Kapitel 17 Rucksack und Reiseziel Woche 7

K. 17 Rucksack und Reiseziel
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

K. 17 Rucksack und Reiseziel

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?

Hören 4.1 + 5.1
Grammatik  8.3 + 10.2
Lesen 7.1 + 8.1
Werken aan PO mondeling
Over 2 weken PO mondeling via de Meet. 

Slide 2 - Tekstslide

Proefwerk
Kapitel 16 en 17
- Grammatik
- Woordjes
- Leestekens

GEEN Plauderecke





Slide 3 - Tekstslide

S. 40 Hören Aufgabe 4.1
TB, bron 4.
Der tollste Urlaub. 
1. Lees eerst de vraag en geef dan antwoord.

Slide 4 - Tekstslide

Aufgabe 8.3 Grammatik S. 46
De trappen van vergelijking

jung - junger - am jüngsten
Sommige moet je uit je hoofd leren.
Hoch - höher - am höchsten

Slide 5 - Tekstslide

Aufgabe 5 Hören S. 37
Wieso willst du unbedingt nach Ibiza?

 Lees eerst de vraag, ga dan gericht luisteren.

Slide 6 - Tekstslide

Aufgabe 10.2 Grammatik Aufgabe 10.2
1e en 4e naamval
1e naamval = ich, du, er/sie/es, wir etc.
4e naamval= mich, dich, uns, euch, sie

Kijk achterin je boek --> Grammatica overzicht

Slide 7 - Tekstslide

Aufgabe 10.2 Grammatik Aufgabe 10.2
(ik) _________freue mich auf die Ferien.
(u) Haben_____________das Zimmer reserviert?
(jou) Wir werden ________zwei Monate nicht sehen.

Slide 8 - Tekstslide

Aufgabe 7.1 Lesen S. 44
TB,  bron 7
Go Jugendreisen: Wassersportcamp


Slide 9 - Tekstslide

Aufgabe 8.1 Lesen S. 46
TB, 8
Couchsurfing: die Ganze Welt auf deinem Sofa. 

Richtig oder Falsch

Slide 10 - Tekstslide

Aufgabe 3.4 Wörterliste A S. 39
Maak de zin compleet met een woord uit het kader. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

de trappen van vergelijking: lieb
A
lieb - lieber - liebsten
B
lieb - lieber - am liebsten
C
lieb - lieber - liebest

Slide 17 - Quizvraag

trappen van vergelijking: weit
A
weit - weiter - weitesten
B
weit - weiter - weitsten
C
weit - weiter - am weitesten

Slide 18 - Quizvraag

schön
A
schön - schöner -schönest
B
schön - schöner - am schönsten
C
schön - schöner -am schönest

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

ich gehe nach/zu meinen Freunden
A
nach
B
zu

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

ich gehe ins/nach dem Schwimmbad
A
ins
B
nach

Slide 28 - Quizvraag

ich gehe zu/nach Hause
A
zu
B
nach

Slide 29 - Quizvraag

Ich gehe zu/nach rechts
A
zu
B
nach

Slide 30 - Quizvraag

Ich gehe in die/nach die Sporthalle
A
in die
B
nach die

Slide 31 - Quizvraag

Ich gehe nach/ins Popkonzert
A
nach
B
ins

Slide 32 - Quizvraag

Fährst du mit uns in die/ nach die Stadt?
A
in die
B
nach die

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

das Auto steht vor/ für dem Haus
A
vor
B
für

Slide 36 - Quizvraag

Das Geschenk ist für/vor meinen Vater
A
für
B
vor

Slide 37 - Quizvraag

Aufgabe 18.2 Grammatik S. 32
Trappen van vergelijking
Bijv.
ver = weit - weiter - am weitesten.

Slide 38 - Tekstslide

PO uitleg
Deze periode krijgen jullie een mondeling. De mondelingen houden we via Meet.
Het onderwerp van de mondeling is een dialoog bij Im Restaurant, Beim Arzt of im Kleidergeschäft. Kies zelf een onderwerp uit waarover jullie je mondeling wilt houden.

Slide 39 - Tekstslide

Mondeling
HOE werkt het:
Tijdens de lessen werken jullie aan een aantal opdrachten ter voorbereiding van de dialogen. Zo leer je alle woorden/zinnen kennen die je kunt gebruiken voor je mondeling. De opdrachten moeten allemaal gemaakt worden, maar je mag zelf het thema uitkiezen waar je mondeling over gaat. Tijdens de les hebben jullie ook tijd om een scriptje te maken. Deze kan je voor controle naar je docent sturen. De mondeling doe je in tweetallen.

De gemaakte opdrachten lever je bij de docent in, deze maak je individueel.
De ingeleverde opdrachten zijn ook onderdeel van het mondeling cijfer.

Slide 40 - Tekstslide

PO uitleg
EISEN:
Je moet per persoon minimaal 10 zinnen in het Duits zeggen. Daar word je op beoordeeld.
Je leest de zinnen NIET voor, het is de bedoeling dat je het zoveel mogelijk uit je hoofd doet. Maak bij het schrijven van de script gebruik van de gemaakte opdrachten!

Slide 41 - Tekstslide

PO uitleg
WANNEER: Jullie krijgen in de les tijd om hier aan te werken, de rest moet je zelf na de online lessen doen.
INLEVERDATUM: Uiterste inleverdatum voor de stencils is week 23. Bij te laat inleveren is iedere dag te laat een punt aftrek. De mondelingen zullen in week 23 plaatsvinden.
BEOORDELING: De opdracht wordt beoordeeld op drie verschillende onderdelen:
Creativiteit/originaliteit 3p
Uitspraak klinkt het Duits/ je leest niet voor/ ik snap wat je zegt/
je spreekt vlot 4p
De drie opdrachten zijn compleet ingeleverd 3p
Beoordeling gaat per persoon/ iedereen krijgt dus zijn eigen cijfer.

Slide 42 - Tekstslide

Hausaufgaben
1. Groepjes doorgeven.
Hören 4.1 + 5.1 
Grammatik 8.3 + 10.2 
Lesen 7.1 + 8.1 
Leestekst

Over 2 weken de eerste mondelingen. 
(19 juni)

Slide 43 - Tekstslide