Les 1: nabespreking opdracht 2, H4 lezen

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom allemaal
  • Doe je telefoon in je tas;
  • Pak je spullen voor je (leerboek, schrift, pen);
  • Zet je tas op de grond;
  • De les begint.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Nabespreking 
- Presentatie
- Huiswerk en afsluiting


Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je herkent feiten, meningen en argumenten in teksten.
  • Je controleert en verbetert je antwoorden op een juiste manier.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe je nakijkt
  • Controleer of je je antwoord goed hebt geformuleerd. Zo niet, verbeter het.

  • Controleer of je antwoord goed is. Zo niet, verbeter het.

Heb je alles goed? Zet een krul.

Slide 5 - Tekstslide

Nabespreking opdracht 2 (blz. 103 en 104)
  • 1. Het onderwerp van tekst 2 is: de Wadden / het Waddengebied (titel) (al.1/r.2) (al.3-6)
  • 2. a initiatief (al. 1): idee
b als eerste uit de bus zijn gekomen (al. 2): gewonnen hebben bij een verkiezing 
c genomineerden (al. 3): kandidaten
d gepromoot (al. 3): naar voren geschoven
e iconen (al. 3): beroemde voorbeelden
f taferelen (al. 3): gebeurtenissen
g gedaan zijn (al. 6): voorbij zijn
h ongecontroleerd (al. 6): zonder regels
i sturen (al. 6): regelen
j bezinken (kadertekst): door een geringe stroomsnelheid naar de bodem zakken


Slide 6 - Tekstslide

Nabespreking opdracht 2 (blz. 103 en 104)
  • 3. Joeri Lamers geeft de volgende twee argumenten voor zijn mening: (1) Het Waddengebied is ontzettend mooi. (al.2/r.4) (2) Iedereen kent het Waddengebied wel als het grootste natuurgebied van Nederland. (al.2/r.6-7)

  • 4. Joeri Lamers wil met het voorbeeld van het filmpje over het scheermesje aangeven dat er in het Waddengebied vaak dingen gebeuren die bijzonder zijn, ook al zijn ze voor het Waddengebied heel gewoon. (al.3/r.15-16)

Slide 7 - Tekstslide

Nabespreking opdracht 2 (blz. 103 en 104)
  • 5. In alinea 3 staan vooral feiten, zoals ‘Het publiek kon stemmen op dertien plekken.’, ‘De Veluwe (Gelderland) en Nationaal Park Hollandse Duinen (Zuid-Holland) werden tweede en derde en een vakjury voegde daar nog een vierde winnaar aan toe: NLDelta Biesbosch-Haringvliet (Noord-Brabant, Zuid-Holland).’ ‘Het is 753.000 keer bekeken en heel vaak geliket.’ 

  • 6. Het middel in alinea 3 = driehonderdduizend euro (r.7), het doel = het gebied nog beter te beschermen en mooier te maken (r.9-10). Ik herken het doel-middel verband aan het signaalwoord ‘om’.

Slide 8 - Tekstslide

Nabespreking opdracht 2 (blz. 103 en 104)
  • 7. Het andere middel in alinea 6 = filmpje van een scheermesje (r.12), het doel wat daarbij hoort = laten zien hoe bijzonder het Waddengebied is (11)

  • 8. Schema: 
A. Ik vind wadlopen altijd weer een geweldige ervaring. (r.9)
             ­ [= want]
B. Je ziet dan iets wat je anders nooit ziet. (r.10)
Of: Je ziet dan iets wat je anders nooit ziet: wat er ónder dat water leeft, schelpen met beestjes erin bijvoorbeeld. (r.10-11-12)
 


Slide 9 - Tekstslide

Nabespreking opdracht 2 (blz. 103 en 104)
  • 9. De mening in alinea 5 = ‘Ik vind het oostelijk deel bij Rottum het allermooist (M). (r.3)          Daar is het nóg stiller dan op andere plekken (F) (r.4-5) en er liggen verschillende zandbanken (F).’ (r.5)

of: 

De mening in alinea 5 = Maar de Wadden zijn meer dan het wad (M/F), volgens de boswachter. (r.1) 
‘Je hebt immers ook de eilanden zelf (F) en de kwelders (F).’ (r.2-3)

M=mening F=feit

Slide 10 - Tekstslide

Nabespreking opdracht 2 (blz. 103 en 104)
  • 10. Joeri Lamers is niet bang voor drukte in het Waddengebied, omdat wanneer je de bezoekersstroom controleert/stuurt, zal het allemaal wel meevallen. Bovendien is het Waddengebied heel groot en zijn er stukken waar je niet mag komen. (al.6/r.2 t/m 6)

  • 11. Eigen mening


  • 12. De kadertekst geeft extra informatie over de Waddenzee (voor de lezer die de Waddenzee niet zo goed kent).




Slide 11 - Tekstslide

Nabespreking opdracht 2 (blz. 103 en 104)
  • 13. Het doel van afbeelding 1 is de tekst verfraaien (mooi plaatje) en de tekst verduidelijken (zo mooi is de Waddenzee nu); 
  • Het doel van afbeelding 2 is de tekst verduidelijken (zo groot is het Waddengebied) en de tekst aanvullen (hier ligt het Waddengebied).

Slide 12 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je herkent feiten, meningen en argumenten in teksten.
  • Je controleert en verbetert je antwoorden op een juiste manier.

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Leren: de theorie (blz. 102)


Iedereen maakt een foto van de verbeterde antwoorden en stuur ze via de chat in Teams voor 19:00 uur vandaag (verplicht inleveren). 
Antwoorden niet goed verbeterd? = huiswerk niet gemaakt.




Slide 14 - Tekstslide