Verbanden en vergelijkingen

Verbanden en vergelijkingen

Wat is de somformule
die hoort bij formules
A en B?

1. b = 6a + 4
2. b = 10 a + 4
3. b = -6a -4
4. b=10a​2​​+4

Maak van de 2 formules een verschilformule.
y = 10 + 7x
y = 5 + 3x
Wat is de verschilformule

1. y = 15 + 10x
2. y = 5 + 4x
3. y = 5 - 10x
4. y = -5 - 10x

Maak van de 2 formules een somformule.
h = 5 + 6t
h = 3 + 4t
Wat is de somformule

1. h = 5 + 6t
2. h = 8 + 10t
3. h = 2 + 2t
4. h = 8 + 2t

Schrijf de formule zonder haakjes
h = 5 ( p + 7)

1. h = 5p + 12
2. h = 12p
3. h = 5p + 35
4. h = p + 5

Hoe kun je de volgende formule korter schrijven?
q = 6p x 3p

1. q=9p
2. q=9p​2​​
3. q=18p
4. q=18p​2​​

Schrijf zonder haakjes.

Los op net zoals net!
x² + 5 = 30

Los op net zoals net!
x² - 10 = 14

Los de volgende vergelijking op
9a + 7 = 4a + 22

1. a=3
2. a=-3
3. a=5
4. a=-5

5b + 24 = 3b + 48

24 + 2b = 15 + b

8b - 40 = 50 + 3b

10 - b = 2b + 7

b=-9

b=12

b=1

b=18