H4: Natuurrampen in Japan par 2

Wat is er gebeurd?
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Wat is er gebeurd?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les:
  • Kun je vertellen hoe een tsunami ontstaat
  • Weet je waarom een tsunami pas gevaarlijk is als deze de kust raakt

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik paragraaf 1

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke begrippen weet je
nog van paragraaf 1?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het bewegen van aardplaten noemen we:
A
Platentektoniek
B
Platenpolitiek
C
Convectiestromen
D
Platenleer

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

divergente plaat
transforme plaat
convergente plaat

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de Euraziatische plaat een continentale plaat of een oceanische plaat?
A
Continentale plaat
B
Oceanische plaat

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij deze plaat duikt de ene plaat onder de andere plaat
A
Convergentie
B
Subductie

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Japan ligt op het grensgebied van drie platen: de Euraziatische plaat, de Pacifische plaat en de Filipijnse plaat.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oceanische plaat
Continentale plaat
Plaat smelt
Mantel
Subductie

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

hypocentrum
  • plek waar de aardbeving begint
  • bijvoorbeeld 5 of 25 km diepte
epicentrum
  • recht boven de bron van de aardbeving.
  • zwaarste aardbevingen komen hier voor

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aardbevingen
  1. Platen bewegen schoksgewijs
  2. Spanning bouwt op
  3. De spanning ontlaadt --> aardbeving
  4. Spanning bouwt weer op

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Endogeen of exogeen?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hypocentrum
  • plek waar de aardbeving begint
  • bijvoorbeeld 5 of 25 km diepte
epicentrum
  • recht boven de bron van de aardbeving.
  • zwaarste aardbevingen komen hier voor

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schade
Hevigheid

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
2011- Sendai, Japan

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Link

Noteer voor jezelf hoe een tsunami ontstaat

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat nu?
Maak paragraaf 1 af!
Klaar? Ga aan de slag met paragraaf 2
timer
1:00

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk: 1 t/m 4 van paragraaf 2
Voor vrijdag 9 mei!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schildvulkaan
Een schildvulkaan wordt gekenmerkt door een brede basis en een langzaam oplopende, flauwe helling. De grootste vulkanen op aarde zijn schildvulkanen en hebben voornamelijk effusieve errupties. Een schildvulkaan komt voor bij divergerende plaatgrenzen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spleetvulkanen zie je bij een divergente plaatsbeweging.  Door de scheur die ontstaat kan de lava zich makkelijk door de spleet verspreiden.

De magma/lava die je ziet bij spleetvulkanen is dun/vloeibaar. Dit stroomt rustig uit de vulkaan.


Spleetvulkanen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stratovulkaan
Een stratovulkaan is een hoge kegelvormige vulkaan die is opgebouwd uit lagen van gestolde lava. Stratovulkanen hebben relatief steile hellingen en worden gekenmerkt door regelmatig explosieve uitbarstingen. Stratovulkanen ontstaan bij convergerende plaatgrenzen in subductiezones. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Caldera
  • Oude ingestorte  stratovulkaan
  • Ontstaan bij subductiezonde
  • Heel erg gevaarlijk

Slide 29 - Tekstslide

Een calderavulkaan is een oudere vulkaan met aan de bovenkant een grote brede krater. Deze krater is ontstaan doordat een deel van de vulkaan in de magmakamer is gestort, die na een vulkaanuitbarsting is leeggestroomd. Vaak vormt zich in de krater van een calderavulkaan een kratermeer. Het water in een kratermeer kan allerlei kleuren aannemen, als gevolg van elementen die uit het vulkanische gesteente opgelost worden. Behalve dat kratermeren mooi kunnen zijn, kunnen ze ook dodelijke gevolgen hebben. Wanneer het waterpijl van een kratermeer namelijk te hoog stijgt, kan een deel van de vulkaan het begeven. Met als gevolg dat een enorme watermassa de vulkaanhelling afstroomt en alles in zijn weg wegvaagt. In de krater van de oude vulkaan kan ook een nieuwe krater ontstaan. Wanneer de druk van de magma in de magmakamer hoog genoeg wordt, kan er een nieuwe eruptie plaatsvinden in de caldera. Een vulkaan die op deze manier ontstaat noemen we een calderavulkaan. Een voorbeeld van een calderavulkaan is de El Chichón, in Zuid-Mexico.
Type uitbarstingen
Mafisch betekent: er zit weinig magnesium en silicum in de gesteenten. Komt voor bij effusieve vulkaanuitbarstingen (rustige uitbarstingen). Is erg stroperig.

Felsisch betekent: er zit juist veel silica in en dit komt voor bij explosieve vulkaanuitbarstingen. Dit is vloeibaar magma.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachtje
timer
15:00
Klaar? Maak paragraaf 2 af

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht van vulkanen en vulkanisme







































Eruptietype



Effusief
vulkanisme



Explosief
vulkanisme



Vulkaanvorm



Schildvulkaan


Spleetvulkaan (spleeteruptie)



Stratovulkaan


Calderavulkaan



Soort magma



Dun vloeibaar



Taai vloeibaar



Soort helling



Flauwe hellingen



Steile hellingen



Soort gesteente



basalt



Graniet



Ruimtelijke spreiding



Bij mid-oceanische ruggen


Bij diepe breuken op de zeebodem of op het continent



In gebergtes bij een subductiezone


Op eilandbogen bij een subductiezone



aardverschuiving



Kleine kans



Grote kans







 

  

  

  

 

 

  

  

  

 

 

  

  

  

 

 

  

  

  

 

 

  

  

  

 

 

  

  

  

 

 

  

  

  



Eruptietype



Effusief
vulkanisme



Explosief
vulkanisme



Vulkaanvorm



Schildvulkaan


Spleetvulkaan (spleeteruptie)



Stratovulkaan


Calderavulkaan



Soort magma



Dun vloeibaar



Taai vloeibaar



Soort helling



Flauwe hellingen



Steile hellingen



Soort gesteente



basalt



Graniet



Ruimtelijke spreiding



Bij mid-oceanische ruggen


Bij diepe breuken op de zeebodem of op het continent



In gebergtes bij een subductiezone


Op eilandbogen bij een subductiezone



aardverschuiving



Kleine kans



Grote kans




Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aardbevingen

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 soorten plaatbewegingen
timer
1:00
Transform
Divergent
Convergent

Slide 38 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep het juiste verschijnsel naar de juiste plaatbeweging
timer
3:00
Gebergte
Mid-ocecanische zeerug
Aardbevingen
Trog

Slide 39 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt het dat Japan zo vaak getroffen wordt door natuurgeweld?

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Link

Deze slide heeft geen instructies

De schaal van Richter

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken
Paragraaf 2 vragen 1 t/m 6.

Klaar? Bekijk het filmpje in de online methode van vraag 7.

Uitdaging? Zoek eens uit wat de schaal van Mercalli is!


Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schaal van Mercalli
  • Schaal van Mercalli = schaal die de hevigheid en de schade van een aardbeving meet.

  • De schaal loopt van 1 tot 12

  • Hoe dichter bevolkt een gebied is, hoe groter de schade zal zijn

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies