1.1 Delers, veelvouden, optellen en aftrekken

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 2

Welkom bij wiskunde! 

De les begint bijna...

• Wiskundespullen op tafel.
• Ipad:

- bluetooth aan

- geluid uit

- inloggen bij LessonUp 

Programma van deze les

• Voorstellen
• Lesdoelen
• Uitleg paragraaf 1.1
• Aan het werk
• Uitleg paragraaf 1.2
• Aan het werk
• Lesafsluiting 

Voorstellen

Wie ben ik?

Wie zijn jullie?

Nakijken

- Vandaag uitleg over nakijken

- Volgende lessen mag je zelfstandig nakijken. 

Ga naar het uitwerkingenboek van wiskunde:

- Magister

- Leermiddelen

- Uitwerkingen 

Nakijken:

- Let op het antwoord, maar ook op de berekening.

- Leer van je fouten.

- Vraag om uitleg of extra controle. 

- Markeer belangrijke (lastige) opdrachten.

Terugblik leerjaar 1.

Welk getal is even?

1. 10,5
2. 3
3. 7
4. 8

Terugblik leerjaar 1.
Noem een oneven getal.

Terugblik leerjaar 1.

Reken uit:
-5 + 6 = ..

1. -11
2. 1
3. -1
4. 11

Terugblik leerjaar 1.

Reken uit:
-5 - - 6 = ..

1. -11
2. 1
3. -1
4. 11

Doelen van de les

- De leerling weet wat een geheel getal is. 

- De leerling kan benoemen wat delers en veelvouden zijn. 

- De leerling kan even en oneven getallen aanwijzen, en uitleggen waarom ze even of oneven zijn.

- De leerlingen kan optellen en aftrekken (ook met negatieve getallen)

Paragraaf 1.1

Een geheel getal is een getal zonder dat er een komma in zit.

Je kunt gehele getallen delen, maar niet bij elk getal is die uitkomst een geheel getal. Als je een getal deelt en er komt een geheel getal uit, dan noem je dat getal een deler.

VB: 27:3 = 9 Hier deel je 27 door 3 en daar komt het hele getal 9 uit. 3 is hier de deler. 

Paragraaf 1.1

Een getal wat deelbaar is door een bepaald getal, noem je de veelvoud van dat getal.

VB: Veelvouden van 5 zijn 10, 15, 25, 200 

Even getallen zijn getallen die deelbaar zijn door 2

Oneven getallen zijn getallen die niet deelbaar zijn door 2 

Weet je het al?
Welk getal is geen deler van 15?

1. 1
2. 3
3. 5
4. 10

Oefening:
Welk getal is een veelvoud van 4?

1. 17
2. 12
3. 10
4. 3

Paragraaf 1.1 

Bij het optellen en aftrekken kijken we vaak naar een heks die aan het koken is.

De heks kan:

- warme of koude

blokjes gebruiken

- Blokjes erin doen of

eruit halen

Paragraaf 1.1 

Oefenen met de heks:

5 + -6 =

-18 + 23=

-4 --8=

-7+-15

-9-8=

sommen met min-getallen.
4 + - 7 = ...

1. 11
2. -11
3. -3
4. 3

sommen met min-getallen.
- 4 - - 7 = ...

1. 11
2. -11
3. -3
4. 3

sommen met min-getallen.
- 4 - 7 = ...

1. 11
2. -11
3. -3
4. 3

delers en veelvouden.
Wat is een veelvoud van 3?

1. 17
2. 12
3. 10
4. 8

delers en veelvouden.
Wat is een deler van 50?

1. 17
2. 12
3. 10
4. 3

Extra uitleg of zelfstandig aan het werk? 

• Maken: 1.1 (doorlopende route; Zie bovenaan blz 10) 

Let op!

Sluit de les niet af!

Had je de vragen in LessonUp goed? Begrijp je de uitleg? Dan mag je stil en zelfstandig aan het werk. 

Aan het werk

• Maken:  1.1 (doorlopende route) 

Klaar?

- Nakijken 1.1 

Kiezen:

- Maken voorkennis (bijvoorbeeld de vragen die je moeilijk vindt)

- Maken samenvatting van 1.1

- Maken Uitdagende opdrachten

met Zs tijd

Let op!

Leg je Ipad weg als je het niet nodig hebt!

Uitleg Zs

Tijdens Zelfstandig Stil:

Je werkt zelfstandig en stil. Heb je een vraag:

1. Lees nogmaals de opdracht.

2. Lees de uitleg (schrift of lesboek).

3. Gebruik het antwoordenboek.

4. Probeer de volgende opdracht.

5. Stel je vraag na Zs aan buurman/vrouw of mevrouw Lusseveld tijdens vragenronde. 

Doelen van de les

- De leerling kan rekenen met de heks die 'een aantal keren' blokjes toevoegt of eruit haalt

- De leerling kent de regels voor het vermenigvuldigen en delen.

- De leerling kan vermenigvuldigen en delen met positieve en negatieve getallen. 

Lesafsluiting

Wat vond je van deze les? 

Paragraaf 1.2

Bij delen en vermenigvuldigen ga je kijken hoe vaak er warme of koude blokjes worden toegevoegd en wat dat doet met de temperatuur. 

Vermenigvuldigen

Delen

Optellen

Aftrekken

Gedeeld door

Plus

Min

Keer

Som, verschil, product en quotiënt.

Sleep de woorden en de tekens naar het juiste vak.

Som

product

verschil

quotiënt

+

-

x

:

plus

min

keer

delen

Negatieve getallen vermenigvuldigen

−3⋅−6

1. -18
2. 18
4. -

Negatieve getallen vermenigvuldigen

−7⋅−8

1. -56
2. 49
3. 56
4. 58

Als ik twee negatieve getallen
met elkaar vermenigvuldig.

Krijg ik dan een negatief of een positief getal?

1. Negatief
2. Positief

Ik kan positieve en negatieve getallen vermenigvuldigen en delen.

1. Ja
2. Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
3. Nee, ik heb nog wat hulp nodig.
4. Nee, ik snap er eigenlijk nog niets van.

Extra uitleg of zelfstandig aan het werk? 

• Maken: 1.2 (doorlopende route; Zie bovenaan blz 14) 

Let op!

Sluit de les niet af!

Had je de vragen in LessonUp goed? Begrijp je de uitleg? Dan mag je stil en zelfstandig aan het werk. 

Aan het werk

• Maken:  1.2 (doorlopende route) 

Klaar?

- Nakijken 1.2 

Kiezen:

- Maken voorkennis (bijvoorbeeld de vragen die je moeilijk vindt)

- Maken samenvatting van 1.2

- Maken Uitdagende opdrachten

met Zs tijd

Let op!

Leg je Ipad weg als je het niet nodig hebt!

Uitleg Zs

Tijdens Zelfstandig Stil:

Je werkt zelfstandig en stil. Heb je een vraag:

1. Lees nogmaals de opdracht.

2. Lees de uitleg (schrift of lesboek).

3. Gebruik het antwoordenboek.

4. Probeer de volgende opdracht.

5. Stel je vraag na Zs aan buurman/vrouw of mevrouw Lusseveld tijdens vragenronde. 

Einde les.

Bedankt en tot de volgende keer!