VWO 4 B1 Kringlopen

Thema 6 Mens en Milieu
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Thema 6 Mens en Milieu

Slide 1 - Tekstslide

Basisstof 1
Kringlopen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen en begrippen B2
  • Je kunt de koolstofkringloop en stikstofkringloop in hoofdlijnen beschrijven en schema's hiervan interpreteren/uitleggen

Begrippen:
fossiele brandstoffen, stikstofassimilatie, ammonificatie, nitrificatie, denitrificatie, stikstofbinding/stikstoffixatie

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Koolstofkringloop
Opdeling in twee verschillende groepen organismen: autotrofe en heterotrofe organismen.

Autotrofe organismen kunnen uit anorganische stoffen organische stoffen maken. Hierbij maken ze gebruik van chloroplasten en lichtenergie. Koolstof uit CO2 wordt vastgelegd in een organische stof  glucose; C6H12O6

Heterotrofe organismen: maken organische stoffen uit andere organische stoffen. Voor de organische stoffen zijn zij afhankelijk van autotrofe organismen.

Dode resten en andere afvalproducten van organismen heet detritus of afval. Dit wordt afgebroken door dierlijke afvaleters en reducenten tot CO2, dat weer door autotrofe organismen opgenomen kan worden.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

koolstofkringloop

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

EVEN OEFENEN...
OEFENING KOOLSTOFKRINGLOOP OP VOLGENDE DIA.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Video

Stikstofkringloop
  • Organisch gebonden stikstof komt vooral voor in eiwit, nucleotiden en nucleïnezuren. Stikstof komt ook voor in afvalproducten als ureum.
  • Producenten nemen stikstof op via NO3- of NH4+. Stikstoffixerende bacteriën kunnen N2 uit de lucht omzetten in bruikbare stikstof voor planten. Vandaar dat deze bacteriën in symbiose leven met planten (vlinderbloemigen zoals bijvoorbeeld Klaver). 
  • Consumenten halen stikstof alleen uit plantaardige eiwitten.
  • Reducenten zetten via ammonificatie stikstofhoudende verbindingen om in NH3. De ammoniak (NH3) wordt door nitrificerende bacteriën omgezet in nitriet en vervolgens in nitraat.
  • Bij denitrificatie wordt nitraat door bacteriën omgezet in stikstofgas. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Groenbemesting
Bij groenbemesting wordt klaver op stikstofarme grond geteeld, waarna deze omgeploegd wordt. Klaver leeft in symbiose met stikstofbindende bacteriën (knolletjesbacteriën), waardoor extra stikstof in de bodem komt. Door om te ploegen, blijft de stikstof beschikbaar voor nieuwe planten. Als planten geoogst worden, wordt de stikstof die als eiwitten aanwezig zijn in de plant onttrokken aan de bodem. De kringloop wordt onderbroken.

Slide 18 - Tekstslide

Fotochemische stikstofbinding
Bij fotochemische stikstofbinding (bliksem) reageert N2 met ozon (O3) tot nitraat, die zo beschikbaar komt voor planten. Door een onweersbui wordt hierdoor stikstof uit de atmosfeer beschikbaar voor planten in de vorm van nitraat.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Hoeveel procent heb je gescoord?

Slide 22 - Open vraag

En nog een interessante video over
de invloed van algen op klimaat

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link