El pronombre posesivo y la familia

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Excellentie Spaans

¡Hola!

 ¿qué día es hoy?

El programa

Het bezittelijk voornaamwoord

Explicación

Ejercicios

Hablar sobre tu familia

Het bezittelijk voornaamwoord/el pronombre posesivo

• Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
  
• Geeft aan van wie iets of iemand is
  
• De vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort
  

Het bezittelijk voornaamwoord/el pronombre posesivo

• Mi tienda favorita es Zara
  
• De zara is mijn favoriete winkel
  
• Nuestra ropa es cara
  
• Onze kleding is duur
  
• Tus zapatillas son bonitas
  
• Jouw sneakers zijn mooi
  

Vormen

Het bezittelijk voornaamwoord/el pronombre posesivo

• Eerst het bezittelijk voornaamwoord, daarna het zelfstandig naamwoord
  
• Es el libro de pablo
  
• Es su libro
  
• Son los deberes de María
  
• Son sus deberes
  
• Let op het woord dat er achter staat, niet op de persoon

Maak deze zin bezittelijk: Es el libro de Pablo y Isabel.
Es ....... libro

1. Su
2. Sus
3. Vuestro
4. Tu

Hoe zeg je: mijn broers

1. Mis hermanas
2. Mi hermanos
3. Sus hermanos
4. Mis hermanos

A trabajar.. 

Ahora: libro compañeros

Ejercicio 5:el pronombre posesivo

La primera frase hacemos juntos
 

Hablar sobre la familia ej. 6

1. Schrijf op
2. Mijn ouders heten.. Mis padres se llaman Raul y María
   
3. Mijn broers/zussen heten... Mis hermanos se llaman Rosa y Juan
4. Mijn neven en nichten heten.. mis primos se llaman.....
5. Daarna: rooms: hablar sobre la familia

Los deberes

Presenta tu árbol genealógico/stamboom en español

Cada miembro

el nombre, la edad, la nacionalidad, la ciudad donde viven.

Gebruik de vorige oefening als voorbeeld