MAANDAG 3E LES - H1A- Bijv. naamwoorden en zinnen begrenzen - 11-03-24

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Nederlands 

Bijvoeglijke naamwoorden 

§4, p. 210

Herhaling: 

Zinnen begrenzen §1, p. 230

Verbanden tussen zinnen §2, p. 232

11-03-2024

H1A

Agenda

• 13:30 - 13:45:  landen & 10 minuten lezen
  
• 13:45 - 13:55:  planning komende tijd
  
• 13:55 - 14:00: HW controle & bespreken
  
• 14:00:              lesdoelen
  
• 14:00 - 14:10:  instructie §4: bijvoeglijke naamwoorden
  
• 14:10 - 14:20:  zelfstandig werken
  
• 14:20 - 14:30: herhaling §1 & §2
• 14:30 - 14:45: oefenen §1 & §2
• 14:50:               einde les 

Eerst... 

lekker 10 minuten lezen! 

Agenda

• 13:30 - 13:45:    landen & 10 minuten lezen
• 13:45 - 13:55:    planning komende tijd
• 13:55 - 14:00:    HW controle & bespreken
• 14:00:                 lesdoelen
• 14:00 - 14:10:     instructie §4: bijvoeglijke naamwoorden
• 14:10 - 14:20:     zelfstandig werken
• 14:20 - 14:30:    herhaling §1 & §2
• 14:30 - 14:45:    oefenen §1 & §2
• 14:50:                 einde les 

Agenda

Belangrijke data:

• 15 maart: mini-SO §1 & §2 (6 vragen: onderdeel van SO formuleren)   
• 22 maart: mini- SO §3 (3 vragen: onderdeel van SO formuleren)   
• 5 april: mini- SO §4 (1 vraag: onderdeel van SO formuleren)   
• 12 april: SO grammatica woordsoorten §2,4,6,8,10,12

                      mini-SO §5 (5 vragen: onderdeel van SO formuleren)   

• 19 april: mini- SO §6 (3 vragen: onderdeel van SO formuleren)   
• 27 mei: leesboek 3 uit --> opdracht 

Agenda

• 13:30 - 13:45: landen & 10 minuten lezen
  
• 13:45 - 13:55: planning komende tijd
  
• 13:55 - 14:00: HW controle & bespreken
  
• 14:00:              lesdoelen
  
• 14:00 - 14:10: instructie §4: bijvoeglijke naamwoorden
  
• 14:10 - 14:20: zelfstandig werken
  
• 14:20 - 14:30: herhaling §1 & §2
  
• 14:30 - 14:45: oefenen §1 & §2
  
• 14:50:              einde les 

HW controle 

• Lezen: de theorie van p. 210 en bekijk de video uitleg hierbij.
  
• Maken: opdracht 1,2 op pagina 210.

DOE JE SCHRIFT OPEN EN LAAT MAAR ZIEN WAT JE VERDIENT:

EEN STICKER 

OF

EXTRA WERK... 

HW nakijken

Agenda

• 13:30 - 13:45: landen & 10 minuten lezen
  
• 13:45 - 13:55: planning komende tijd
  
• 13:55 - 14:00: HW controle & bespreken
  
• 14:00:              lesdoelen
  
• 14:00 - 14:10: instructie §4: bijvoeglijke naamwoorden
  
• 14:10 - 14:20: zelfstandig werken
  
• 14:20 - 14:30: herhaling §1 & §2
  
• 14:30 - 14:45: oefenen §1 & §2
  
• 14:50:              einde les 

Lesdoelen

Ik weet wat een bijvoeglijk naamwoord is

Ik weet wat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is

Ik kan (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden in de zin herkennen

Agenda

• 13:30 - 13:45: landen & 10 minuten lezen
  
• 13:45 - 13:55: planning komende tijd
  
• 13:55 - 14:00: HW controle & bespreken
  
• 14:00:              lesdoelen
  
• 14:00 - 14:10: instructie §4: bijvoeglijke naamwoorden
  
• 14:10 - 14:20: zelfstandig werken
  
• 14:20 - 14:30: herhaling §1 & §2
  
• 14:30 - 14:45: oefenen §1 & §2
  
• 14:50:              einde les 

Bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

• Het spannende boek
• Het kussende paar
• De schitterende ketting 
• Het kartonnen bakje

Bijvoeglijk naamwoord

Staat soms ook achter het zelfstandig naamwoord

• de schitterende film
• de film is schitterend

• Dagobert Duck is heel beroemd

Stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden

Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het materiaal waarvan het gemaakt is.

Deze bijvoeglijke naamwoorden eindigen meestal op -en:

• de zilveren ring
• de gouden medaille
• het stenen muurtje

Let op! Als het een nieuwe stof is of uit een andere taal komt dan krijgt het geen -en: het nylon tasje, het fleece vest, de plastic stoel

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

De normaalste zaak van de wereld

1. de
2. normaalste
3. zaak
4. wereld

De bijvoeglijke naamwoorden:

De spectaculaire wedstrijd zorgde voor grote vreugde bij de enthousiaste fans

1. spectaculaire, enthousiaste
2. spectaculaire, grote
3. spectaculaire, enthousiaste, grote
4. spectaculaire, grote, fans

Bijvoeglijke naamwoorden:

Mijn lieve moeder had gouden oorbellen in haar nylon tas gestopt

De regel is: zo kort mogelijk. Waarom schrijven we 'opgezette' en niet 'opgezete'?

Agenda

• 13:30 - 13:45: landen & 10 minuten lezen
  
• 13:45 - 13:55: planning komende tijd
  
• 13:55 - 14:00: HW controle & bespreken
  
• 14:00:              lesdoelen
  
• 14:00 - 14:10: instructie §4: bijvoeglijke naamwoorden
  
• 14:10 - 14:20: zelfstandig werken
  
• 14:20 - 14:30: herhaling §1 & §2
  
• 14:30 - 14:45: oefenen §1 & §2
  
• 14:50:              einde les 

Zelfstandig werken

• Maak oefeningen 3, 4 & 5 op pagina 211
• Doe dit zelfstandig
• Je krijgt hier 10 minuten de tijd voor 

Agenda

• 13:30 - 13:45: landen & 10 minuten lezen
  
• 13:45 - 13:55: planning komende tijd
  
• 13:55 - 14:00: HW controle & bespreken
  
• 14:00:              lesdoelen
  
• 14:00 - 14:10: instructie §4: bijvoeglijke naamwoorden
  
• 14:10 - 14:20: zelfstandig werken
  
• 14:20 - 14:30: herhaling §1 & §2
  
• 14:30 - 14:45: oefenen §1 & §2
  
• 14:50:              einde les 

 Herhaling §1 

§1: zinnen begrenzen, p. 230

Geef van de beweringen a en b aan of ze juist of onjuist zijn.

a) Tussen twee persoonsvormen plaats je een komma.
b) Een voegwoord staat altijd in het midden van een zin.

1. Zin a is juist, zin b is onjuist
2. Zin a is onjuist, zin b is juist
3. Zin a en b zijn allebei juist
4. Zin a en b zijn allebei onjuist

Kies het juiste voegwoord.

Sinds kort sta ik op zaterdag heel vroeg op, […] ik die dag op tijd van huis moet.

1. maar
2. nadat
3. omdat
4. want

Kies het juiste voegwoord.

[…] ik heb ontbeten, brengt mijn vader mij naar de manege.

1. want
2. omdat
3. nadat
4. maar

Kies het juiste voegwoord.

Elke keer ben ik dan in een supergoed humeur, […] na een lange week kan ik eindelijk weer paardrijden.

1. want
2. maar
3. omdat
4. nadat

Kies het juiste voegwoord.

Het liefst zou ik elke dag rijden, […] daarvoor is de manage te ver weg.

1. nadat
2. omdat
3. want
4. maar

Herhaling §2

§2: verbanden tussen 

zinnen, p. 232

Signaalwoord 

       tijd

Signaalwoord  

conclusie

Signaalwoord
tegenstelling

Intussen

Maar

Dus

Daarna

Tijdens 

Echter

Daarom 

Vandaar

Wat vind je nog lastig aan het bijvoeglijk naamwoord?

Wat vind je nog lastig aan het voegwoord en/of signaalwoord?

Signaalwoorden 

van voorbeeld

Signaalwoorden 

van voorwaarde

Signaalwoorden van opsomming

Signaalwoorden van samenvatting

Signaalwoorden van oorzaak&gevolg

Signaalwoorden van tegenstelling

Signaalwoorden van tijd

Signaalwoorden van conclusie

dus

vervolgens

echter

omdat

kortom

ten tweede

mits

bijvoorbeeld

als

zoals

al met al

vervolgens

hierdoor

want

maar

daarentegen

ook