleeuwse pelgrim voor wiens ogen deze afbeelding bestemd was, u meteen zou weten te vertellen.

Slide 13 - Tekstslide

De dag begon rond 03:00 uur en eindigde rond 21.00 uur. Het grootste deel van de dag was gewijd aan gebed, handarbeid of studie. Midden in de nacht stonden de monniken uit hun bed om metten te zingen. Lauden (ca. 5 uur) zou voor zonsopgang klaar moeten zijn en afhankelijk van de tijd van het jaar zouden er enkele uren voor studie kunnen zijn geweest.
Het eerste licht van de dag maakte het mogelijk te lezen tot de priem (ca. 6 uur), met enige tijd vrijgehouden voor een ochtendmaaltijd. Daarna werd de tijd gewijd aan handarbeid. Het werd onderbroken door de tets (ca. 9 uur), de sext (ca. 12 uur), de none (ca. 15 uur) en duurde tot zonsondergang, toen de vespers werden gezongen (ca. 18 uur). Tussen de sext en none, mochten de monniken en nonnen indien nodig een paar extra uren slaap pakken.
Na de vespers werd het eten geserveerd, gevolgd door tijd voor studie. De laatste dienst van de dag waren de completen (ca. 21 uur), die de nacht en de nachtelijke stilte inluidden. De meeste monniken gingen naar bed, hoewel het toegestaan was om individueel te lezen.

Kloosters speelden een essentiële rol in het middeleeuwse Europa, zowel religieus als cultureel en economisch. Ze waren niet alleen centra van geloof en toewijding, maar hadden ook invloed op de maatschappelijke en intellectuele ontwikkeling van de samenleving. 
Het Tympanon van het Laatste Oordeel – Sainte-Foy in Conques 
Aan Christus’ rechterzijde bevinden zich de gezegenden. Hier zijn engelen afgebeeld die de rechtvaardigen naar de hemel leiden. De hemel zelf wordt symbolisch voorgesteld als een architecturaal bouwwerk, met bogen en een poort die geopend wordt door een engel. De gezegenden worden verwelkomd door Abraham, die de zielen van de rechtvaardigen in zijn schoot houdt.

Slide 14 - Tekstslide

De dag begon rond 03:00 uur en eindigde rond 21.00 uur. Het grootste deel van de dag was gewijd aan gebed, handarbeid of studie. Midden in de nacht stonden de monniken uit hun bed om metten te zingen. Lauden (ca. 5 uur) zou voor zonsopgang klaar moeten zijn en afhankelijk van de tijd van het jaar zouden er enkele uren voor studie kunnen zijn geweest.
Het eerste licht van de dag maakte het mogelijk te lezen tot de priem (ca. 6 uur), met enige tijd vrijgehouden voor een ochtendmaaltijd. Daarna werd de tijd gewijd aan handarbeid. Het werd onderbroken door de tets (ca. 9 uur), de sext (ca. 12 uur), de none (ca. 15 uur) en duurde tot zonsondergang, toen de vespers werden gezongen (ca. 18 uur). Tussen de sext en none, mochten de monniken en nonnen indien nodig een paar extra uren slaap pakken.
Na de vespers werd het eten geserveerd, gevolgd door tijd voor studie. De laatste dienst van de dag waren de completen (ca. 21 uur), die de nacht en de nachtelijke stilte inluidden. De meeste monniken gingen naar bed, hoewel het toegestaan was om individueel te lezen.

Kloosters speelden een essentiële rol in het middeleeuwse Europa, zowel religieus als cultureel en economisch. Ze waren niet alleen centra van geloof en toewijding, maar hadden ook invloed op de maatschappelijke en intellectuele ontwikkeling van de samenleving. 
Het Tympanon van het Laatste Oordeel – Sainte-Foy in Conques 
Boven Abraham bevinden zich heiligen en martelaren, zoals de  apostelen, die getuigen zijn van het oordeel van Christus. Helemaal rechts, direct naast Christus, zien we Maria, daarnaast staat Petrus, te herkennen aan de sleutel. Iets verderop zien we hoe  een abt,  waarschijnlijk de heilige Gilles die een vorst (Karel de Grote?)bij de hand neemt.  Daartussenin een man met staf en baard, waarschijnlijk Johannes de Doper.

Slide 15 - Tekstslide

De dag begon rond 03:00 uur en eindigde rond 21.00 uur. Het grootste deel van de dag was gewijd aan gebed, handarbeid of studie. Midden in de nacht stonden de monniken uit hun bed om metten te zingen. Lauden (ca. 5 uur) zou voor zonsopgang klaar moeten zijn en afhankelijk van de tijd van het jaar zouden er enkele uren voor studie kunnen zijn geweest.
Het eerste licht van de dag maakte het mogelijk te lezen tot de priem (ca. 6 uur), met enige tijd vrijgehouden voor een ochtendmaaltijd. Daarna werd de tijd gewijd aan handarbeid. Het werd onderbroken door de tets (ca. 9 uur), de sext (ca. 12 uur), de none (ca. 15 uur) en duurde tot zonsondergang, toen de vespers werden gezongen (ca. 18 uur). Tussen de sext en none, mochten de monniken en nonnen indien nodig een paar extra uren slaap pakken.
Na de vespers werd het eten geserveerd, gevolgd door tijd voor studie. De laatste dienst van de dag waren de completen (ca. 21 uur), die de nacht en de nachtelijke stilte inluidden. De meeste monniken gingen naar bed, hoewel het toegestaan was om individueel te lezen.

Kloosters speelden een essentiële rol in het middeleeuwse Europa, zowel religieus als cultureel en economisch. Ze waren niet alleen centra van geloof en toewijding, maar hadden ook invloed op de maatschappelijke en intellectuele ontwikkeling van de samenleving. 
Het Tympanon van het Laatste Oordeel – Sainte-Foy in Conques 
Santa Foy was een jonge christelijke martelares uit het einde van de 3e eeuw, afkomstig uit Agen in Zuid-Frankrijk. Volgens de legende werd ze op jonge leeftijd (ongeveer 12 jaar) gemarteld en geëxecuteerd tijdens de christenvervolgingen van het Romeinse rijk, omdat ze weigerde haar geloof in Christus op te geven en weigerde offers te brengen aan de Romeinse goden. Haar volharding en geloof maakten haar tot een geliefde heilige in het middeleeuwse christendom, en haar relieken werden in de abdij van Conques bewaard, waardoor het een belangrijke pelgrimsplaats werd. Santa Foy wordt op het timpaan afgebeeld terwijl ze knielt in een nederige houding, met haar handen in gebed, wat haar devotie en onderwerping aan Christus symboliseert. Haar gebedshouding en aanwezigheid naast Abraham duiden op haar rol als bemiddelaar voor de pelgrims en gelovigen die naar Conques komen om vergeving te zoeken en bescherming te vragen. 

Slide 16 - Tekstslide

De dag begon rond 03:00 uur en eindigde rond 21.00 uur. Het grootste deel van de dag was gewijd aan gebed, handarbeid of studie. Midden in de nacht stonden de monniken uit hun bed om metten te zingen. Lauden (ca. 5 uur) zou voor zonsopgang klaar moeten zijn en afhankelijk van de tijd van het jaar zouden er enkele uren voor studie kunnen zijn geweest.
Het eerste licht van de dag maakte het mogelijk te lezen tot de priem (ca. 6 uur), met enige tijd vrijgehouden voor een ochtendmaaltijd. Daarna werd de tijd gewijd aan handarbeid. Het werd onderbroken door de tets (ca. 9 uur), de sext (ca. 12 uur), de none (ca. 15 uur) en duurde tot zonsondergang, toen de vespers werden gezongen (ca. 18 uur). Tussen de sext en none, mochten de monniken en nonnen indien nodig een paar extra uren slaap pakken.
Na de vespers werd het eten geserveerd, gevolgd door tijd voor studie. De laatste dienst van de dag waren de completen (ca. 21 uur), die de nacht en de nachtelijke stilte inluidden. De meeste monniken gingen naar bed, hoewel het toegestaan was om individueel te lezen.

Kloosters speelden een essentiële rol in het middeleeuwse Europa, zowel religieus als cultureel en economisch. Ze waren niet alleen centra van geloof en toewijding, maar hadden ook invloed op de maatschappelijke en intellectuele ontwikkeling van de samenleving. 
Het Tympanon van het Laatste Oordeel – Sainte-Foy in Conques 
Hier zie je open graven waaruit figuren – de doden – verrijzen. Deze figuren staan symbool voor de opstanding van de doden. zie je open graven waaruit figuren – de doden – verrijzen. Deze figuren staan symbool voor de opstanding van de doden. Engelen zijn aanwezig om de opstanding te begeleiden. Ze  trekken de deksels van de graven weg of reiken naar de opgestane figuren om hen te helpen uit het graf te komen. De opstanding van de doden uit hun graven is een visueel krachtig beeld dat de macht van Christus over leven en dood benadrukt. Dit deel van het timpaan is bedoeld om hoop te bieden aan de gelovigen die naar Conques kwamen om verlossing te zoeken.

Slide 17 - Tekstslide

De dag begon rond 03:00 uur en eindigde rond 21.00 uur. Het grootste deel van de dag was gewijd aan gebed, handarbeid of studie. Midden in de nacht stonden de monniken uit hun bed om metten te zingen. Lauden (ca. 5 uur) zou voor zonsopgang klaar moeten zijn en afhankelijk van de tijd van het jaar zouden er enkele uren voor studie kunnen zijn geweest.
Het eerste licht van de dag maakte het mogelijk te lezen tot de priem (ca. 6 uur), met enige tijd vrijgehouden voor een ochtendmaaltijd. Daarna werd de tijd gewijd aan handarbeid. Het werd onderbroken door de tets (ca. 9 uur), de sext (ca. 12 uur), de none (ca. 15 uur) en duurde tot zonsondergang, toen de vespers werden gezongen (ca. 18 uur). Tussen de sext en none, mochten de monniken en nonnen indien nodig een paar extra uren slaap pakken.
Na de vespers werd het eten geserveerd, gevolgd door tijd voor studie. De laatste dienst van de dag waren de completen (ca. 21 uur), die de nacht en de nachtelijke stilte inluidden. De meeste monniken gingen naar bed, hoewel het toegestaan was om individueel te lezen.

Kloosters speelden een essentiële rol in het middeleeuwse Europa, zowel religieus als cultureel en economisch. Ze waren niet alleen centra van geloof en toewijding, maar hadden ook invloed op de maatschappelijke en intellectuele ontwikkeling van de samenleving. 
Het Tympanon van het Laatste Oordeel – Sainte-Foy in Conques 
Het rechterdeel biedt een dramatische en gedetailleerde voorstelling van de hel. Dit gedeelte van het timpaan is bedoeld om de vreselijke straffen van de verdoemden in de hel visueel weer te geven, met een duidelijke nadruk op de rechtvaardigheid en de straf voor hun zonden. Het tafereel waarin de man aan de voeten wordt opgeknoopt, is vaak een symbolische weergave van het zonde van oplichting of corruptie. In de middeleeuwse kunst en iconografie zijn er verschillende manieren waarop zonden met geld en oplichting werden afgebeeld.
De straf van ophangen aan de voeten kan verwijzen naar het idee dat de zonde van bedrog en oplichting wordt bestraft door een omkering van het normale, met de voeten omhoog als teken van vernedering en straf.

Slide 18 - Tekstslide

De dag begon rond 03:00 uur en eindigde rond 21.00 uur. Het grootste deel van de dag was gewijd aan gebed, handarbeid of studie. Midden in de nacht stonden de monniken uit hun bed om metten te zingen. Lauden (ca. 5 uur) zou voor zonsopgang klaar moeten zijn en afhankelijk van de tijd van het jaar zouden er enkele uren voor studie kunnen zijn geweest.
Het eerste licht van de dag maakte het mogelijk te lezen tot de priem (ca. 6 uur), met enige tijd vrijgehouden voor een ochtendmaaltijd. Daarna werd de tijd gewijd aan handarbeid. Het werd onderbroken door de tets (ca. 9 uur), de sext (ca. 12 uur), de none (ca. 15 uur) en duurde tot zonsondergang, toen de vespers werden gezongen (ca. 18 uur). Tussen de sext en none, mochten de monniken en nonnen indien nodig een paar extra uren slaap pakken.
Na de vespers werd het eten geserveerd, gevolgd door tijd voor studie. De laatste dienst van de dag waren de completen (ca. 21 uur), die de nacht en de nachtelijke stilte inluidden. De meeste monniken gingen naar bed, hoewel het toegestaan was om individueel te lezen.

Kloosters speelden een essentiële rol in het middeleeuwse Europa, zowel religieus als cultureel en economisch. Ze waren niet alleen centra van geloof en toewijding, maar hadden ook invloed op de maatschappelijke en intellectuele ontwikkeling van de samenleving. 
Het Tympanon van het Laatste Oordeel – Sainte-Foy in Conques 
Daaronder zien we Satan, omringd door demonen die de zondaars straffen met passende, rechtvaardige straffen. Zo zien we van links naar rechts hoe "hoogmoed voor de val" komt (= de voorover tuimelende ridder in zijn maliënkolder), hoe de overspelige met z'n minnares (naakte vrouw) en aan de andere kant van satan daar wordt de grootkapitalist opgehangen (z'n uitpuilende geldbuidel nog om z'n nek), en meteen daarnaast/daaronder dat moet haast de laster of de leugen zijn, wiens tong wordt uitgerukt etc. Dit zijn uiteraard mijn interpretaties, nergens is opgeschreven wat de kunstenaar precies heeft willen zeggen met dit tafereel.

Slide 19 - Tekstslide

De dag begon rond 03:00 uur en eindigde rond 21.00 uur. Het grootste deel van de dag was gewijd aan gebed, handarbeid of studie. Midden in de nacht stonden de monniken uit hun bed om metten te zingen. Lauden (ca. 5 uur) zou voor zonsopgang klaar moeten zijn en afhankelijk van de tijd van het jaar zouden er enkele uren voor studie kunnen zijn geweest.
Het eerste licht van de dag maakte het mogelijk te lezen tot de priem (ca. 6 uur), met enige tijd vrijgehouden voor een ochtendmaaltijd. Daarna werd de tijd gewijd aan handarbeid. Het werd onderbroken door de tets (ca. 9 uur), de sext (ca. 12 uur), de none (ca. 15 uur) en duurde tot zonsondergang, toen de vespers werden gezongen (ca. 18 uur). Tussen de sext en none, mochten de monniken en nonnen indien nodig een paar extra uren slaap pakken.
Na de vespers werd het eten geserveerd, gevolgd door tijd voor studie. De laatste dienst van de dag waren de completen (ca. 21 uur), die de nacht en de nachtelijke stilte inluidden. De meeste monniken gingen naar bed, hoewel het toegestaan was om individueel te lezen.

Kloosters speelden een essentiële rol in het middeleeuwse Europa, zowel religieus als cultureel en economisch. Ze waren niet alleen centra van geloof en toewijding, maar hadden ook invloed op de maatschappelijke en intellectuele ontwikkeling van de samenleving. 
Het Tympanon van het Laatste Oordeel – Sainte-Foy in Conques 

De tekstvanen en balken die het tafereel in vakken verdelen doen de boodschap nog eens dunnetjes over. De conclusie van het geheel is onderaan te lezen:
O peccatores,
transmutetis nisi mores
iudicium durum
vobis scitote futurum,

wat zoveel wil zeggen als: “O zondaars, besef welk een hard oordeel u te wachten staat, als gij uw manier van leven niet grondig verandert."

Slide 20 - Tekstslide

De dag begon rond 03:00 uur en eindigde rond 21.00 uur. Het grootste deel van de dag was gewijd aan gebed, handarbeid of studie. Midden in de nacht stonden de monniken uit hun bed om metten te zingen. Lauden (ca. 5 uur) zou voor zonsopgang klaar moeten zijn en afhankelijk van de tijd van het jaar zouden er enkele uren voor studie kunnen zijn geweest.
Het eerste licht van de dag maakte het mogelijk te lezen tot de priem (ca. 6 uur), met enige tijd vrijgehouden voor een ochtendmaaltijd. Daarna werd de tijd gewijd aan handarbeid. Het werd onderbroken door de tets (ca. 9 uur), de sext (ca. 12 uur), de none (ca. 15 uur) en duurde tot zonsondergang, toen de vespers werden gezongen (ca. 18 uur). Tussen de sext en none, mochten de monniken en nonnen indien nodig een paar extra uren slaap pakken.
Na de vespers werd het eten geserveerd, gevolgd door tijd voor studie. De laatste dienst van de dag waren de completen (ca. 21 uur), die de nacht en de nachtelijke stilte inluidden. De meeste monniken gingen naar bed, hoewel het toegestaan was om individueel te lezen.

Ook qua vormgeving zit er een duidelijke scheiding tussen de hemel en de hel. Leg dit uit.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kloosters speelden een essentiële rol in het middeleeuwse Europa, zowel religieus als cultureel en economisch. Ze waren niet alleen centra van geloof en toewijding, maar hadden ook invloed op de maatschappelijke en intellectuele ontwikkeling van de samenleving. 
Fresco's in Romaanse kloosters en kerken
In veel Romaanse kerken, waaronder de Sainte-Foy, speelde muurschilderkunst (fresco’s) een grote rol in de decoratie van het interieur. Hoewel een groot deel van de originele schilderingen in de loop der tijd is verloren gegaan, waren deze fresco’s bedoeld om bijbelse verhalen en heiligenlevens uit te beelden. De afbeeldingen op de muren en plafonds hadden de functie om de gelovigen die niet konden lezen, te onderwijzen in de heilsgeschiedenis en hen spiritueel te inspireren.
Religieuze verhalen
Typische thema's waren scènes uit het leven van Christus, zoals de geboorte, kruisiging, en opstanding, evenals beelden van heiligen en hun martelaarschap. In de Sainte-Foy waren fresco's mogelijk gericht op het leven en de wonderen van Santa Foy zelf, om de pelgrims die naar de kerk kwamen te inspireren.
Symbolische en Vereenvoudigde Afbeeldingen
Fresco's uit de Romaanse periode zijn vaak vereenvoudigd in hun vorm en expressie, met duidelijke en sterke contouren. Dit past bij de Romaanse kunststijl, waar het niet om realistische weergave gaat, maar om de symbolische waarde van de afbeeldingen.
Figuren worden vaak in frontale houdingen getoond, met nadruk op spirituele aanwezigheid eerder dan op realistische proporties of beweging.
Muurschilderin in natte kalk
Een fresco is een muurschildering die wordt gemaakt door pigmenten (kleurstoffen) direct op natte kalkpleister aan te brengen. De verf trekt in de kalk, en wanneer de pleister opdroogt, wordt de kleur een permanent onderdeel van de muur.
Fresco's werden veel gebruikt in kerken tijdens de middeleeuwen, omdat ze grote muuroppervlakken op een relatief goedkope manier konden decoreren met religieuze scènes.
Heldere kleuren
Hoewel veel fresco’s in Romaanse kerken door de tijd zijn vervaagd, waren ze oorspronkelijk uitgevoerd in heldere, levendige kleuren, zoals rood, blauw, geel en groen, die oplichtten tegen de stenen muren.
Offer van Isaac
Fresco's in de Sante Foy in Conques

Slide 22 - Tekstslide

De dag begon rond 03:00 uur en eindigde rond 21.00 uur. Het grootste deel van de dag was gewijd aan gebed, handarbeid of studie. Midden in de nacht stonden de monniken uit hun bed om metten te zingen. Lauden (ca. 5 uur) zou voor zonsopgang klaar moeten zijn en afhankelijk van de tijd van het jaar zouden er enkele uren voor studie kunnen zijn geweest.
Het eerste licht van de dag maakte het mogelijk te lezen tot de priem (ca. 6 uur), met enige tijd vrijgehouden voor een ochtendmaaltijd. Daarna werd de tijd gewijd aan handarbeid. Het werd onderbroken door de tets (ca. 9 uur), de sext (ca. 12 uur), de none (ca. 15 uur) en duurde tot zonsondergang, toen de vespers werden gezongen (ca. 18 uur). Tussen de sext en none, mochten de monniken en nonnen indien nodig een paar extra uren slaap pakken.
Na de vespers werd het eten geserveerd, gevolgd door tijd voor studie. De laatste dienst van de dag waren de completen (ca. 21 uur), die de nacht en de nachtelijke stilte inluidden. De meeste monniken gingen naar bed, hoewel het toegestaan was om individueel te lezen.

Kloosters speelden een essentiële rol in het middeleeuwse Europa, zowel religieus als cultureel en economisch. Ze waren niet alleen centra van geloof en toewijding, maar hadden ook invloed op de maatschappelijke en intellectuele ontwikkeling van de samenleving. 
Glas-in-loodramen in Romaanse kloosters en kerken
De glas-in-loodramen in Romaanse kerken zijn een ander belangrijk voorbeeld van tweedimensionale kunst. Hoewel de techniek van glas-in-lood later in de Gotiek verfijnd werd, zien we in de Romaanse periode al het gebruik van gekleurd glas om bijbelse verhalen op te roepen. Veel van de Romaanse glas-in-loodramen zijn verloren gegaan of vervangen door gotische ramen. Helaas zijn ook de glas-in loodramen in Conques niet meer origineel, maar witte glas-in-lood ramen vervaardigd door Pierre Soulage in 1990.
Bijbelse Scènes en Heiligen
De ramen tonen vaak een reeks heiligen, die als beschermers van de kerk en haar gemeenschap worden gezien. De heilige Foy kan ook afgebeeld zijn in de glas-in-loodramen, als eerbetoon aan haar status als patrones van de abdij.
Bijbelse verhalen, zoals het Laatste Oordeel, de geboorte van Christus, en het leven van Maria, waren populaire onderwerpen.
Vereenvoudigde en Stijve Figuren
Net als in de beeldhouwkunst en fresco’s uit de Romaanse periode, zijn de figuren in het glas-in-lood vaak vereenvoudigd en stijf weergegeven. De nadruk ligt op het spirituele en niet op het aardse of lichamelijke. Dit zie je terug in de frontale houdingen, het gebruik van dikke lijnen, en het ontbreken van diepte in de composities.
Vaak worden de figuren afgebeeld in medaillons, waarbij elk medaillon een apart verhaal of figuur verbeeldt, zoals episodes uit het leven van Christus of heiligen.
Functioneel en spiritueel
De glas-in-loodramen vervulden een belangrijke didactische functie, net als de fresco's. Ze bevatten vaak afbeeldingen van heiligen, martelaren en scènes uit het leven van Christus. Deze beelden dienden niet alleen om de kerk te verlichten, maar ook om religieuze verhalen aan de gelovigen over te brengen.
Het gekleurde licht dat door de ramen viel, had een symbolische waarde en werd gezien als een reflectie van het goddelijke licht dat de kerk binnenkomt, een teken van de aanwezigheid van God.
Hosea, David en Daniël. 11e eeuw, Dom van Augsburg
De annunicatie, 12e eeuw
St. Denis, Parijs

