VH - Lezen H2

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- klassikale uitleg                                      10 minuten
- zelfstandig werken                                25 minuten
- nabespreken                                             10 minuten

Slide 2 - Tekstslide

Deelonderwerp
Doel: aan het eind van de les weet je wat een deelonderwerp is en kan je die noemen bij een tekst.

Nut: als je weet wat het onderwerp en deelonderwerp is van een tekst, kan je de tekst beter en sneller begrijpen. 

Slide 3 - Tekstslide

Als je wilt weten wat het onderwerp is van een tekst, dan lees je de tekst....
A
oriënterend
B
zoekend
C
globaal
D
precies

Slide 4 - Quizvraag

Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

Slide 5 - Woordweb

Maar wat is dan een deelonderwerp?

Slide 6 - Tekstslide

En hoe vind je het deelonderwerp?
Lees de tekst GLOBAAL:

"Je wilt ongeveer weten wat er in de tekst staat, maar je hoeft nog niet alle details te weten."

  1. Bekijk de titel, tussenkopjes, de bron en de afbeeldingen
  2. Lees de eerste en laatste zinnen van alle alinea's

Slide 7 - Tekstslide

Een deelonderwerp vind je door het antwoord op de vraag:
A
Waarover gaat deze alinea?
B
Waarover gaat deze tekst?

Slide 8 - Quizvraag

Maar.....je kan ook zoekend lezen!
"Je bent op zoek naar bepaalde informatie."

  1. Lees het stukje dat je nodig hebt.
  2. Kies het juiste stukje door te kijken naar:
- tussenkopjes
- opsommingstekens
- anders gedrukte woorden

Slide 9 - Tekstslide

Welke manier van lezen is dit?

Je wilt een tekst goed lezen en helemaal begrijpen.
A
oriënterend
B
globaal
C
zoekend
D
precies

Slide 10 - Quizvraag

Welke manier van lezen is dit?

Je wilt snel weten waar een tekst over gaat.
Je leest niet alles, maar bekijkt alleen de opvallende zaken.

A
oriënterend
B
globaal
C
zoekend
D
precies

Slide 11 - Quizvraag

Welke manier van lezen is dit?

Je wilt weten hoe duur een toegangskaartje is.
A
oriënterend
B
globaal
C
zoekend
D
precies

Slide 12 - Quizvraag

Aan de slag
Maak opdracht 1 op bladzijde 43
Gebruik hierbij tekst 2 op bladzijde 43 én 44.

Klaar? Schrijf in je eigen woorden op wat oriënterend, globaal en zoeken lezen is.

Slide 13 - Tekstslide

Nabespreken

Slide 14 - Tekstslide

Wie moet er in Madame Tussauds komen?

Slide 15 - Woordweb