1thv T6 Th Grammar 17 (Imperative)

Grammar 17: Imperative
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grammar 17: Imperative

Slide 1 - Tekstslide

Today's lesson

  • Grammar 16(can/could)  - show what you know.
  • grammar 17 (imperative)


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Grammar Theme 6
- Can / Could

- Gebiedende wijs


Slide 5 - Tekstslide

Can/Could
What do you know?

Slide 6 - Tekstslide

Can/Could
Je gebruikt can om te zeggen dat iemand (iets) kan.
vb. He can tell you how to get there.
(Hij kan je vertellen hoe je daar moet komen)

Je gebruikt cannot (can't) om te zeggen dat (iemand) iets niet kan.
I cannot swim./I can't swim. (Ik kan niet zwemmen)

Slide 7 - Tekstslide

Can/could
Je gebruikt could om te zeggen dat iemand iets zou kunnen.
vb. They could tell you the way to the station.
(Zij zouden je de weg naar het station kunnen vertellen)

Slide 8 - Tekstslide

can/could
Vragen stellen.
Als je wilt vragen of (iemand) iets kan, zet je can vooraan in de zin. 
vb. Can I help you?
(Kan ik je helpen?)

De rest van de zin blijft hetzelfde.

Slide 9 - Tekstslide

can/could
Bij vragen is het beleefder om could te gebruiken.

vb. Could you say that again, please?
(Zou je/U dat nog een keer kunnen zeggen?) 

Slide 10 - Tekstslide

... I ask you a question?
A
Can
B
Can't
C
Could

Slide 11 - Quizvraag

........... you find what you were looking for?
A
can
B
could

Slide 12 - Quizvraag

She ... sing very well
A
can
B
could

Slide 13 - Quizvraag

.....I ask you something?
- Yes, of course
A
Can
B
Were
C
Would
D
Could

Slide 14 - Quizvraag

Gebiedende wijs...(Imperative)

Slide 15 - Tekstslide

Imperative (Gebiedende wijs)
You want to tell someone they have to do something.
Sit down!
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

Je gebruikt de gebiedende wijs (in het Engels dus imperative) wanneer je iemand vertelt wat diegene moet doen. 
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

5.2 The Imperative
De Gebiedende Wijs

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

How?
  • als iemand iets moet  doen, begin je de zin met het werkwoord zonder      to
  • wanneer je tegen iemand wil zeggen dat hij/zij iets niet moet doen, begin je de zin met       don’t

Slide 18 - Tekstslide

Imperative (Gebiedende wijs)
You want to tell someone they have to do something.
Sit down!
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

Sit down!                            Ga zitten!
Open your books!            Doe je boeken open!
Be quiet!                             Wees stil!
Eat your meal!                   Eet je maaltijd op!
5.2 The Imperative
De Gebiedende Wijs

Slide 19 - Tekstslide

Imperative (Gebiedende wijs)
You want to tell someone they have to do something.
Sit down!
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

5.2 The Imperative
De Gebiedende Wijs
Je gebruikt don't als iemand iets niet moet doen.
Sit down! 
Open your books!
Be quiet!
Don't sit down! 
Don't open your books!
Don't be quiet!

Slide 20 - Tekstslide

How to form it, when to use it?
  • Hoe:
  • Je gebruikt het hele werkwoord zonder to.
  • e.g.: Close the window.
  • Wanneer:
  • bevel geven (Come here!)
  • instructies geven (Whisk the eggs.)
  • waarschuwen(Watch out!)
  • iets verzoeken, en dan 'please' (alsjeblieft) toevoegen (Pass me the salt, please.)


Slide 21 - Tekstslide

Zet in de gebiedende wijs:
You can close your books.
A
You close your books.
B
Can close your books.
C
Close your books.

Slide 22 - Quizvraag

Maak een gebiedende wijs:
You must do your homework.
A
You do your homework
B
Must do your homework
C
Do your homework

Slide 23 - Quizvraag

Wees op tijd!
A
Take your time.
B
Are on time.
C
Be on time.
D
Come in the right time.

Slide 24 - Quizvraag

Ga naar boven!
A
Turn up
B
Go upstairs
C
Go down
D
Up stairs

Slide 25 - Quizvraag


Je mag niet drinken hier!
A
Drink here!
B
Does not drink here.
C
Drink not here.
D
Don't drink here.

Slide 26 - Quizvraag

Schiet op!
A
Shoot up
B
Hurry up
C
Hurry on
D
No hurry

Slide 27 - Quizvraag


Vertaal: Lees jouw boek.
(to read)

Slide 28 - Open vraag


Vertaal: Poets je tanden.
(to brush)

Slide 29 - Open vraag


Vertaal: Niet praten!
(to talk)

Slide 30 - Open vraag

Zet in de gebiedende wijs:
You may not touch the books

Slide 31 - Open vraag

Today's goals
  • Testweek: What and how to learn?
  • Homework recap 'That's a fact' + can/could
  • Grammar 17: De gebiedende wijs (imperative)
  • Huiswerk = SO = irregular Verbs to be/ to hide= 26 mei


Slide 32 - Tekstslide