Slide 23 - Tekstslide

De dag begon rond 03:00 uur en eindigde rond 21.00 uur. Het grootste deel van de dag was gewijd aan gebed, handarbeid of studie. Midden in de nacht stonden de monniken uit hun bed om metten te zingen. Lauden (ca. 5 uur) zou voor zonsopgang klaar moeten zijn en afhankelijk van de tijd van het jaar zouden er enkele uren voor studie kunnen zijn geweest.
Het eerste licht van de dag maakte het mogelijk te lezen tot de priem (ca. 6 uur), met enige tijd vrijgehouden voor een ochtendmaaltijd. Daarna werd de tijd gewijd aan handarbeid. Het werd onderbroken door de tets (ca. 9 uur), de sext (ca. 12 uur), de none (ca. 15 uur) en duurde tot zonsondergang, toen de vespers werden gezongen (ca. 18 uur). Tussen de sext en none, mochten de monniken en nonnen indien nodig een paar extra uren slaap pakken.
Na de vespers werd het eten geserveerd, gevolgd door tijd voor studie. De laatste dienst van de dag waren de completen (ca. 21 uur), die de nacht en de nachtelijke stilte inluidden. De meeste monniken gingen naar bed, hoewel het toegestaan was om individueel te lezen.

Kloosters speelden een essentiële rol in het middeleeuwse Europa, zowel religieus als cultureel en economisch. Ze waren niet alleen centra van geloof en toewijding, maar hadden ook invloed op de maatschappelijke en intellectuele ontwikkeling van de samenleving. 
Mozaïeken in Romaanse kloosters en kerken
Mozaïeken waren minder gebruikelijk in de Romaanse periode dan in de Byzantijnse kunst (het deel van Europa wat voorheen het Oost-Romeinse rijk vormde) , maar er zijn enkele belangrijke voorbeelden. Dit soort mozaïeken vind je dan ook vooral in Italië waar men meer beïnvloedt werd door de Byzantijnse kunst. 
Een ander belangrijk voorbeeld van Romaanse mozaïekkunst is te vinden in de Basiliek van San Clemente in Rome. De apsismozaïek, gemaakt in de 12e eeuw, toont Christus aan het kruis, omgeven door  planten, dieren en symbolen.
Centraal in het mozaïek staat het kruis met Christus, dat wordt ondersteund door een uitgebreide boom des levens, een symbool van het eeuwige leven. Uit het kruis vloeit water, wat symbool staat voor het water van het leven dat de hele schepping voedt.
Rondom het kruis en de boom zien we een verscheidenheid aan planten, dieren en mensen.
Ook hier is de stijl kenmerkend voor Romaanse kunst: platte figuren, zonder veel diepte of perspectief, met een sterke nadruk op symboliek in plaats van realisme.
San Miniato al Monte, absis
Dit mozaïek dateert uit de 12e eeuw en toont Christus Pantocrator, een veelvoorkomende voorstelling van Christus als heerser van het universum. In het mozaïek zit Christus op een troon, met een bijbel in zijn hand, als teken van zijn heerschappij en wijsheid. Hij wordt geflankeerd door de Maagd Maria en Sint Miniato, de patroonheilige van de kerk.
Het mozaïek is typisch voor Romaanse kunst vanwege de statige, frontale figuren en de symbolische, niet-naturalistische stijl. De gezichten zijn niet realistisch, maar eerder gestileerd en gericht op het overbrengen van hun heilige status.
De achtergrond van het mozaïek is gevuld met gouden tegeltjes.
Symboliek en religieuze thema's
De Romaanse mozaïeken hebben vaak dezelfde symboliek en religieuze thema’s als de beeldhouwkunst en fresco's uit deze periode, met Christus als centrale figuur en de nadruk op de hemelse orde. 
Mozaïeken in de Basiliek van San Clemente, Rome 
het mozaïek van Cristo Pantokrator, de Heilige Maagd en Sint-Minias, San Miniato al Monte, Florence

Slide 24 - Tekstslide

De dag begon rond 03:00 uur en eindigde rond 21.00 uur. Het grootste deel van de dag was gewijd aan gebed, handarbeid of studie. Midden in de nacht stonden de monniken uit hun bed om metten te zingen. Lauden (ca. 5 uur) zou voor zonsopgang klaar moeten zijn en afhankelijk van de tijd van het jaar zouden er enkele uren voor studie kunnen zijn geweest.
Het eerste licht van de dag maakte het mogelijk te lezen tot de priem (ca. 6 uur), met enige tijd vrijgehouden voor een ochtendmaaltijd. Daarna werd de tijd gewijd aan handarbeid. Het werd onderbroken door de tets (ca. 9 uur), de sext (ca. 12 uur), de none (ca. 15 uur) en duurde tot zonsondergang, toen de vespers werden gezongen (ca. 18 uur). Tussen de sext en none, mochten de monniken en nonnen indien nodig een paar extra uren slaap pakken.
Na de vespers werd het eten geserveerd, gevolgd door tijd voor studie. De laatste dienst van de dag waren de completen (ca. 21 uur), die de nacht en de nachtelijke stilte inluidden. De meeste monniken gingen naar bed, hoewel het toegestaan was om individueel te lezen.

