4.3 herhalen

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Planning

Leerdoelen (5 min)

Lesson up 4.3 (15 min)

Lezen 4.4 (10 min)

Checken Leerdoelen (20 min)

Leerdoelen

- Ik weet het verschil tussen sociale en regionale ongelijkheid

- Ik weet het verschil tussen de formele en informele sector

-Ik kan de schaalniveaus op volgorde zetten

Informatie slide 

Sociale ongelijkheid: Grote verschillen in inkomen tussen groepen mensen. 

Regionale ongelijkheid: Grote verschillen in ontwikkelingsgraad binnen één land. 

Sleep de afbeeldingen naar het juiste begrip

Sociale ongelijkheid

Regionale ongelijkheid 

Waar hoort het bij: Grote verschillen in welzijn en welvaart binnen één land is .......

1. Sociale ongelijkheid
2. Regionale ongelijkheid

In landen waar grote groepen arme mensen voorkomen en een kleine groep hele rijke mensen vindt .... plaats.
Welk woord moet op de puntjes?

1. Sociale ongelijkheid
2. Regionale ongelijkheid

Informatie slide

Formele sector: Het officiële deel van de economie. De activiteiten in de formele sector vind je terug in de statistieken van de overheid

Informele sector (scharreleconomie): Het niet-officiële deel van de economie. De activiteiten van deze sector komen meestal niet in de statistieken van de overheid terecht

Formele sector

Informele sector

Welke sector telt mee voor het bbp/hoofd?

1. Formele sector
2. Informele sector

Welke sector hoeft geen belasting te betalen?

1. Formele sector
2. Informele sector

Welke sector heeft kan hele wisselende inkomsten hebben

1. Formele sector
2. Informele sector

Welke sector heeft wel een uitkering bij ziekte?

1. Formele sector
2. Informele sector

Informatie slide: Schaalniveaus 

Lokaal: Plaats

Regionaal: Streek, provincie, landsdeel

Nationaal: Land

Continentaal: Werelddeel

Mondiaal: Wereld

Nationaal

Lokaal

Regionaal

             Continentaal

Mondiaal

Zet de verschillende schaalniveaus op volgorde van klein naar groot (lokaal naar mondiaal):

Zet de verschillende schaalniveaus op volgorde van klein naar groot (lokaal naar mondiaal):
Europa, Nederland, Amsterdam, Wereld, Noord-Holland

Bevrijdingsdag werd gisteren in Nederland gevierd op welk schaalniveau is dat?

Aan het eind van de les gaan we aan de slag met de verschillende schaalniveaus.

Als het je nog niet duidelijk is zoek dan nog extra informatie in je boek of op internet. 

In hoeverre ben je al bekent met de term globalisering? Schrijf alles op wat je denkt dat met globalisering te maken heeft.

Lees paragraaf 4.4 

10 minuten in stilte lezen