Les 24 - 15 de abril de 2021 - describing animals and habitat - much and many

Welcome  :)
timer
0:30
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome  :)
timer
0:30

Slide 1 - Tekstslide

#Goals
At the end of this lesson...

  • You have learned the names of animals, their body parts and habitats.
  • You know how to say that something belongs to someone
  • You can use 'much' and 'many' correctly

Slide 2 - Tekstslide

Homework for today
Study: theme words, A & C
Aantekeningen possessive form
Do: exercises 11, 12, 13 & 14 (p. 62 & 65)
Do: exercises 29 & 30 (p. 74 & 75)

Slide 3 - Tekstslide

Wat denk jij dat 'much', 'many' & 'a lot of' betekenen?

Slide 4 - Open vraag

Betekenis
  • Much, many & a lot of betekenen allemaal veel in het Nederlands.


  • Je gebruikt ze alleen niet allemaal hetzelfde. Kijk naar de volgende voorbeelden en probeer het verschil tussen much & many te raden!

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden
  1. many friends
  2. much water
  3. many chairs
  4. much time
  5. many superheroes
  6. much snow

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg much & many
  • Je gebruikt much als het woord dat erna komt enkelvoud en ontelbaar is.

Do you have much work? 
We haven't got much money.

Kan je het woord water tellen?

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg much & many
  • Je gebruikt many als het woord dat erna komt meervoud en telbaar is.

He hasn't got many friends.
Do we have many videogames?

Tip: Je kunt meervoud herkennen aan de letter -s achter een woord.

Slide 8 - Tekstslide

Which one should you use?

Many --> voor telbare zelfstandige naamwoorden

I have got many questions.

Do you have many friends?

Much --> voor ontelbare zelfstandige naamwoorden

We don't have much homework.

There is much snow left.


Slide 9 - Tekstslide

Dus: een woord is telbaar wanneer:


  • je het kunt tellen (duh!) --> 1 dog - 2 dogs
  • je er a of an voor kunt zetten --> a girl, an orange
  • het een meervoud heeft --> 1 child, 3 children

Slide 10 - Tekstslide

much / many 
Much and many

Slide 11 - Tekstslide

Much and many

Veel

Slide 12 - Tekstslide

Let op!


Deze woorden zijn NIET telbaar:

money, sun, homework, information, water, air, snow





Slide 13 - Tekstslide

MUCH
MANY
boys
information
unicorns
sun
noise
Trains

Slide 14 - Sleepvraag

Welk woord hoort waarbij? Sleep het woord naar het juiste witte vlak.
MANY
MUCH
pocketmoney
tables
witches
buses
fun
light
fans

Slide 15 - Sleepvraag

A lot of
  • A lot of betekent veel, net als bij many & much.

  • A lot of gebruik je bij bevestigende (+) zinnen.

  • Much/ many gebruik je bij vragende (?)/ ontkennende (-) zinnen. 

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeelden
  • I have a lot of friends. (+)
  • She has not got many friends. (-)
  • Do we have much homework? (?)
  • The school has a lot of pupils. (+)
  • Our village has not got much snow. (-)
  • Does the cat have many kittens? (?)

Slide 17 - Tekstslide

I have got ... problems.
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 18 - Quizvraag

The dogs aren't ... fun.
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 19 - Quizvraag

How ... milk is left in the fridge?
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 20 - Quizvraag

Are there ... ghosts in that creepy building?
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 21 - Quizvraag

They haven't got ... paint left in the store
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 22 - Quizvraag

My brother has ... problems with my dad.
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 23 - Quizvraag

Samenvatting
'Much', 'many' & 'a lot of' betekenen allemaal 'veel'.
Enkelvoud / ontelbaar
Meervoud / telbaar
Bevestigende zinnen
We have a lot of money.
They have a lot of friends.
Ontkennende zinnen
We don't have much money.
They don't have many friends.
Vragende zinnen
Do we have much money?
Do they have many friends?

Slide 24 - Tekstslide

I understand when I should use much and many
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

homework:
Study: theme words, A, C (pages 96 & 97)
Stones 13 & 14 (pages 70, 72 & 98)
Grammar: possessives (aantekeningen & flexbook p. 75 & 99) and much & many (aantekeningen  & flexbook p. 76 & 99)
Do: exercises 22, 23 & 26 (p. 70, 71 & 72)

Slide 26 - Tekstslide