Kloosters speelden een essentiële rol in het middeleeuwse Europa, zowel religieus als cultureel en economisch. Ze waren niet alleen centra van geloof en toewijding, maar hadden ook invloed op de maatschappelijke en intellectuele ontwikkeling van de samenleving. 
Boekverlichting en Miniaturen
Gestileerde Figuren
Net als in andere vormen van Romaanse kunst waren de figuren in miniaturen gestileerd en vereenvoudigd, zonder veel aandacht voor anatomisch realisme. De menselijke figuren hadden vaak langgerekte lichamen, grote ogen, en gestileerde gezichten. De nadruk lag meer op het overbrengen van spirituele en symbolische betekenissen dan op realistische weergave.
Miniaturen (kleine schilderingen in handgeschreven boeken) waren een belangrijke vorm van kunst in de Romaanse periode.. Ze waren vooral te vinden in religieuze manuscripten, zoals bijbels, psalters (psalmboeken), en evangeliaria (evangelieboeken), die in kloosters werden geproduceerd.
Symbolisme en Iconografie
Romaanse miniaturen maakten intensief gebruik van symboliek om bijbelse verhalen en religieuze boodschappen te communiceren. Bijvoorbeeld:
  • Gouden achtergronden symboliseerden het goddelijke of hemelse.
  • Kleurgebruik had vaak symbolische betekenis; bijvoorbeeld blauw stond voor de hemel of het goddelijke, en rood voor het lijden van Christus.
  • Heiligen werden vaak afgebeeld met aureolen, en bepaalde attributen zoals sleutels (voor Sint Petrus) of zwaarden (voor martelaren) hielpen de identificatie.
Schematische Voorstellingen
 De ruimte in Romaanse miniaturen werd vaak vlak en schematisch afgebeeld. Er was weinig dieptewerking of perspectief. Achtergronden waren vaak effen of gevuld met decoratieve patronen. Dit zorgde ervoor dat de spirituele inhoud voorop stond, en de focus lag op het centrale verhaal of de figuren.
Levendige kleuren
Miniaturen gebruikten levendige, soms bijna felle kleuren. Dit was deels te danken aan de temperaverftechniek die vaak werd gebruikt, waarbij pigmenten werden vermengd met eigeel voor een glanzende, duurzame afwerking. Vooral in manuscripten van kloosters die zich gespecialiseerd hadden in het maken van verluchte boeken, waren de kleuren opvallend helder.
Randversieringen en Initialen
Naast de figuratieve miniaturen waren er ook decoratieve randversieringen en met zorg uitgewerkte initialen (versierde beginletters van een tekst). Deze versieringen omvatten vaak flora en fauna, maar soms ook fantastische wezens en complexe geometrische patronen.
Psalter van Lodewijk de Heilige, 1190-1200, Leiden Universiteitsbibliotheek
Ingeborg Psalter (omstreeks 1195, Chantilly)
Ingeborg Psalter (omstreeks 1195, Chantilly)
Kostbaar
Boeken werden gemaakt op perkament, dat afkomstig was van dierlijke huiden. Het produceren van perkament was een intensief proces, en voor één boek waren soms de huiden van tientallen dieren nodig.
Veel verluchte manuscripten bevatten versieringen in goud en zilver. Dit werd soms als bladgoud aangebracht, wat extra glans gaf en het boek letterlijk kostbaar maakte. Goud werd vooral gebruikt in initialen en decoratieve randen, om heilige figuren te benadrukken en een hemelse sfeer te creëren. De kleuren in de miniaturen kwamen van kostbare pigmenten. 
'Monnikenwerk'
 Elk boek was met de hand geschreven en geïllustreerd. Dit gebeurde in scriptoria, speciale ruimtes in kloosters waar monniken dag na dag werkten aan het kopiëren en versieren van boeken. Het schrijven en verluchten van een enkel manuscript kon jaren in beslag nemen. Omdat elk boek uniek was, en de productie zo veel tijd vergde, maakte dit de boeken enorm waardevol. Het maken van verluchte manuscripten vereiste een combinatie van verschillende specialistische vaardigheden. Monniken of professionele schrijvers, verluchters, en binders moesten samenwerken om één boek te maken. Verluchters waren vaak getrainde kunstenaars, gespecialiseerd in het schilderen van de miniaturen en het aanbrengen van versieringen. 
Zeldzame objecten
Omdat het maken van één boek zo veel tijd en moeite kostte, waren er maar weinig exemplaren van een bepaald boek beschikbaar. Boeken waren daarom zeldzame objecten, die vaak alleen in bezit waren van rijke kloosters, kerken, of adellijke personen. Deze exclusiviteit droeg bij aan hun hoge waarde.

Slide 25 - Tekstslide

De dag begon rond 03:00 uur en eindigde rond 21.00 uur. Het grootste deel van de dag was gewijd aan gebed, handarbeid of studie. Midden in de nacht stonden de monniken uit hun bed om metten te zingen. Lauden (ca. 5 uur) zou voor zonsopgang klaar moeten zijn en afhankelijk van de tijd van het jaar zouden er enkele uren voor studie kunnen zijn geweest.
Het eerste licht van de dag maakte het mogelijk te lezen tot de priem (ca. 6 uur), met enige tijd vrijgehouden voor een ochtendmaaltijd. Daarna werd de tijd gewijd aan handarbeid. Het werd onderbroken door de tets (ca. 9 uur), de sext (ca. 12 uur), de none (ca. 15 uur) en duurde tot zonsondergang, toen de vespers werden gezongen (ca. 18 uur). Tussen de sext en none, mochten de monniken en nonnen indien nodig een paar extra uren slaap pakken.
Na de vespers werd het eten geserveerd, gevolgd door tijd voor studie. De laatste dienst van de dag waren de completen (ca. 21 uur), die de nacht en de nachtelijke stilte inluidden. De meeste monniken gingen naar bed, hoewel het toegestaan was om individueel te lezen.

Kloosters speelden een essentiële rol in het middeleeuwse Europa, zowel religieus als cultureel en economisch. Ze waren niet alleen centra van geloof en toewijding, maar hadden ook invloed op de maatschappelijke en intellectuele ontwikkeling van de samenleving. 
Overige kunst in Romaanse kloosters en kerken
Beschilderde panelen
Net als bij andere Romaanse kunstvormen waren de figuren op de panelen gestileerd en symbolisch. De verhoudingen van het menselijk lichaam waren vaak onnatuurlijk, met een nadruk op het heilige karakter van de figuren in plaats van realisme. Gouden achtergronden symboliseerden het hemelse of goddelijke, en felle kleuren werden gebruikt om de nadruk te leggen op de heilige status van de afgebeelde figuren. Beschilderde panelen werden vaak gebruikt als altaarstukken. Deze panelen waren bedoeld om de aandacht van de gelovigen te vestigen op het altaar en versterkten de heiligheid van de liturgie. Het paneel achter het altaar (retabel) was vaak rijkelijk beschilderd met scènes uit het leven van Christus of de Maagd Maria. eel beschilderde panelen werden gemaakt met tempera-verf, waarbij pigmenten werden vermengd met eigeel om een heldere, duurzame kleur te creëren. Tempera bood kunstenaars de mogelijkheid om fijne details en intense kleuren te gebruiken.
Bestiaria
Typisch voor de middeleeuwse kunst is de diersymboliek. In speciale boeken (bestiaria) werden de eigenschappen, deugden en ondeugden van bestaande én verzonnen beesten belicht. De dierenwereld diende zo als symbool voor de echte wereld. Iedereen begreep deze symboliek waardoor die uitermate geschikt was om beeldverhalen 'leesbaar' te maken. De centaur en de Sirene waren bijvoorbeeld onbetrouwbaar, vanwege hun dubbele natuur (half mens, half dier); de Leeuw daarentegen was het symbool van de Opstanding, omdat de welpen na hun geboorte drie dagen dood lagen, totdat hun vader hen tot leven bracht door ze in het gezicht te ademen.
Liturgische objecten en kerkmeubilair
Naast altaarstukken en kruisbeelden waren er andere kunstobjecten zoals kandelaars, doopvonten, en retabels (achterwand van een altaar) die vaak rijkelijk versierd waren. Deze objecten waren meestal gemaakt van edele metalen zoals goud en zilver, en versierd met edelstenen, emailwerk, of ingesneden reliëfs. Deze voorwerpen hadden een praktische liturgische functie, zoals het bevatten van kaarsen of water, maar ze waren ook symbolisch en artistiek van grote waarde.

Slide 26 - Tekstslide

De dag begon rond 03:00 uur en eindigde rond 21.00 uur. Het grootste deel van de dag was gewijd aan gebed, handarbeid of studie. Midden in de nacht stonden de monniken uit hun bed om metten te zingen. Lauden (ca. 5 uur) zou voor zonsopgang klaar moeten zijn en afhankelijk van de tijd van het jaar zouden er enkele uren voor studie kunnen zijn geweest.
Het eerste licht van de dag maakte het mogelijk te lezen tot de priem (ca. 6 uur), met enige tijd vrijgehouden voor een ochtendmaaltijd. Daarna werd de tijd gewijd aan handarbeid. Het werd onderbroken door de tets (ca. 9 uur), de sext (ca. 12 uur), de none (ca. 15 uur) en duurde tot zonsondergang, toen de vespers werden gezongen (ca. 18 uur). Tussen de sext en none, mochten de monniken en nonnen indien nodig een paar extra uren slaap pakken.
Na de vespers werd het eten geserveerd, gevolgd door tijd voor studie. De laatste dienst van de dag waren de completen (ca. 21 uur), die de nacht en de nachtelijke stilte inluidden. De meeste monniken gingen naar bed, hoewel het toegestaan was om individueel te lezen.