Introductieles Wft Schade Particulier en 1.1

Wft Schade Particulier 
Materialen => Omgeving Lindenhaeghe. Zelf bestellen.  


1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Wft Schade Particulier 
Materialen => Omgeving Lindenhaeghe. Zelf bestellen.  


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je weet de onderverdeling van verschillende verzekeringen. 
1. Sociale zekerheid 
2. Particuliere verzekeringen. 
(Schadeverzekeringen en Sommenverzekeringen)

Eerst stukje herhaling. Risico inventarisatie. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
2:30
Man en vrouw kopen een huis per 1 oktober. Jij bent adviseur. Welke vragen stel jij of welke gegevens verzamel jij om de risico's te inventariseren?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Kopen huis ; baan kwijt WW etc. Linkje leggen naar sociale zekerheid. 
Risicomanagement
=> inventariseren van risico's 
=> maatregelen selecteren om risico's te beperken

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je risico's verminderen?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

OBE maatregelen
O = Organisatorisch
B = Bouwkundig
E = Elektronisch

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op beide plaatjes zie je schades waartegen je je kunt verzekeren.
Welke schade komt het vaakst voor?
En tegen welke schade is een verzekering het meest noodzakelijk?
A
De grootste kans op schade: Plaatje 1 De meest noodzakelijke verzekering: Plaatje 1
B
De grootste kans op schade: Plaatje 1 De meest noodzakelijke verzekering: Plaatje 2
C
De grootste kans op schade: Plaatje 2 De meest noodzakelijke verzekering: Plaatje 1
D
De grootste kans op schade: Plaatje 2 De meest noodzakelijke verzekering: Plaatje 2

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Steeds meer verzekerden kiezen ervoor om maar een deel van de mogelijke schade te verzekeren. Zij nemen zelf ook een deel van het risico.

Welke gevolgen heeft het nemen van een eigen risico voor de premie en de schade-uitkering van een verzekering?
A
De premie: gaat omhoog De schade-uitkering: gaat omhoog
B
De premie: gaat omhoog De schade-uitkering: gaat omlaag
C
De premie: gaat omlaag De schade-uitkering: gaat omhoog
D
De premie: gaat omlaag De schade-uitkering: gaat omlaag

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelsel van verzekeringen
- Sociale zekerheid
- Schadeverzekeringen
- Sommenverzekeringen
- Verplichte verzekeringen 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale zekerheid in Nederland

Slide 13 - Tekstslide

  • WIA staat voor Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen
  • Wet Werk en Bijstand
Sociale verzekeringen
Volksverzekeringen zijn er voor iedereen en worden betaald door inkomensafhankelijke premies van werknemers en belastingen. 
Voorbeelden: Wlz, AOW.

Werknemersverzekeringen zijn er voor werknemers en worden betaald door een inkomensafhankelijke premie voor werknemers.
Voorbeelden  WIA, WAO, WW.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee soorten verzekeringen
Schadeverzekeringen & sommenverzekeringen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schadeverzekering: 
In geval van schade wordt iemand schadeloos gesteld.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indemniteitsbeginsel
Je mag financieel niet beter worden van een uitkering

  • Geldt voor schadeverzekeringen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Schadeverzekering
Opstalverzekering
Inboedelverzekering 
Aansprakelijkheidsverzekering particulieren 
(AVP)
Aansprakelijkheids- verzekering bedrijven 
(AVB)



Glasverzekering
Motorrijtuigenverzekering (WA, WA+, All Risk)
Rechtsbijstandverzekering
Zorgverzekering


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sommenverzekering

Bij sommenverzekering wordt van tevoren vastgelegd welk bedrag wordt uitgekeerd bij een bepaald voorval. 
Er wordt dus niet gekeken hoe hoog de schade is. 

Ongevallenverzekering
Levensverzekering
Arbeidsongeschiktheidsverzekering (inkomensverzekering) 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de onderstaande verzekeringen is een schadeverzekering?
A
Ongevallenverzekering
B
Inboedelverzekering
C
levensverzekering
D
arbeidsongeschiktheidsverzekering

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsverzekering
Verzekeren van risico's van leven, de dood of gezondheid van de mens

Kan een sommen- en een schadeverzekering zijn

Voorbeelden:
ongevallenverzekering (meestal sommenverzekering)
levensverzekering (altijd een sommenverzekering)
zorgverzekering (altijd een schadeverzekering) => wordt nog nader uitgelegd
arbeidsongeschiktheidsverzekering (sommen- of schadeverzekering)

Slide 22 - Tekstslide

Hier vallen onder de
Basiszorgverzekering
Natura-uitvaartverzekering
Levensverzekering
Lijfrenteverzekering

Onopzegbare polissen
Onopzegbaar geldt hier voor de verzekeraar. De wet bepaalt dat de verzekeraar een persoonsverzekering niet kan
opzeggen als bijvoorbeeld sprake is van een slecht schadeverloop. Dat wil zeggen dat een verzekeraar een polis niet mag opzeggen, omdat het risico slechter is geworden. 

Vraag:
Wanneer mag een verzekeraar wel opzeggen? 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke schadeverzekeringen zijn verplicht? Het zijn er 3!

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten schades: 
1. Materiële schade is fysieke schade aan eigendommen. 
2. Niet-materiële schade is emotionele schade, zoals pijn of verdriet.

Slide 25 - Tekstslide

Vraag de leerlingen om voorbeelden van elk type schade te geven.
Materiële schade

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Materiele schade: 

Schade => financieel nadeel 
  • Zaakschade 
  • Personenschade 
  • Zuivere vermogensschade 


Slide 27 - Tekstslide

De schade moet door de eisende partij worden aangetoond. Met schade wordt bedoeld het nadeel dat uit de onrechtmatige daad voortvloeit.
Immateriele schade
- Smartengeld (vergoeding pijn slachtoffer) 
- Shockschade
- Affectieschade 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onder welke schade valt shockschade?
A
Zaakschade
B
Personenschade
C
Immateriele schade

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wet affectieschade
Sinds 1 januari 2019
Nabestaanden en naasten kunnen ook smartengeld claimen
Affectie = genegenheid 
= immateriële schade door verdriet omdat iemand is overleden of ernstig gewond als gevolg van een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies