KVZ

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke ziektes vallen
onder Dementie?

Slide 8 - Woordweb

Bespreek de verschillen tussen de ziektebeelden:
- Alzheimer (Tau-eiwitten worden niet meer goed afgebroken en gaan zich ophopen in de hersenen, waardoor verbindingen tussen de cellen verloren gaan= informatie wordt niet verder doorgegeven)
- Vasculaire Dementie (stoornissen in de doorbloeding door hart of vaatziektes of erfelijk, de hersenen worden niet meer goed doorbloed en krijgen te weinig zuurstof= verbindingen in de hersenen raken beschadigd)
- Fronto-temporale Dementie (hersenweefsel in het gebied frontaal- en temporaalkwab is gekrompen door het afsterven van hersenencellen door een defect geen)
- Lewy-body- dementie (dementie + symptomen van Parkinson)
- Korsakov (Vitamine B1 tekort door chronisch alcoholmisbruik, hersenencellen sterven af)
- Creutzfeldt-Jacobs (prion-eiwitten taste n alle hersenfunctie aan, reden onbekend, verloof erg progressief= na 6 weken tot 12 maanden overlijdt de zorgvrager)
Alzheimer
Vasculaire dementie
Lewy Body
Frontotemporale dementie
komt op jongere leeftijd voor. is erfelijk
trillen, gebogen houding, stijve spieren
Langzaam denken, spreken en handelen
De meest voorkomende vorm van dementie. 

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dementie is altijd Alzheimer
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke ziekte heeft veel overeenkomsten met Lewy-Body dementie?
A
Longontsteking
B
Parkinson
C
MS
D
Reuma

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

stadium 1 
stadium 2
stadium 3
stadium 4
Beginnende dementie

bedreigde ik
matig ernstige dementie

verdwaalde ik
ernstige dementie: deels afhankelijk

verborgen ik
ernstige dementie: helemaal afhankelijk

verzonken ik

Slide 12 - Sleepvraag

Bespreek:
- Per stadium wat de zorgvrager nog wel kan en wat niet.
- Welke begeleiding heeft de zorgvrager per stadium nodig?
Wat is de oorzaak van Alzheimer
A
Ophoping van eiwitten in de zenuwcellen
B
Storing in de bloedvoorziening in de hersenen
C
Hersenen worden kleiner door onbekende oorzaak
D
Tekort aan Vitamine B1

Slide 13 - Quizvraag

Samenklontering van Amyloid
Tau eiwitkluwen
Gliacellen
Bloed-hersenbarrière
Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Agnosie 
Afasie
Apraxie
Taalstoornis

handelingen niet goed meer uit kunnen voeren

Het niet meer herkennen van bepaalde voorwerpen

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is afasie?
A
Moeite met spreken en schrijven
B
Motorische problemen
C
Geheugenstoornissen
D
Herkenning van voorwerpen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Agnosie betekent:
timer
1:00
A
het onvermogen om geluiden en/of voorwerpen te herkennen
B
het onvermogen om een gesprek te voeren
C
het onvermogen om jezelf aan te kunnen kleden
D
het onvermogen om je zelf te verzorgen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dementie
Delier
ontstaat acuut
korte duur
verminderde aandacht
wisselend bewustzijn
ontstaat langzaam
chronisch

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een delier?
A
Een plotseling optredende ernstige dementie.
B
Een plotseling optredende ernstige bloeding.
C
Een plotseling optredende ernstige dorstprikkel.
D
Een plotseling optredende ernstige verwardheid.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hyperactief delier
Hypoactief delier
weinig interactie
plukkerig gedrag
veel slapen
wanen
apathie
lichamelijke onrust

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak delier

Slide 36 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat hoort waar?
delier
psychose
dementie
onstaat snel, binnen 1 dag
het verloop is langzaam en geleidelijk
dag nachtritme is verstoord
woordvindstoornissen
bewustzijn  is wisselend verlaagd

Slide 38 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de DOS-scorelijst?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe moet je de DOS-scorelijst invullen?
A
1 x per elke dienst per 24 uur
B
3 x per elke dienst per 24 uur
C
4 x per elke dienst per 24 uur
D
6 x per elke dienst per 24 uur

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat hoort waar?
delier
psychose
dementie
onstaat snel, binnen 1 dag
het verloop is langzaam en geleidelijk
dag nachtritme is verstoord
woordvindstoornissen
bewustzijn  is wisselend verlaagd

Slide 42 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies