In deze les zitten 39 slides, met tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Pak je spullen:
Geschiedenisboek
Map
Welkom B3
Agenda voor vandaag
Terugblik
Uitleg 7.3
Werkboek opdrachten 7.3 maken (1-6)
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen hoe Nederland bestuurd wordt.
Slide 4 - Tekstslide
Coalitie en oppositie
In Nederland is geen enkele partij groter dan de meerderheid van de Tweede Kamer.
Om die meerderheid wel te hebben, moeten partijen samenwerken.
Partijen die in de regering samenwerken, heten: coalitie.
Partijen die niet in de regering zitten, maar wel in de Tweede Kamer, heten: oppositie
Slide 5 - Tekstslide
Video
Oppositie en coalitie
Slide 6 - Tekstslide
0
Slide 7 - Video
Regeerakkoord
Tijdens de formatie zoeken de partijen uit wie er met elkaar kunnen samenwerken. Zij vormen uiteindelijk het kabinet.
Partijen in het kabinet maken samen een plan over hoe ze de komende vier jaar gaan regeren. (regeerakkoord)
Partijen samen 76 zetels of meer zetels. minder kan wel, maar dan is er een minderheidskabinet (niet heel handig ivm oppositie)
Slide 8 - Tekstslide
Het kabinet en de regering
Wie
ministers en staatssecretarissen
Wat:
Dagelijks bestuur
Maken van wetsvoorstellen
Koning + kabinet = regering
Slide 9 - Tekstslide
Taken van het parlement
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Trias politica
Scheiding der machten.
Wetgevende macht = parlement
Uitvoerende macht = regering
Rechtsprekende macht = onafhankelijke rechters
Slide 19 - Tekstslide
Hoofdtaken Eerste Kamer
Controleren van de regering (controlerende taak)
Chambre du reflection (Kamer van reflectie = nogmaals, vooral technisch, bekijken van een wetsvoorstel dat al door de Tweede Kamer is goedgekeurd)
Slide 20 - Tekstslide
Hoofdtaken Tweede Kamer
Controleren van de regering (controlerende taak)
Maken van wetten (wetgevende taak)
Slide 21 - Tekstslide
Van wetsvoorstel
tot wet
Slide 22 - Tekstslide
Wie mogen met een wetsvoorstel komen?
Ministers (ondersteuning vanuit een ministerie)
Kamerleden mogen met een voorstel voor een nieuwe wet komen (recht van initiatief) of een wijziging op een wetsvoorstel indienen (recht van amendement)
Slide 23 - Tekstslide
Aan de slag
Werkboek pagina 184 tot 187
Opdracht 1 tot en met 6
Dit is huiswerk voor woensdag.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Video
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen.