2Ha oefenen voor de eindtoets
1 / 28
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Noem drie signaalwoorden waaraan je een argument in een leestekst kunt herkennen.
Slide 2 - Open vraag
Noem de eigenschappen waaraan je kunt zien voor welk publiek een tekst is geschreven.
Slide 3 - Open vraag
In welke gevallen kun je zeggen dat een tekst niet betrouwbaar is?
Slide 4 - Open vraag
Wat doe je als je oriënterend leest?
Slide 5 - Open vraag
Welke tekstverbanden ken je? Je hebt er zeven gehad....
Slide 6 - Open vraag
Waaraan zie je voor welk publiek een tekst geschreven is? 4x
Slide 7 - Open vraag
Noem signaalwoorden die bij een chronologisch verband horen.
Slide 8 - Open vraag
Noem signaalwoorden die bij een opsommend verband horen.
Slide 9 - Open vraag
Noem signaalwoorden die bij een concluderend verband horen.
Slide 10 - Open vraag
Noem signaalwoorden die bij een redengevend verband horen.
Slide 11 - Open vraag
Noem signaalwoorden die bij een oorzakelijk verband horen.
Slide 12 - Open vraag
Noem signaalwoorden die bij een doel-middel verband horen.
Slide 13 - Open vraag
Noem signaalwoorden die bij een vergelijkend verband horen.
Slide 14 - Open vraag
Noem signaalwoorden die bij een samenvattend verband horen.
Slide 15 - Open vraag
Waar staat een kernzin in een tekst?
Slide 16 - Open vraag
Hoeveel kernzinnen kun je (over het algemeen) in een tekst vinden?
Slide 17 - Open vraag
Hoe herken of vind je de hoofdgedachte van een tekst?
Slide 18 - Open vraag
Noem de strategieën die je kunt gebruiken om de betekenis van een moeilijk woord in de tekst te vinden.
Slide 19 - Open vraag
Hoe pas je de woordraadstrategie 'synoniem vinden' toe om de betekenis van een moeilijk woord in de tekst te vinden?
Slide 20 - Open vraag
Hoe pas je de woordraadstrategie 'definitie vinden' toe om de betekenis van een moeilijk woord in de tekst te vinden?
Slide 21 - Open vraag
Hoe pas je de woordraadstrategie 'voorbeeld vinden' toe om de betekenis van een moeilijk woord in de tekst te vinden?
Slide 22 - Open vraag
Hoe pas je de woordraadstrategie 'tegenstelling vinden' toe om de betekenis van een moeilijk woord in de tekst te vinden?
Slide 23 - Open vraag
Hoe pas je de woordraadstrategie 'een bekend woorddeel' toe om de betekenis van een moeilijk woord in de tekst te vinden?
Slide 24 - Open vraag
Hoe pas je de woordraadstrategie 'illustratie bekijken' toe om de betekenis van een moeilijk woord in de tekst te vinden?
Slide 25 - Open vraag
Ik ben voldoende voorbereid op de leestoets
Slide 26 - Poll
Ik ga voor bepaalde onderdelen nog leren
Slide 27 - Poll
Van het volgende onderdeel weet ik nog onvoldoende:
