T4 Hoofdpunten + leesopdracht

T4 Hoofdpunten
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

T4 Hoofdpunten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschatstrategieën

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moet je alle woorden meteen begrijpen om de tekst te begrijpen? Leg uit.

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschatstrategieën
= verschillende manieren om een betekenis van een woord te achterhalen
  1. context
  2. taalverwantschap
  3. woorddelen
  4. vraag een vriend
  5. woordenboek of zoekmachine

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. context
Voorbeeld: socioloog

“Sophie Wooward is een sociologe: voor haar job onderzoekt ze onze samenleving en alles wat daar mee te maken heeft.”




Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

“Sophie Wooward is een sociologe: voor haar job onderzoekt ze onze samenleving en alles wat daar mee te maken heeft.”
<<socioloog>>

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2. taalverwantschap
Herken je een ander Nederlands woord of een andere taal?

Voorbeeld: amoureuze



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

<<amoureuze>>

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3. woorddelen
Kan je het woord opdelen? In samenstellingen, afleidingen of woorden die een voorvoegsel hebben.

Voorbeeld: anti-transpirant

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

<<anti-transpirant>>

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

4. vraag een vriend
Met een betekenisoverleg voorkom je misverstanden!

Let op: connotatie, cultuur, ...

Slide 11 - Tekstslide

gieren voorbeeld in oefening hierboven
<<obees>>

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

5. woordenboek / zoekmachine
Let op: vorm 
werkwoord / zelfstandig naamwoord / bijvoeglijk naamwoord

Voorbeeld: bal in het woordenboek


Slide 13 - Tekstslide

gieren voorbeeld in oefening hierboven
<<bal>>

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschatstrategieën
= verschillende manieren om een betekenis van een woord te achterhalen
  1. context
  2. taalverwantschap
  3. woorddelen
  4. vraag een vriend
  5. woordenboek of zoekmachine

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oefening 5
Lees de zinnen. 
a) Welke strategie gebruik je?
b) Wat is de betekenis van het woord?
p. 265
timer
3:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

<<imaginair>>

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

<<obsessief>>

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

<<regieassistenten>>

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

<<oncomfortabel>>

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

<<microplastics>>

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

<<expansie>>

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

oefening 1, 2, 3, 4, 6
Verbetersleutel: Smartschool
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

taalbeschouwing
p. 268-269

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oefening 1
Plaats het juiste leesteken achter de zin.
timer
1:00
p. 268

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kat is bang van de dierenarts
A
mededelende zin
B
vragende zin
C
bevelende zin
D
uitroepende zin

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou jij dit probleem oplossen
A
mededelende zin
B
vragende zin
C
bevelende zin
D
uitroepende zin

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat een spannend verhaal
A
mededelende zin
B
vragende zin
C
bevelende zin
D
uitroepende zin

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ga zitten
A
mededelende zin
B
vragende zin
C
bevelende zin
D
uitroepende zin

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie is er ingeschreven voor de infosessie
A
mededelende zin
B
vragende zin
C
bevelende zin
D
uitroepende zin

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wees stil
A
mededelende zin
B
vragende zin
C
bevelende zin
D
uitroepende zin

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er is geen evenement gepland deze week
A
mededelende zin
B
vragende zin
C
ontkennende zin
D
uitroepende zin

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er wordt hevig onweer voorspeld voor vanavond
A
mededelende zin
B
vragende zin
C
bevelende zin
D
uitroepende zin

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vaccins krijgen kinderen op de leeftijd van acht weken
A
mededelende zin
B
vragende zin
C
bevelende zin
D
uitroepende zin

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

oefening 3, 4, 5, 6, 7
Verbetersleutel: Smartschool
timer
20:00

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

toets
woordenschat (Quizlet)
woordenschatstrategie
soorten zinnen


Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leesopdracht
werkboek p. 273 - 277

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je gaat aan de slag met een artikel uit het Vlaamse tijdschrift Knack.



Wat weet je over dat tijdschrift?

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul aan met informatie die je online vindt over het tijdschrift. Baseer je op minstens twee verschillende bronnen.
timer
4:00

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schets een beeld van de ideale lezer van het tijdschrift. Wees zo specifiek mogelijk. Bespreek geslacht, mogelijk beroep, leeftijd, rijk/arm, interesses …
timer
1:00

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Scan de tekst op p. 276-277: neem de tekst algemeen door, zonder alle details te lezen.
timer
1:30

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
timer
1:30

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Modelantwoord 2a

Het tijdschriftartikel vertelt over een onderzoek dat recent is uitgevoerd waarin bewezen wordt dat je tijdens je slaap kunt ‘studeren’ en zo beter informatie in je
geheugen kunt opslaan.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreek met je buur

Formuleer twee elementen die volgens jouw verwachtingen in de tekst uitgebreid besproken zullen worden. 
timer
1:30

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

p. 274 - oef. 3 en 4ab

Vul het communicatieschema voor de tekst aan.
Verbindt de tijdschriftenartikels.

timer
4:00

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke categorie behoort het artikel?

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

p. 275 - oef. 5
 Lees de tekst individueel. Duid ondertussen moeilijke woordenschat in de tekst aan.

a Overloop per 2 de woordenschat en kies samen minstens vijf woorden.
b Maak een woordenschatlijst waarin je de woorden uitlegt. Werk met synoniemen, definities, ...
timer
10:00

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

moeilijke woorden

Slide 49 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

p. 275 - oef. 6
Maak een schema waarin je alle hoofdpunten van de tekst opneemt.

a Beslis samen welk soort schema jullie willen opstellen: mind map, T-schema, lineair schema …
b Maak een goed onderscheid tussen hoofdinformatie en details.
timer
10:00

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies