I&D 3 Ontwerp proces

INTERIEURONTWERP & -DESIGN
INTERIEURONTWERP & -DESIGN
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BouwtechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

INTERIEURONTWERP & -DESIGN
INTERIEURONTWERP & -DESIGN

Slide 1 - Tekstslide

THEORIE TOETS
  • De Menselijke maat
  • Ontwerp bouwstenen
  • Interieur stijlen
     
  • Kleur
  • Materialen 
  • Verlichting
     
  • Ontwerp proces (Schetsontwerp, Voorlopig ontwerp, Definitief ontwerp)

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een menselijke maat?
A
Een blauw geschilderde muur
B
Een tweepersoonsbed van 1.80 bij 2.00 meter
C
Vloerbedekking in de woonkamer

Slide 3 - Quizvraag

MENSELIJKE MAAT
Er zijn ook een aantal algemene kenmerken. Deze zijn voor bijna iedereen belangrijk bij het inrichten van een ruimte. Deze kenmerken noem je ‘de menselijke maat’. Het zijn maten die passen bij de gemiddelde grootte van een mens.

Slide 4 - Tekstslide

Noem twee dingen die passen bij een interieur waarin de menselijke maat belangrijk is

Slide 5 - Open vraag

ONTWERPBOUWSTENEN
  • Ruimte: Ruimtes worden gemaakt door wanden, vloeren, ramen en plafonds. Het zijn de grenzen van je ontwerp.
     
  • Lijnen: Door lijnen kun je visuele effecten creëren. Een ruimte lijkt dan anders van vorm. Gebruik ronde, rechte of diagonale lijnen.
     
  • Vormen: Vormen moeten bij de functie van een ruimte passen. Vaak worden dezelfde vormen gecombineerd. Onderdelen passen dan bij elkaar.
     
  • Texturen: Textuur is de waarneembare structuur. Hoe ziet iets er uit? Bijvoorbeeld een ongelijke ondergrond door metselwerk. Grove structuren zie je vaak in grote ruimtes. Gladde in kleine ruimtes.
     
  • Patronen: Een patroon ziet er bijzonder uit. Je ziet steeds dezelfde decoratie op een ondergrond.
     
  • Kleuren: Gebruik kleur om je interieur vorm en gevoel te geven!

Slide 6 - Tekstslide

Ruimte
Lijnen
Vorm/Functie
Texturen
Patronen
Kleuren

Slide 7 - Sleepvraag

INTERIEURSTIJLEN
Dit keuzevak kent verschillende interieurstijlen:
  • Modern
  • Trendy
  • Retro
  • Landelijk
  • Klassiek
  • Chique

Slide 8 - Tekstslide

Op welke afbeelding zie je een voorbeeld van een landelijke interieurstijl?
A
B
C
D

Slide 9 - Quizvraag

Op welke afbeelding zie je een voorbeeld van een moderne interieurstijl?
A
B
C
D

Slide 10 - Quizvraag

MODERN
Een moderne interieurstijl staat voor: natuurlijk, functioneel, no nonsens, verantwoord, echt en rust.

Je herkent de stijl aan:
strakke vormen.
De kleuren zijn rustig.
Accenten zijn er in verzadigde kleuren.
natuurlijke materialen zoals hout, katoen en leer.

Slide 11 - Tekstslide

TRENDY
Een andere naam voor trendy is kleurrijk of jong. Als het maar hip is! Een trendy interieurstijl is:
apart, uitdagend, opvallend, modieus, creatief, dynamisch en eigenwijs.

Je herkent de stijl aan:
strakke vormen
drukte
veel dessins
veel kleur

Slide 12 - Tekstslide

RETRO
Een andere naam voor retro is vintage. Het doet denken aan een interieurstijl van vroeger. Retro wordt tegenwoordig veel gebruikt. Een retro interieurstijl is: praktisch, gebruiksvriendelijk en vrolijk.

Je herkent de stijl aan:

de eenvoudige vormgeving
grote dessins
de kleuren zijn licht met pasteltinten. 
Er wordt afgewisseld met meer verzadigde kleuren.

Slide 13 - Tekstslide

LANDELIJK
Ruim een derde van de mensen houdt van de landelijke stijl. Dat is de grootste groep mensen. Een landelijke interieurstijl is: toegankelijk, gezellig, sfeervol, warmte, vertrouwd en natuurlijk.

Je herkent de stijl aan:
- warme pastel kleuren
- veel designs
- verweerde materialen
- hout
- romantische vormen
- veel accessoires

Slide 14 - Tekstslide

KLASSIEK
Een klassieke interieurstijl staat voor: ambachtelijk, comfort, traditioneel, kwaliteit en een luxe uitstraling.

Je herkent de stijl aan:
- romantische vormen
- veel dessins
- warme kleuren
- een authentieke invloed

Slide 15 - Tekstslide

CHIQUE
Je kunt een chique interieurstijl omschrijven als: luxe uitstraling, warmte, geborgenheid en robuust.

Je herkent de stijl aan:

- natuurlijke materialen. Zoals hout, staal, 
natuursteen, leer en andere dierlijke materialen.
- De kleuren zijn rustig, natuurlijk en vaak donker.
- Er wordt vaak gewerkt met tegenstellingen. 
Zoals glans – mat en zacht – hard.

Slide 16 - Tekstslide

Trendy
qhique
Landelijk
Retro
modern
Klassiek

Slide 17 - Sleepvraag

Apart, uitdagend, opvallend, Strakke vormen en drukte 
Natuurlijk, functioneel, no nonsens, echt en rust. Strakke vormen rustige kleuren
Interieurstijl van vroeger. Praktisch gebruiksvriendelijk en vrolijk
Warme pastel kleuren verweerd materiaal, romantische vormen en veel accessoires
Trendy
Retro
landelijk
qhique
modern
klassiek

Slide 18 - Sleepvraag

ZOEK HET UIT
- Materialen
- Kleuren
- Sfeer
- Doelgroep
- Afbeelding
Kies een interieur stijl en geef een kleine presentatie over deze stijl aan de klas.

Modern
Trendy
Retro
Landelijk
Klassiek
Chique

Slide 19 - Tekstslide

Vertel wat je hebt gevonden

Slide 20 - Open vraag

Welke interieur stijl
past bij jou?

Slide 21 - Woordweb

ONTWERP PROCES
- Schets Ontwerp
Dat is een tekening van je eerste ideeën op basis van het gesprek met de klant.

- Voorlopig Ontwerp
Je werkt je schetsontwerp uit aan de hand van de feedback van de klant. 
Je tekening wordt steeds gedetailleerder.

- Definitief Ontwerp
Je maakt werktekeningen en berekent de prijs van het uiteindelijke ontwerp zodat iedereen aan de slag kan.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Waarom moet je goed luisteren naar een klant en regelmatig een terugkoppeling geven.
A
om te zeggen dat zijn idee slecht is
B
Om zeker te zijn dat hij het wel kan betalen
C
Zodat je samen kan bijsturen naar gewenste resultaat
D
Je moet luisteren anders is dat onbeleefd.

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Noem de zes bouwstenen van
een interieur

Slide 28 - Woordweb

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

RGB maakt gebruik van drie kleuren bijvoorbeeld 121418

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link

Slide 33 - Tekstslide

OPDRACHT 1: MOODBOARD

Slide 34 - Tekstslide

houten vloer
PVC
Tegels
Stenen vloer
Beton
Laminaat
Tapijt

Slide 35 - Sleepvraag

Welke soort vloer lijkt op een houten vloer?
A
Tapijt
B
Laminaat
C
Tegels
D
pvc

Slide 36 - Quizvraag

Noem verschillende
type wandafwerking

Slide 37 - Woordweb

Slide 38 - Tekstslide

Welke soort wanden hebben een gladde afwerking
A
Baksteen
B
Lambrisering
C
stuckwerk
D
Behang

Slide 39 - Quizvraag

Verlichting
Ook lampen en licht zijn van invloed op de beleving van een ruimte. Dat komt door de ‘lichttemperatuur’.
Hoe hoger de temperatuur van het licht, hoe witter je het licht vindt.

Slide 40 - Tekstslide

Basis verlichting
Taak verlichting
Accent verlichting
Sfeer verlichting
Voorwerpen benadrukken
Praktische functie
verlicht ruimte egaal
Om sfeer te creeeren

Slide 41 - Sleepvraag

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide