Hoofdstuk 11 vanaf 11.3

Welkom!
11.3 Zwanger worden
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare school

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
11.3 Zwanger worden

Slide 1 - Tekstslide

Zwanger worden
Wanneer een zaadcel samensmelt met een eicel kan daar een kindje uit groeien.
Dit gebeurt na geslachtsgemeenschap

Slide 2 - Tekstslide

Hoe komen zaadcellen bij de eicel?
Zaadlozing: 1 theelepel sperma = 20 mlj tot 300 mlj zaadcellen

Zaadcellen zwemmen door de eileider en 
kan daar een rijpe eicel tegenkomen. Is die
 er niet, dan kan de vrouw niet zwanger 
worden.

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer ontstaat een baby?
Een zaadcel kan een eicel bevruchten door het samensmelten van de beide kernen.
Er ontstaat 1 nieuwe kern.

Na de bevruchting wordt de buitenste laag van de eicel ondoordringbaar voor andere zaadcellen.

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer ontstaat een baby?
Innesteling: het bolletje cellen zet zich vast in het baarmoederslijmvlies en heet nu een embryo

Slide 5 - Tekstslide

Hoe voorkom je een zwangerschap?
Goed voorbehoedsmiddel:
1. Voorkomt een zwangerschap
2. Gemakkelijk in gebruik
3. Niet schadelijk voor de gezondheid

Slide 6 - Tekstslide

Hoe voorkom je een zwangerschap?
  1. Condoom (mannencondoom en vrouwencondoom)
  2. De pil
  3. Spiraaltje (koper of hormonen)
  4. Anticonceptiepleister
  5. Hormoonstaafje

Belangrijk! In voorvocht kunnen ook zaadcellen zitten!

Slide 7 - Tekstslide

Wat kun je doen bij een noodgeval?
Pil vergeten, diarree of overgegeven? 
De pil werkt dan niet goed meer.

Iets mis gegaan met het voorbehoedsmiddel of
geen voorbehoedsmiddel gebruikt?
Je kunt een morning-afterpil gebruiken, binnen
72 uur.

Slide 8 - Tekstslide

Wat kun je doen bij een noodgeval?
Ongewenst zwanger?
Abortus tot 24 weken zwangerschap
Adoptie
Pleegkind

Slide 9 - Tekstslide

Wat is sterilisatie?

Slide 10 - Tekstslide

Welkom!
11.4 Zwangerschap

Slide 11 - Tekstslide

Hoe lang duurt een gemiddelde menstruatiecyclus?
A
25
B
28
C
30
D
25

Slide 12 - Quizvraag

Wat gebeurt er met het baarmoederslijmvlies als een vrouw ongesteld is?

Slide 13 - Open vraag

Zwangerschap
De eerste 12 weken van een zwangerschap
heet het ongeboren kind een embryo.
Daarna heet het een foetus.

Slide 14 - Tekstslide

Zwangerschap

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Zwangerschap
Het kindje drijft in een soort ballon: de vrucht-
vliezen met het vruchtwater

De baby is aan de moeder verbonden met de 
navelstreng en de placenta:
Moeder naar kind: voeding en zuurstof
Kind naar moeder: koolstofdioxide en afvalstoffen

Slide 17 - Tekstslide

Zwangerschap
Stoffen die door de placenta naar de baby kunnen:
- nicotine uit sigaretten
- alcohol
- drugs

Als een kindje overlijdt in de baarmoeder of tijdens de bevalling, heet dat een miskraam

Slide 18 - Tekstslide

Zwangerschap

Slide 19 - Tekstslide

Bevalling

Slide 20 - Tekstslide

Welkom!
12.4 Jij lijkt op

Slide 21 - Tekstslide

Jij lijkt op?
Stel, ik moet jou omschrijven aan iemand die jou niet kent. Aan welke kenmerken kan iemand jou herkennen?
Schrijf zoveel mogelijk kenmerken van jezelf op een blaadje
Klaar? Vouw het blaadje in vieren en doe het in de mand.

Slide 22 - Tekstslide

Jij lijkt op?
Jouw kenmerken heten eigenschappen

Slide 23 - Tekstslide

Jij lijkt op?
Erfelijk of niet?
Soms is alleen de aanleg erfelijk

Slide 24 - Tekstslide

Alex heeft blauwe ogen.
A
Erfelijk
B
Niet erfelijk
C
Aanleg

Slide 25 - Quizvraag

Alex heeft een tatoeage op zijn bovenarm.
A
Erfelijk
B
Niet erfelijk
C
Aanleg

Slide 26 - Quizvraag

Alex is erg goed in gewichtheffen
A
Erfelijk
B
Niet erfelijk
C
Aanleg

Slide 27 - Quizvraag

Alex heeft zijn blonde haar bruin geverfd.
A
Erfelijk
B
Niet erfelijk
C
Aanleg

Slide 28 - Quizvraag

Jij lijkt op?
Bandjes op de chromosomen: bouwbeschrijving
46 chromosomen in elke cel

Slide 29 - Tekstslide

Jij lijkt op?

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Welke drie fasen zijn er bij een bevalling?

Slide 32 - Open vraag

Hoe heet een baby voordat het 12 weken oud is?
A
Foetus
B
Embryo

Slide 33 - Quizvraag

Wat gaat er via de navelstreng van de kind naar de moeder?

Slide 34 - Open vraag

Waar zitten je chromosomen?

Slide 35 - Open vraag

Waar zit jouw bouwbeschrijving?

Slide 36 - Open vraag

Celmembraan
Cytoplasma
Chromosomen
Celkern

Slide 37 - Sleepvraag

Jij lijkt op...
Je erft de eigenschappen van je ouders
In de zaadcel en eicel zit de halve bouwbeschrijving van je vader en moeder
Door de bevruchting wordt dat weer 1 bouwbeschrijving

Slide 38 - Tekstslide

Jij lijkt op...

Slide 39 - Tekstslide

Wordt het een jongen of een meisje?

Slide 40 - Tekstslide

Wordt het een jongen of een meisje?

23e chromosoom = geslachtschromosoom
XX = meisje
XY = jongen

Slide 41 - Tekstslide

Wordt het een 
jongen of een 
meisje?

Slide 42 - Tekstslide

Wordt het een jongen of een meisje?

Slide 43 - Tekstslide