Oud Hollandse Spelletjes en Rebus Maken

Oud Hollandse Spelletjes en Rebus Maken
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oud Hollandse Spelletjes en Rebus Maken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je: een rebus maken, een slecht weer programma opzetten, oud Hollandse spelletjes voorbereiden en uitleggen wat gezelschapspellen zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Vertel de leerlingen wat ze aan het eind van de les zullen kunnen doen.
Wat weet je al over oud Hollandse spelletjes en rebussen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een rebus?
Een rebus is een spel waarbij je woorden of zinnen moet raden aan de hand van afbeeldingen en letters. Het is een soort puzzel.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat een rebus is en geef een voorbeeld.
Hoe maak je een rebus?
Maak een lijst met woorden of zinnen die je wilt gebruiken en bedenk bij elke woord een afbeelding die erbij past.

Slide 5 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van hoe je een rebus maakt en laat de leerlingen zelf een rebus maken.
Slecht weer programma
Een slecht weer programma is een programma dat je bedenkt voor als het buiten slecht weer is. Het zijn activiteiten die je binnen kunt doen.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat een slecht weer programma is en geef voorbeelden van activiteiten die je binnen kunt doen.
Oud Hollandse spelletjes
Oud Hollandse spelletjes zijn traditionele Nederlandse spellen zoals koekhappen, zaklopen en sjoelen.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat oud Hollandse spelletjes zijn en geef voorbeelden.
Voorbereiden van spelletjes
Bedenk welke spelletjes je wilt spelen en zorg dat je alle benodigdheden hebt. Maak eventueel een planning voor de volgorde van de spelletjes.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit hoe je spelletjes voorbereidt en laat de leerlingen zelf een planning maken.
Gezelschapspellen
Gezelschapspellen zijn spellen die je samen speelt, zoals monopoly, scrabble en mens erger je niet.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit wat gezelschapspellen zijn en geef voorbeelden.
Waarom zijn spelletjes leuk?
Spelletjes zijn leuk omdat ze zorgen voor ontspanning, plezier en verbinding met anderen.

Slide 10 - Tekstslide

Bespreek met de leerlingen waarom spelletjes leuk zijn en laat ze hun eigen ervaringen delen.
Hoe kies je een spel?
Kies een spel dat past bij het aantal spelers, de leeftijd en interesses van de spelers. Lees de spelregels goed door voordat je begint.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit hoe je een spel kiest en laat de leerlingen zelf een spel kiezen.
Koekhappen
Bij koekhappen hangt er een koek aan een touwtje en moet je proberen de koek te happen zonder je handen te gebruiken.

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit hoe koekhappen werkt en laat de leerlingen het spel spelen.
Zaklopen
Bij zaklopen spring je van start naar finish in een zak. Wie als eerste bij de finish is, heeft gewonnen.

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit hoe zaklopen werkt en laat de leerlingen het spel spelen.
Sjoelen
Bij sjoelen probeer je met schijven zoveel mogelijk punten te halen door ze in vakjes te schuiven.

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit hoe sjoelen werkt en laat de leerlingen het spel spelen.
Scrabble
Bij scrabble leg je woorden neer op een bord met letters en probeer je zoveel mogelijk punten te halen.

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit hoe scrabble werkt en laat de leerlingen het spel spelen.
Mens erger je niet
Bij mens erger je niet moet je proberen als eerste je pionnen in het thuisvak te krijgen, maar je kunt ook andere spelers terugsturen naar het beginvak.

Slide 16 - Tekstslide

Leg uit hoe mens erger je niet werkt en laat de leerlingen het spel spelen.
Planning maken
Maak een planning voor de volgorde van de spelletjes en verdeel de taken onder de spelers.

Slide 17 - Tekstslide

Laat de leerlingen zelf een planning maken en verdeel de taken onderling.
Voorbereiden van een rebus
Kies een woord of zin en bedenk bij elke letter een afbeelding die erbij past. Maak er een puzzel van.

Slide 18 - Tekstslide

Laat de leerlingen zelf een rebus maken en elkaar laten raden.
Voorbereiden van een slecht weer programma
Bedenk activiteiten die je binnen kunt doen en stel een programma samen. Zorg dat je alle benodigdheden hebt.

Slide 19 - Tekstslide

Laat de leerlingen zelf een slecht weer programma maken en elkaar presenteren.
Spelregels
Lees de spelregels goed door voordat je begint en zorg dat iedereen ze begrijpt.

Slide 20 - Tekstslide

Leg uit hoe belangrijk het is om de spelregels goed te begrijpen en laat de leerlingen zelf de spelregels uitleggen.
Afsluiting
Nu weet je hoe je een rebus maakt, een slecht weer programma opzet, oud Hollandse spelletjes voorbereidt en wat gezelschapspellen zijn. Veel speelplezier!

Slide 21 - Tekstslide

Vat de les kort samen en wens de leerlingen veel speelplezier toe.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.