Le futur proche

futur proche
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

futur proche

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de futur proche?
A
Tegenwoordige tijd
B
Nabije toekomst
C
Verleden tijd
D
Voltooid tegenwoordige tijd

Slide 2 - Quizvraag

De futur proche betekent de nabije toekomst in het Nederlands.
Hoe vorm je de 'futur proche'?
A
een vorm van gaan (aller) + hele werkwoord
B
Hele werkwoord + uitgangen (ai,as,a,ons,ez,ont)

Slide 3 - Quizvraag

Hoe maak je de futur proche?
A
avoir + hele werkwoord
B
aller + hele werkwoord
C
être + hele werkwoord
D
vouloir + hele werkwoord

Slide 4 - Quizvraag

Futur proche in NL =
A
gaan + heel werkwoord
B
hebben + heel werkwoord
C
zijn + heel werkwoord
D
gaan

Slide 5 - Quizvraag

Vul in:
Je ... (aller/futur proche)
A
vais
B
vais aller
C
vas aller
D
va allez

Slide 6 - Quizvraag

futur proche - je - parler
A
je vais parler
B
j'ai parlé
C
je parle
D
je parlerai

Slide 7 - Quizvraag

choisir, futur proche:
vous ...

Slide 8 - Open vraag

parler, futur proche:
il ...

Slide 9 - Open vraag

ils - avoir (futur proche)
A
ils font avoir
B
ils avoirent
C
ils vont avoir
D
ils sommes avoir

Slide 10 - Quizvraag

(avoir, futur proche) nous
A
irons
B
allons avoir
C
avons aller
D
aurons

Slide 11 - Quizvraag

Futur PROCHE
Vous ............. (être)
A
allez être
B
serez
C
allez serez
D
êtes

Slide 12 - Quizvraag

Futur proche
Aller
Je
vais
Tu
vas
Il / Elle / On 
va
Nous 
allons
Vous 
allez
Ils 
vont 

Slide 13 - Tekstslide

futur proche
arriver: tu

Slide 14 - Open vraag

apprendre, futur proche:
nous ...

Slide 15 - Open vraag

avoir, futur proche
je.....

Slide 16 - Open vraag

(manger, futur proche)nous........

Slide 17 - Open vraag

je - regarder (futur proche)
A
je vais regarder
B
je vas regarder
C
je regardera
D
je regarderai

Slide 18 - Quizvraag

futur proche
arriver: tu....

Slide 19 - Open vraag

acheter
je .....
futur proche

Slide 20 - Open vraag

(écouter, futur proche) nous
A
écoute
B
allons écouter
C
avons écouter
D
écoutons

Slide 21 - Quizvraag

Ik snap de futur proche.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Au revoir!

Slide 23 - Tekstslide