Le pronom personnel sujet /COD/COI

Découvertes- grammaire 
Les pronoms personnels sujets, COD/COI
NQL4 p. 83-98
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransSecundair onderwijs

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Découvertes- grammaire 
Les pronoms personnels sujets, COD/COI
NQL4 p. 83-98

Slide 1 - Tekstslide

Les pronoms personnels
Sujet

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een sujet?
A
een onderwerp
B
een meewerkend voorwerp
C
een werkwoord
D
een lijdend voorwerp

Slide 3 - Quizvraag

Les chambres sont spacieuses. Les chambres kan je vervangen door welk pronom personnel?
A
Elle
B
Ils
C
Il
D
Elles

Slide 4 - Quizvraag

Le spa et le massage sont au top. Le spa et le massage kan je door welk pronom personnel vervangen?
A
Vous
B
Elles
C
Ils
D
Nous

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Exercices
Faites maintenant les exercices dans votre cahier d'activités:
- ex. n° 3-5 p. 85-86 

Slide 7 - Tekstslide

Les pronoms personnels 
COD/COI

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Comment trouves-tu la chanson?

Slide 10 - Woordweb

Le pronom personnel COD
'Et même après je t'aimerai.'

  • t'= pronom personnel COD (lijdend voorwerp)
  • Sujet + verbe + QUI/QUOI?
  • J'aimerai qui/quoi? Je t'aimerai. 

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een COD?
A
een onderwerp
B
een lijdend voorwerp
C
een werkwoord
D
een meewerkend voorwerp

Slide 12 - Quizvraag

Cherche le pronom personnel COD dans les phrases suivantes.

Slide 13 - Tekstslide

Elle nous regarde.

Slide 14 - Open vraag

Tu les appelles?

Slide 15 - Open vraag

Il me voit.

Slide 16 - Open vraag

Le pronom personnel COI
'Je te donne mon corps et ma voix.'

  • te= pronom personnel COI (meewerkend voorwerp)
  • Sujet + verbe +  à QUI/ pour QUI?
  • Je donne mon corps et ma voix à qui/pour qui? Je te donne mon corps et ma voix. 

Slide 17 - Tekstslide

Wat is een COI
A
een werkwoord
B
een meewerkend voorwerp
C
een lijdend voorwerp
D
een onderwerp

Slide 18 - Quizvraag

Cherche le pronom personnel COI dans les phrases suivantes.

Slide 19 - Tekstslide

Je vous offre un cadeau.

Slide 20 - Open vraag

Elle lui envoie un texto.

Slide 21 - Open vraag

Tu leur écris un texto.

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Waar staat het pronom personnel COD/COI meestal?
A
voor het vervoegde werkwoord tenzij er een infinitief is
B
achter het vervoegde werkwoord
C
voor het vervoegde werkwoord
D
achter het vervoegde werkwoord tenzij er een infinitief is

Slide 25 - Quizvraag

Is het aimer quelqu'un of aimer à quelqu'un?

Slide 26 - Open vraag

Is het parler quelqu'un of parler à quelqu'un?

Slide 27 - Open vraag

Devinette: on le considère comme le meilleur ami de l'homme.

Slide 28 - Open vraag

Devinette: on la change deux fois par an.

Slide 29 - Open vraag

Exercices
Faites maintenant les exercices dans votre cahier d'activités:
- ex. n° 4-7 p. 89-91 

Slide 30 - Tekstslide

Est-ce que tu as compris la leçon?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll