EB8: Nestblijvers en nestvlieders

EB8: Nestblijvers en nestvlieders



Pak je boek en schrift!
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

EB8: Nestblijvers en nestvlieders



Pak je boek en schrift!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhalen basisstof 6

  • Uitleg basisstof 8: Nestblijvers en nestvlieders

  • Of: zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

kegelsnavel
zeefsnavel
priemsnavel
pincetsnavel
haaksnavel

Slide 3 - Sleepvraag

Zowel de schildpad als de dolfijn hebben een gestroomlijnd lichaam
A
onjuist
B
juist

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
een klein wortelstelsel
D
een groot wortelstelsel

Slide 5 - Quizvraag

Een paard is een...
A
zoolganger
B
topganger
C
teenganger

Slide 6 - Quizvraag

Welke aanpassing heeft een bramenplant?
A
stekels
B
brandharen
C
gifstof
D
gifstekel

Slide 7 - Quizvraag

Maak je keuze!
A
Ik ga leren voor de toets
B
Ik doe mee met de les over Nestvlieders en nestblijvers

Slide 8 - Quizvraag

B8: Nestblijvers en nestvlieders
Leerdoel:
  • Je kunt de kenmerken van nestblijvers en nestvlieders noemen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Nestblijver
  • Blind, kaal bij geboorte
  • Hulpeloos
  • Veel verzorging ouders nodig
  • Groeit snel op

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Nestvlieder
  • Kunnen zien, horen bij geboorte
  • Kunnen lopen/zwemmen
  • Minder verzorging ouders nodig
  • Groeit minder snel op

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

 Nestblijvers onder zoogdieren

Slide 18 - Tekstslide

Nestvlieders onder zoogdieren

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Nestblijvers
- broeden op hoge plaatsen
- weinig eieren
- kleine lichte eitjes
- bij geboorte hulpeloos, kaal, blind, kunnen niet op eigen poten staan
- na geboorte ontwikkelen ze zich sneller
Nestvlieders
- broeden op de grond/water
- veel eieren
- grote zware eieren
- na geboorte kunnen ze al snel lopen, kunnen zien, hebben (dons) veren
- na de geboorte nog lang afhankelijk van ouders

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Waar leggen nestblijvers vaak hun eieren?
A
Op een hoge plaats
B
Tussen de bosjes op de grond
C
In het riet
D
in een holletje onder de grond

Slide 23 - Quizvraag

Welke vogel ontwikkelt zich het snelst nadat hij uit het ei is?
A
Nestblijver
B
Nestvlieder

Slide 24 - Quizvraag


De raaf is een...
A
Nestblijver
B
Nestvlieder

Slide 25 - Quizvraag

Hoefdieren zijn...
A
nestblijvers
B
nestvlieders

Slide 26 - Quizvraag

Wie is de langste nestblijver?
A
hond
B
kat
C
olifant
D
mens

Slide 27 - Quizvraag

Nestvlieder
Nestblijver
Vaak nog geen veren bij de geboorte
Verlaten enkele uren na de geboort hun nest
Jonge muizen
Hebben open ogen bij de geboorte

Slide 28 - Sleepvraag

B8: Nestblijvers en nestvlieders
Leerdoel:
  • Je kunt de kenmerken van nestblijvers en nestvlieders noemen

Opdrachten: 1 en 2

Slide 29 - Tekstslide

herhalen
(verboden vinger op te steken, je krijgt een beurt)

- wat is een nestvlieder ?
- wat zijn de kenmerken van een nestblijver ?
- noem een voorbeeld van een nestblijver/ nestvlieder

Slide 30 - Tekstslide