M2a Nederlands

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Welkom!

Programma:

- Quiz 'Meer dan Lezen' (Toetsweek) bestaande uit 17 vragen

- Zelfstandig leren voor de toetsweek

Quiz - rules

- Vijf groepen (bestaande uit vier tot vijf leerlingen)

- Per groep 1 laptop voor LessonUp

- Kies een teamleider

- De teamleider zijn/haar naam wordt gebruikt voor het inloggen op LessonUp

Moge de beste winnen 

Wat is het onderwerp van een tekst?

1. De titel van de tekst
2. Waar de tekst over gaat, in één of enkele woorden
3. De bron van de tekst
4. De illustratie bij de tekst

Wat doe je niet bij oriënterend lezen?

1. Je leest de tekst van begin tot eind nauwkeurig
2. Je leest de eerste en laatste zin van elke alinea
3. Je bekijkt de titel en illustraties
4. Je kijkt naar vetgedrukte of opvallende woorden

Waar vind je meestal de deelonderwerpen van een tekst?

1. In de inleiding
2. In de illustraties
3. In de alinea’s van het middenstuk
4. In de titel

Wat is een kernzin?

1. De belangrijkste zin in een alinea
2. De grappigste zin in een tekst
3. De laatste zin van de tekst
4. Een vetgedrukte zin

Wat is GEEN tekstdoel?

1. Amuseren
2. Overtuigen
3. Informeren
4. Verwarren

Kritisch lezen betekent dat je controleert of een tekst objectief en betrouwbaar is.

1. Waar
2. Niet waar

Een mening kun je herkennen aan signaalwoorden zoals ‘ik vind’ of ‘volgens mij’

1. Waar
2. Niet waar

Feit of mening?

De aarde draait in 24 uur om haar as.

1. Feit
2. Mening

Feit of mening?
Volgens mij zijn katten veel leuker dan kinderen.

1. Feit
2. Mening

Feit of mening?
Het is belachelijk dat de school om 8.30 uur begint.

1. Feit
2. Mening

Je leest een tekst over gezonde voeding. Wat zou een mogelijk onderwerp kunnen zijn?

1. gezonde voeding
2. Nederland
3. eetgewoonte
4. Kleine kinderen

Lees het volgende stukje tekst:

Steeds meer jongeren slapen te weinig. Dat komt onder andere doordat ze ’s avonds lang op hun telefoon zitten. Het schermlicht houdt hen wakker en sociale media leiden hen af. Daardoor zijn ze overdag vaak moe en kunnen ze zich slecht concentreren op school.

Wat is de hoofdgedachte?

Wat is de hoofdgedachte?

1. Steeds meer... te weinig
2. Het schermlicht... hen af
3. Daardoor zijn...op school

Signaalwoorden van:

Chronologisch tekstverband

1. maar, echter, toch, daarentegen
2. eerst, daarna, toen, vroeger, nu, later
3. ook, tevens, bovendien, ten eerste, ten tweede, daarnaast
4. doordat, waardoor, daardoor

Signaalwoorden van:

Oorzakelijk tekstverband

1. doordat, waardoor, daardoor
2. daarom, omdat, want, immers
3. om te, zodat, opdat
4. als, indien, tenzij, mits

Signaalwoorden voor:

Opsommend verband

1. om te beginnen, verder
2. hoewel
3. eerst, dan, vervolgens
4. om te, zodat, opdat