NLT

Kompas
Julietta, Lauren en Julia
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuur, Leven en TechnologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Kompas
Julietta, Lauren en Julia

Slide 1 - Tekstslide


Noord en Zuid
Men zegt altijd dat een kompas naar het Noorden wijst. Dat blijkt toch niet helemaal waar te zijn. Dat komt doordat de magnetische as van de aarde niet helemaal samenvalt met de rotatieas van de aarde.​ Het is ook niet zo dat de 'magnetische polen van de aarde precies andersom liggen. Dit betekent dat de magnetische Zuidpool in de buurt van de geografische Noordpool ligt en de magnetische Noordpool in de buurt van de geografische Zuidpool. 

Slide 2 - Tekstslide

Vraag 1: 
Hoe noem je de afwijking van het kompasnoorden ten opzichte van het geografische noorden?



Vraag 2: 
Hoe groot is de declinatie in Nederland? 
a. Ongeveer 348˚
b. Ongeveer 7˚
c. Ongeveer 12˚
d. Ongeveer 5˚

Slide 3 - Tekstslide

Antwoord 1: 
de declinatie


Antwoord 2: 
b. Ongeveer 7˚

Slide 4 - Tekstslide

Een andere reden waarom een kompas nooit precies naar het noorden wijst is duidelijk merkbaar als je bijvoorbeeld met een kompas naast een verwarming gaat staan. Als je het kompas er nu iets vandaan beweegt, heeft dit al effect op de kompasnaald. Door de ijzererts in de bodem kan een kompas ook een beetje afwijken. 


Mensen die veel beroepsmatig met een kompas moeten werken, willen nauwkeurig de afwijking van het kompasnoorden weten ten opzichte van het geografische noorden. Deze afwijking heeft de declinatie en wordt genoteerd in graden. De declinatie is in Nederland ongeveer 7°.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Vraag 3: 
Wat wordt bedoeld met de magnetische inclinatie?
a. De magnetische veldlijnen rondom de aarde.
b. De kompasnaald die draait. 
c. De hoek tussen het aardoppervlak en de magnetische veldlijnen.

Vraag 4: 
Hoe wordt hiermee rekening gehouden bij het maken van een kompas?

Slide 7 - Tekstslide

Antwoord 3: 
c. De hoek tussen het aardoppervlak en de magnetische veldlijnen.




Antwoord 4: 
De tegenoverliggende kant wordt iets verzwaard.

Slide 8 - Tekstslide


De magnetische veldlijnen rondom de aarde lopen niet overal evenwijdig met het aardoppervlak. Op de evenaar lopen de veldlijnen wel ongeveer evenwijdig aan het aardoppervlak, maar op de polen staan de veldlijnen bijna loodrecht op het aardoppervlak. Een kompasnaald, die de richting aanneemt van de veldlijnen zal dus in het gebied rond de polen met de naald naar beneden willen duiken. De hoek tussen het aardoppervlak en de magnetische veldlijnen wordt de magnetische inclinatie genoemd.


Om de magnetische inclinatie te compenseren bij een kompas wordt de tegenoverliggende kant (dus bij een kompas voor het noordelijk halfrond zou dat de zuidpool zijn) iets verzwaard. Hierdoor is een kompas wat gebruikt kan worden op het noordelijk halfrond minder geschikt om gebruikt te worden op het zuidelijk halfrond.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Leg de richtingspijl van het kompas langs de lijn op de kaart van het punt waarvan je wilt vertrekken naar het punt waar je naar toe wilt. Draai de kompasring totdat de noordpijl op de ring wijst naar het noorden op de kaart (vaak is de bovenkant van de kaart het noorden).​
Neem het kompas van de kaart. Draai nu zelf rond tot de magnetische naald gelijk ligt aan de noordpijl op de ring op het kompas. De richting die je uit moet, wordt aangegeven door de richtingspijl. Ga “achter” het kompas staan, hou het kompas ter hoogte van je lichaam, zo’n 50 cm ervoor. En je kan gaan lopen!

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video