3.3 Lezen les 3 2KGT

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

  • Pak je leesboek, en ga rustig lezen
  • Werkboek A en etui (pen/potlood.) op de
     hoek van je tafel.
3.3 Lezen

Slide 2 - Tekstslide

  • Hoofdstuk toets dinsdag  30 januari
      - lezen
      - woorden
      - grammatica
      - spelling
Hoofdstuk 3

Slide 3 - Tekstslide

  • Wat hebben een mening en een argument met elkaar te maken?
  • Bij een mening vertelt je wat je ergens van vindt.
  • Met een argument geef je aan waarom je dat vindt.
3.3 Lezen - Geleerd 

Slide 4 - Tekstslide

  • Welke signaalwoorden voor een conclusie ken je?
  • dus, kortom, dan, ook
3.3 Lezen - Geleerd 

Slide 5 - Tekstslide

  • Welke verbanden van signaalwoorden ken je?
  • opsomming, tijdsvolgorde, tegenstelling, voorbeeld,
     reden, conclusie
3.3 Lezen - Geleerd 

Slide 6 - Tekstslide

Leertekst Hoofdgedachte
De hoofdgedachte is het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp van een tekst zegt.

De hoofdgedachte schrijf je op in één zin.

Vandaag 3.3 Hoofdgedachte vinden

Slide 7 - Tekstslide

Zo vind je de hoofdgedachte in een tekst
  1. Lees de inleiding, het slot, de titel.
  2. Bepaal het onderwerp van de tekst.
  3. Schrijf in één zin op wat de schrijver over het onderwerp zegt.

De hoofdgedachte in een betoog is de mening over het onderwerp.
Vandaag 3.3 Hoofdgedachte vinden

Slide 8 - Tekstslide

Maak

  •  vraag 11 en 13 blz. 194
Vandaag 3.3 Lezen

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig werken

  •  Lezen tekst 3 blz. 196, maken opdracht 15, 16, 17, 18 blz. 196-198
Vandaag 3.3 Lezen

Slide 10 - Tekstslide

- meningen (wat je vindt) en argumenten (waarom je dat vindt) herkennen
- signaalwoorden die een reden aangeven (want, omdat, daarom,
                                                                        vanweg, immers, namelijk)
- wat een betoog is  (schrijver geeft mening, wil jouw overtuigen)
- signaalwoorden die een conclusie aangeven (kortom, dus, dan ook)
- hoofdgedachte van een tekst vinden
  (belangrijkste wat een schrijver wil vertellen)
Geleerd 3.3 Lezen

Slide 11 - Tekstslide

Leertekst: Signaalwoorden

Je kent al de volgende vijf verbanden en de signaalwoorden:








Daar komt nu het verband 'conclusie' bij.


Vandaag 3.3 Lezen
Verband
signaalwoorden
opsomming
ten eerste, ook, bovendien, daarnaast, eerst
tijdsvolgorde
eerste, daarna, voordat, nadat, toen, terwijl, zodra, tenslotte
tegenstelling
maar, daarentegen, echter, integendeel
voorbeeld
bijvoorbeeld, een voorbeeld hiervan, zo, zoals, ter illustratie
reden
want, omdat, daarom, vanwege, immers, natuurlijk

Slide 12 - Tekstslide