17-6-2025
1 / 28
Lesduur is: 240 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Een spreekwoord is:
A
Een grapje
B
Een korte zin met een waarheid of wijsheid
C
Slechte woorden/schelden
D
Iets wat letterlijk wordt bedoeld
Slide 4 - Quizvraag
heb je wel eens gehoord van spreekwoorden?
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quizvraag
Na regen komt ____________
Spreekwoord
Spreekwoord
A
sneeuw
B
hagel
C
zonneschijn
D
de zon
Slide 6 - Quizvraag
welk spreekwoord
zie je hier?
zie je hier?
A
hoe meer zielen, hoe meer vreugde
B
iets van de daken schreeuwen
C
als twee druppels water
D
hij ziet alle kleuren van de regenboog
Slide 7 - Quizvraag
Spreekwoord:
Een ....... op iemand hebben.
A
Dagje
B
Hartje
C
Oogje
D
Crush
Slide 8 - Quizvraag
Wat betekent dit spreekwoord?
A
Je kan goed blaffen.
B
Je kan jezelf goed verdedigen.
C
Je kan goed voor jezelf opkomen.
D
Je houdt van kaas.
Slide 9 - Quizvraag
Welk spreekwoord is juist?
A
De kat in de pot vinden
B
De hond in de pot vinden
Slide 10 - Quizvraag
Welk spreekwoord zie je hier?
A
Kat in 't bakkie.
B
Een kat in de zak kopen.
C
Een kat uit de zak kopen.
D
Een kat in de zak verkopen.
Slide 11 - Quizvraag
Test je spreekwoordenkennis:
Wie de ......... past, trekt hem aan.
Wie de ......... past, trekt hem aan.
A
Laars
B
Klomp
C
Schoen
D
Slipper
Slide 12 - Quizvraag
Test je spreekwoordenkennis:
Ieder huisje heeft zijn .............
Ieder huisje heeft zijn .............
A
Deurtje
B
Bewoners
C
Kruisje
D
Muisje
