Cursus 7 Speliing § 5 Verkleinwoorden, les 1

Rozhin
Jean
Shandro
Akif
Sill
Jaimey
Bryan
Jens
Demi
Elena
Jazz
Stijn
Elise
Natalie
Jurre
Genaiza
bord 
docent
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Rozhin
Jean
Shandro
Akif
Sill
Jaimey
Bryan
Jens
Demi
Elena
Jazz
Stijn
Elise
Natalie
Jurre
Genaiza
bord 
docent

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij Nederlands

- leg je spullen op tafel en start vast met lezen

Slide 2 - Tekstslide

        Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze les:
  • even herhalen regels meervoud

  • § 5 verkleinwoorden instructie
  • § 5 maken online

Slide 4 - Tekstslide

Instructie:

Slide 5 - Tekstslide

§ 5 Verkleinwoorden
  • Je leert verkleinwoorden spellen.

          

Instructiefilmpje NN

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Tekstslide

Regels
 
Let op!!!
In afleidingen waarin het grondwoord een combinatie van cijfers en letters is, komt er een apostrof.  '   


Slide 9 - Tekstslide


Een verkleinwoord is altijd een ..... ?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
lidwoord

Slide 10 - Quizvraag

Verkleinwoord van:
hond
A
hondje
B
hondtje
C
hond'je
D
hondetje

Slide 11 - Quizvraag

Verkleinwoord van:
luik
A
luikje
B
luiktje
C
luik'je
D
luikpje

Slide 12 - Quizvraag

Verkleinwoord van:
tv
A
tvtje
B
tv'tje
C
tvpje
D
tv'pje

Slide 13 - Quizvraag

Verkleinwoord van:
ski
A
skitje
B
ski'tje
C
skietje
D
skipje

Slide 14 - Quizvraag

Verkleinwoord van:
pad
A
padje
B
padtje
C
pad'je
D
paadje

Slide 15 - Quizvraag

Verkleinwoord van:
oefening
A
oefeningje
B
oefeningtje
C
oefeningetje
D
oefeninkje

Slide 16 - Quizvraag

Verkleinwoord van:
A4
A
A4je
B
A4tje
C
A4'tje
D
A4pje

Slide 17 - Quizvraag

Verkleinwoord van:
café
A
cafétje
B
café'tje
C
cafetje
D
cafeetje

Slide 18 - Quizvraag

Verkleinwoord van:
pudding
A
puddingtje
B
puddingje
C
puddingetje
D
puddinkje

Slide 19 - Quizvraag

(huis)werk                                   
                   Cursus 7  Spelling    § 5 
opdracht 1   opdracht 2  opdracht 3  opdracht 4

Heb je een vraag?
- hand omhoog


Klaar?                                     
- controleer of t/m §4 helemaal af is


helemaal klaar? 
           -  leren t/m §4
           -   Lezen
           -   taalspelletje
            -  Tekenen/kleuren
            -   je bent aan het werk
 

Slide 20 - Tekstslide

Ajuu!
Bedankt en tot de volgende keer!


Slide 21 - Tekstslide

Deze les:

  • huiswerk nakijken 
  • herhalen regels verkleinwoorden
  • § 5 verkleinwoorden oefenen met Lesson Up
  • huiswerk maken/ muurkrant afmaken

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Verkleinwoord met PJE
Verkleinwoord met TJE
Verkleinwoord met JE
boom
telefoon
broer
riem
film
raam
tafel
haar
hand
fiets
verkleinwoord

Slide 24 - Sleepvraag

zelfstandig naamwoord
(enkelvoud)
zelfstandig naamwoord
(meervoud)
zelfstandig naamwoord
(verkleinwoord)
hond
honden
hondje
werk
werkje
tafels
foutje
toetsen
liefde

Slide 25 - Sleepvraag

Sleep de uitgangen naar het juiste woord om er een verkleinwoord van te maken. 
scherm
snoep
scooter
pizza
rekening
-atje
-tje
-etje
-pje
-je

Slide 26 - Sleepvraag

Huiswerk
Cursus 7 
Spelling § 5 
blz. 230-231
opdracht 5-6-7-8



Klaar? muurkrant of lezen

Slide 27 - Tekstslide

Deze les
  1. huiswerk nakijken
  2. C 7 Spelling § 4 meervoud oefentoets maken (huiswerk)
  3. C 7 Spelling § 5 meervoud oefentoets maken (huiswerk)
  4. muurkrant afmaken of ander schoolwerk

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk
Cursus 7 
Spelling § 5 
blz. 230-231
opdracht 5-6-7-8





Slide 29 - Tekstslide