H1 Krachten Gebruiken - 1.1 Hefbomen gebruiken (deel 1)

H1 Krachten gebruiken - 1.1 Hefbomen gebruiken
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H1 Krachten gebruiken - 1.1 Hefbomen gebruiken
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 1 - Tekstslide

koppelen lessonup en teams
klascode lessonup:          mplbm

klascode teams:             ql1trwe
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Wat heb je nodig voor natuurkunde?
1. Werkende laptop
2. Boek
3. Schrift A4 (lijntjes of blokjes) voor opdrachten en aantekeningen. 
4. Rekenmachine / geodriehoek / liniaal

Slide 3 - Tekstslide

dfa
fdaf
Hoe gaan we te werk?
  • We werken met boek en papier. Natuurkunde doen we niet online. 
  • Huiswerk opdrachten maak je in je schrift.  elke 3e keer huiswerk vergeten is zelfde dag 1 uur terug komen. 
  • Nakijken doen we in het begin van de les centraal.  


Slide 4 - Tekstslide

Krachten

Slide 5 - Woordweb

Wat ging hier mis?

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen 1.1 
1. Ik weet wat zwaartekracht is en hoe ik deze kan berekenen
2. ik weet hoe ik een kracht teken en maak daarbij gebruik van grootte, richting en aangrijpingspunt 
3. Ik weet wat Hefbomen zijn en weet hoe je daar mee werkt. 




Slide 7 - Tekstslide

Wat is een kracht?
Krachten kun je niet zien -> Je kunt wel de gevolgen zien horen of voelen. 

Het Symbool van kracht is F en de eenheid van kracht is Newton  (N)

Krachten kun je meten met veerunster. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat is zwaartekracht

Slide 9 - Open vraag

De zwaartekracht is de aantrekkingskracht van de aarde op een voorwerp 

Het symbool voor zwaartekracht is Fz

Slide 10 - Tekstslide

een kracht teken je met een pijl. 

met pijl teken je  Grootte, Richting en aangrijpingspunt van kracht

Een pijl teken je altijd op schaal.       
1cm = ..... N 

Slide 11 - Tekstslide

een tas heeft een gewicht van 120 N. Hoe zwaar is deze tas ongeveer
A
10 kg
B
11 kg
C
12 kg
D
13 kg

Slide 12 - Quizvraag


Fz = 120 N en lengte van pijl is 3 cm. Welke krachtschaal is hier gebruikt. 
A
1 cm = 30 N
B
1 cm = 40 N
C
1 cm = 50 N
D
1 cm = 60 N

Slide 13 - Quizvraag

Zwaartekracht berekenen
voor het berekenen van zwaartekracht gebruik je de volgende formule: 

Fz = m . g 

Fz =  de zwaartekracht in newton (N) 
m = massa in kilogram (kg)
g = Gravitatieconstante en is 9,81  newton per kilogram (N/kg) 

Slide 14 - Tekstslide

Pieter weegt 87 kg. bereken de zwaartekracht van Pieter. noteer de berekening en rond af op 1 decimaal. 
  • gevraagd:                     Fz Pieter  = ? 
  • gegevens:                    m = 87 kg  en g = 9,81 
  • eenheden:                   kloppen
  • Formule:                      Fz = m x g 
  • Berekening:                Fz = 87 x 9,81 
  • Antwoord:                   Fz = 853,5 N 

Slide 15 - Tekstslide

de zwaartekracht van de tas is 120 N. Bereken de massa van de tas en rond af op 1 decimaal. noteer alleen het antwoord

Slide 16 - Open vraag

Wat is een hefboom?

Slide 17 - Open vraag

Hefboom
met een hefboom vergroot je 
jouw spierkracht

3 kenmerken: 
  1. draaipunt
  2.  een kort uiteinde waar werkkracht aangrijpt
  3. een lang uiteinde waar de spierkracht aangrijpt. 

Slide 18 - Tekstslide

aan de slag
maken: 1.1 opdracht 1 t/m 6
Noteer bij rekenvragen altijd berekening 
Tekenvragen maken in hulpwerkboek 

Slide 19 - Tekstslide