5.4 & 5.5 Sociale zekerheid

Paragraaf 5.4 Sociale zekerheid
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 5.4 Sociale zekerheid

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik leg uit wat sociale zekerheid is.
Ik leg uit hoe de sociale zekerheid is geregeld bij ziekte.
Ik leg uit hoe de sociale zekerheid is geregeld bij werkloosheid.

Slide 2 - Tekstslide

Sociale zekerheid

Dit is de zekerheid dat iedereen geld heeft om van te leven.

Dit wordt betaald door de overheid.


Hoe komt de overheid aan dit geld?

  •  belastingen
  •  premies

Belastingen en premies worden van het brutoloon ingehouden, je ontvangt als werknemer het nettoloon.


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Sociale voorzieningen
Sociale voorzieningen zijn uitkeringen die de overheid betaalt met belastinggeld.

Bekende voorbeelden zijn de kinderbijslag en de bijstand.

Slide 6 - Tekstslide

sociale verzekeringen

Bij de sociale verzekeringen hebben we:
  • Werknemersverzekeringen
  • Volksverzekeringen

Slide 7 - Tekstslide

Volksverzekeringen:
Is voor alle inwoners in een land.
Iedereen betaalt een percentage van zijn inkomen.

AOW
ANW
WLZ

Werknemersverzekeringen:
Is voor werknemers.

Ze betalen premie via hun salaris.

WW
WIA

Slide 8 - Tekstslide

baanverlies
Hiernaast staan de voorwaarden voor ww-uitkering

of een bijstand.
Als je nergens recht op hebt en geen werk kunt vinden heb je recht op een bijstandsuitkering
Dit wordt geregeld in de Participatiewet.
Sociale zekerheid = Sociale verzekeringen (premies) + Sociale voorzieningen (belastinggeld)

Slide 9 - Tekstslide

WIA: Wet Inkomen naar Arbeidsvermogen
WW
Werkloosheidswet
Werknemersverzekeringen: alleen voor mensen die werken in loondienst

Slide 10 - Tekstslide

Wet uitbetaling loon bij ziekte (Wulbz)

Slide 11 - Tekstslide

De sociale zekerheid

Slide 12 - Tekstslide

Ouders hebben rechten en plichten
onderhoudsplicht voor jongeren tot 21 jaar.
recht op kinderbijslag tot 18 jaar
recht op kinderopvangtoeslag ( voor werkende ouders met kinderen in de kinderopvang)

Slide 13 - Tekstslide

jongeren hebben vanaf 18 jaar recht op
tegemoetkoming scholieren (vmbo leerlingen)
studiefinanciering ( tegenwoordig lening) mbo, hbo en universiteit
bijstand (werkeloos zijn)
bijstand (gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn)
wajong -uitkering ( volledig arbeidsongeschikt zijn)

Slide 14 - Tekstslide

Wajong
Deze is voor jongeren tussen de 18 en 27 jaar. Vanuit deze uitkering kan je ondersteuning krijgen op de arbeidsmarkt om eventueel aangepast werk te vinden. Deze uitkering is vaak voor jongeren met een licht verstandelijke beperking en jongeren met psychische problemen.

Slide 15 - Tekstslide

geen recht op bijstand (jongere)
bij zijn ouders of bij een partner woont met voldoende inkomen
niet zijn best doet om werk te vinden
een aangeboden opleiding, stage of baan weigert.

Slide 16 - Tekstslide

Actieven en inactieven
Actieven = mensen met betaald werk
Inactieven = mensen met geen betaald werk en hebben een uitkering

Slide 17 - Tekstslide

Premie berekenen
Premie zorgverzekering (per jaar) - zorgtoeslag (Per jaar) + eigen bijdrage + onverzekerde kosten = de totale ziekte kosten per jaar 
Eigen risico = eigen bijdrage 


Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag
Maken voor maandag 30/5 
H5.4 5,7,8,9 en 10 
H5.5 5 t/m 8 

Rekenen met premies en studiefinanciering oefenen ? 
Vraag om hulp !

Slide 19 - Tekstslide