6.3 jongeren in opstand

Datum:
Vak: Geschiedenis
Je weet hoe en waarom er tijdens de Koude Oorlog er een voortdurende dreiging was voor een allesvernietigende oorlog en welke conflicten er plaatsvonden
Wat is een consumptiemaatschappij en welke jeugdculturen ontstonden in Nederland?
- Consumptiemaatschappij in Nederland 
- Jeugdculturen: Nozems en hippies 
Klassikaal maken opdracht 4 
- verschillende jeugdculturen 
Kun je in je eigen woorden uitleggen wat de drie verschillende jeugdculturen inhouden 
Opdrachten maken bij paragraaf 6.3: 1, 2, 3 en 4 
Opdrachten bespreken? Is deze leerstof duidelijk? Welke vragen heb je nu?
Lesstof voor de toetsweek staat in SomToday (studiewijzer)
Hoofdstuk 5 paragraaf 5, hoofdstuk 6 paragraaf 1, 3 en 5 (en Willem Drees)
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Datum:
Vak: Geschiedenis
Je weet hoe en waarom er tijdens de Koude Oorlog er een voortdurende dreiging was voor een allesvernietigende oorlog en welke conflicten er plaatsvonden
Wat is een consumptiemaatschappij en welke jeugdculturen ontstonden in Nederland?
- Consumptiemaatschappij in Nederland 
- Jeugdculturen: Nozems en hippies 
Klassikaal maken opdracht 4 
- verschillende jeugdculturen 
Kun je in je eigen woorden uitleggen wat de drie verschillende jeugdculturen inhouden 
Opdrachten maken bij paragraaf 6.3: 1, 2, 3 en 4 
Opdrachten bespreken? Is deze leerstof duidelijk? Welke vragen heb je nu?
Lesstof voor de toetsweek staat in SomToday (studiewijzer)
Hoofdstuk 5 paragraaf 5, hoofdstuk 6 paragraaf 1, 3 en 5 (en Willem Drees)

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Wat is een consumptiemaatschappij en welke jeugdculturen ontstonden in Nederland?

Slide 2 - Tekstslide

Wederopbouw
  • Marshallplan: goederen en geld uit de V.S. 

  • Willem Drees 'Vadertje Drees'

  • Invoering AOW: pensionsgeld 

Slide 3 - Tekstslide

Stijgende welvaart
  • Eind jaren '50 wordt Nederland een consumptiemaatschappij 

  •  Nederlanders kunnen luxeproducten kopen 

  • Auto's, brommers, televisie, wasmachine

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video


Mobiliteit en vrije tijd

  • Door de toenemende welvaart krijgen steeds meer gezinnen in de jaren 50 en 60 een auto
  • Hierdoor neemt de mobiliteit toe
  • Mensen trekken er vaker op uit en kunnen op vakantie gaan.
  • Meestal is dat kamperen in het eigen land, maar ook steeds meer mensen gaan met het vliegtuig op vakantie.


    Slide 6 - Tekstslide

    Amerikanisering

    • De invloed van Amerika in Europa neemt niet alleen politiek toe: na de oorlog komen ook bedrijven als Coca Cola en Levi Strauss naar Nederland. 
    • Hierdoor nemen ook in het dagelijks leven, zoals bijvoorbeeld in de kleding of de muziek, veel Nederlanders Amerikaanse gebruiken over.
    • Dit heeft amerikanisering.

    Slide 7 - Tekstslide

    Jeugdculturen 
    • Door stijgende welvaart kunnen jongeren gaan studeren 

    •  Meer vrije tijd en geld 

    • Jongeren gaan zich anders kleden dan hun ouders, andere muziek luisteren: Generatiekloof 

    Slide 8 - Tekstslide

    Nozems

    • Nozems zijn vaak werkende jongeren. Ze dragen spijkerbroeken, leren jassen en hadden vetkuiven. Meisjes dragen korte rokken en petticoats
    • Ze staan in groepjes bij elkaar op straat of bij een snackbar, hangend op hun brommer en maken (volgens ouderen...) veel lawaai en schreeuwden naar voorbijgangers. 
    • Ze luister naar rock-’n-rollmuziek, uiteraard uit Amerika.

