quiz

Quiz
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Quiz

Slide 1 - Tekstslide

Waaruit bestaan organen?
A
cellen
B
bouwstenen

Slide 2 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van.......?
A
torso's
B
organen
C
orgaanstelsel

Slide 3 - Quizvraag

Waar bevinden zich de meeste organen?
A
Borstholte
B
Middenrif
C
Buikholte

Slide 4 - Quizvraag

Wat is waar?
A
Organen bestaan uit cellen
B
Cellen zijn groot
C
Cellen zijn organen
D
De longen zijn cellen

Slide 5 - Quizvraag

Enkele organen zijn:
maag - slokdarm - lever

Tot welk organenstelsel behoren deze organen?
A
ademhalingsstelsel
B
spierstelsel
C
zenuwstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 6 - Quizvraag

Zijn bloemen organen van planten?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag


Welke stelsels zie je?
A
bloedvatenstelsel zenuwstelsel
B
bottenstelsel zenuwstelsel
C
verteringsstelsel spierstelsel
D
je ziet alleen organen

Slide 8 - Quizvraag

Welke organen behoren
bij hetzelfde orgaanstelsel ?
A
hart
B
luchtpijp
C
oog
D
bloedvat

Slide 9 - Quizvraag

Welke organen liggen in de buikholte?
A
Lever en hart
B
Maag en longen
C
Dikke darm en slokdarm
D
Maag en lever

Slide 10 - Quizvraag

Welke organen zitten in de borstholte?
A
Slokdarm en maag
B
Hart en longen
C
Longen en lever
D
Luchtpijp en lever

Slide 11 - Quizvraag

Enkele organen zijn:
luchtpijp-slokdarm-maag-aorta
Welke organen zitten zowel in de borstholte als in de buikholte?
A
slokdarm en maag
B
slokdarm, luchtpijp en aorta
C
luchtpijp en aorta
D
slokdarm en aorta

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het "cytoplasma"?
A
Het regelcentrum van de cel
B
De vloeistof waarin alle onderdelen van een cel zitten
C
Gel
D
De vloeistof die in organen zit

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een weefsel
A
Cellen in verschillende organen met een vorm en functie
B
de cellen in een orgaan
C
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie

Slide 14 - Quizvraag


Cellen
A
zijn in werkelijkheid platte 'dingen'
B
lijken een beetje op een zakje met wat vocht.
C
zijn groter dan organen
D
zijn helemaal lege 'dingen'

Slide 15 - Quizvraag

Mensen bestaan uit .........
A
dierlijke cellen
B
plantaardige cellen
C
menselijke cellen

Slide 16 - Quizvraag

Bladgroenkorrels zitten alleen in .....
A
dierlijke cellen
B
plantaardige cellen

Slide 17 - Quizvraag

Hebben plantaardige cellen celplasma?

A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Dit is een microscopische afbeelding van...
A
Plantaardige cellen
B
Dierlijke cellen
C
Bacteriën
D
Schimmelcellen

Slide 19 - Quizvraag

Dit is een microscopische afbeelding van...
A
Plantaardige cellen
B
Dierlijke cellen
C
Bacteriën
D
Schimmelcellen

Slide 20 - Quizvraag

Dierlijke cellen hebben een...
A
Celwand
B
Celmembraan
C
Vacuole
D
Bladgroenkorrels

Slide 21 - Quizvraag

In het bladmoes zitten de cellen met veel bladgroenkorrels.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Een weefsel is een groep cellen met dezelfde vorm en ...................?
A
grote
B
functie
C
dikte

Slide 23 - Quizvraag

Welke cel heeft een vacuole?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel
C
Plantaardige en dierlijke cellen
D
Geen van beiden

Slide 24 - Quizvraag


Alle cellen in je lichaam hebben dezelfde vorm
A
ja
B
nee
C
dat verschilt per persoon
D
bij een mens wel, bij een dier niet

Slide 25 - Quizvraag

Welke cel heeft een
celmembraan?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel
C
Plantaardige en dierlijke cellen
D
Geen van beiden

Slide 26 - Quizvraag

Een donor is iemand die
A
Bloed geeft
B
Een orgaan afstaat
C
Een verklaring geeft dat hij / zij na de dood organen afstaat
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 27 - Quizvraag

Delen van een organisme zijn van klein naar groot:
A
cel /orgaan /weefsel/ orgaanstelsel
B
weefsel / cel /orgaan /orgaanstelsel
C
cel / weefsel / orgaan / orgaanstelsel
D
orgaanstelsel / orgaan/ weefsel/ cel

Slide 28 - Quizvraag

Waar in de cel bevindt zich de celmembraan?
A
om het celplasma heen
B
om de celkern heen
C
in het celplasma
D
om het weefsel heen

Slide 29 - Quizvraag

Waar in de plantaardige cel bevinden zich bladgroenkorrels?
A
In de vacuole
B
In het bladmoes
C
In de celkern
D
In het celplasma

Slide 30 - Quizvraag

Wat zorgt bij planten
voor stevigheid?
A
De celwand
B
De celkern
C
De celwand en de vacuole samen
D
De celmembraan

Slide 31 - Quizvraag