    Slide 9 - Tekstslide

    Slide 10 - Tekstslide

    Provo's 
    • Jeugdcultuur die kritiek heeft op de consumptiemaatschappij 

    •  Provo = provoceren

    • Met ludieke acties protesteren, zoals het witte fietsenplan 

    Slide 11 - Tekstslide

    Hippies
    • Amerikaanse jongeren komen in protest tegen de oorlog die hun regering voert in Vietnam. Hieruit ontstaat de hippie- of flowerpowercultuur
    • Eind jaren zestig komt deze jeugdcultuur ook naar Nederland. De hippies hebben lange haren en vrolijke, kleurrijke kleding. Ze willen zo eenvoudig mogelijk en zonder luxe leven. 
    • De slogan van de hippies is: ‘Make love, not war’

    Slide 12 - Tekstslide

    Slide 13 - Tekstslide

    Opdrachten
    Maken opdrachten: 
    1, 2, 3 en 4

    Leerboek: 104 en 105 
    Werkboek: 210 en 211 

    Slide 14 - Tekstslide

    Datum:
    Vak: Geschiedenis
    Je weet hoe en waarom er tijdens de Koude Oorlog er een voortdurende dreiging was voor een allesvernietigende oorlog en welke conflicten er plaatsvonden
    Wat is een consumptiemaatschappij en welke jeugdculturen ontstonden in Nederland?
    - Consumptiemaatschappij in Nederland 
    - Jeugdculturen: Nozems en hippies 
    Klassikaal maken opdracht 4 
    - verschillende jeugdculturen 
    Kun je in je eigen woorden uitleggen wat de drie verschillende jeugdculturen inhouden 
    Opdrachten maken bij paragraaf 6.3: 1, 2, 3 en 4 
    Opdrachten bespreken? Is deze leerstof duidelijk? Welke vragen heb je nu?
    Lesstof voor de toetsweek staat in SomToday (studiewijzer)
    Hoofdstuk 5 paragraaf 5, hoofdstuk 6 paragraaf 1, 3 en 5 (en Willem Drees)

    Slide 15 - Tekstslide

    Leerdoel
    Wat is een consumptiemaatschappij en welke jeugdculturen ontstonden in Nederland?

    Slide 16 - Tekstslide

    Stijgende welvaart
    • Eind jaren '50 wordt Nederland een consumptiemaatschappij 

    •  Nederlanders kunnen luxeproducten kopen 

    • Auto's, brommers, televisie, wasmachine

    Slide 17 - Tekstslide


    Mobiliteit en vrije tijd

    • Door de toenemende welvaart krijgen steeds meer gezinnen in de jaren 50 en 60 een auto
    • Hierdoor neemt de mobiliteit toe
    • Mensen trekken er vaker op uit en kunnen op vakantie gaan.
    • Meestal is dat kamperen in het eigen land, maar ook steeds meer mensen gaan met het vliegtuig op vakantie.


      Slide 18 - Tekstslide

      Jeugdculturen 
      • Door stijgende welvaart kunnen jongeren gaan studeren 

      •  Meer vrije tijd en geld 

      • Jongeren gaan zich anders kleden dan hun ouders, andere muziek luisteren: Generatiekloof 

      Slide 19 - Tekstslide

      Nozems

      • Nozems zijn vaak werkende jongeren. Ze dragen spijkerbroeken, leren jassen en hadden vetkuiven. Meisjes dragen korte rokken en petticoats
      • Ze staan in groepjes bij elkaar op straat of bij een snackbar, hangend op hun brommer en maken (volgens ouderen...) veel lawaai en schreeuwden naar voorbijgangers. 
      • Ze luister naar rock-’n-rollmuziek, uiteraard uit Amerika.

      Slide 20 - Tekstslide

      Provo's 
      • Jeugdcultuur die kritiek heeft op de consumptiemaatschappij 

      •  Provo = provoceren

      • Met ludieke acties protesteren, zoals het witte fietsenplan 

      Slide 21 - Tekstslide

      Hippies
      • Amerikaanse jongeren komen in protest tegen de oorlog die hun regering voert in Vietnam. Hieruit ontstaat de hippie- of flowerpowercultuur
      • Eind jaren zestig komt deze jeugdcultuur ook naar Nederland. De hippies hebben lange haren en vrolijke, kleurrijke kleding. Ze willen zo eenvoudig mogelijk en zonder luxe leven. 
      • De slogan van de hippies is: ‘Make love, not war’

      Slide 22 - Tekstslide

      Gelijke kansen voor vrouwen
      • In de 20e eeuw: vrouw na huwelijk thuis 

      • Jaren '60: deze rol niet meer vanzelfsprekend  

      •  Willen dezelfde carriére mogelijkheden als mannen 

      Slide 23 - Tekstslide

      Baas in eigen buik
      • Door de komst van de pil kunnen vrouwen bepalen of en wanneer ze zwanger worden 

      •  Meer mogelijkheden om te gaan studeren en te werken

      • Gevolg van de pil: seksuele revolutie 

      Slide 24 - Tekstslide

      Slide 25 - Tekstslide

      Opdrachten
      Maken opdrachten:
       6, 8, 9 en 10

      Leerboek: 104 en 105 
      Werkboek: 212 en 213 

      Slide 26 - Tekstslide