Rekenquiz - Boek 5
1 / 18
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
9x7
5 x 5
9 x 4
8 x 6
63
25
36
48
Slide 3 - Sleepvraag
10 x 7
8 x 8
25 x 3
6 x 7
70
64
75
42
Slide 4 - Sleepvraag
10:5
49 : 7
36 : 4
56 : 7
2
7
9
8
Slide 5 - Sleepvraag
16 : 4
30 : 6
99 : 9
18 : 6
4
5
11
3
Slide 6 - Sleepvraag
Welk getal hoort bij welke tafel?
Tafel van 3
Tafel van 5
Tafel van 2
Tafel van 6
16
9
25
36
Slide 7 - Sleepvraag
Slide 8 - Tekstslide
Waar staat
'tweeduizenddriehonderd?
'tweeduizenddriehonderd?
A
230.000
B
2300
C
230
D
24300
Slide 9 - Quizvraag
200 - 165 =
A
35
B
40
C
135
D
45
Slide 10 - Quizvraag
Anna koopt 10 postzegels van €0,80.
Hoeveel moet ze betalen?
Hoeveel moet ze betalen?
A
10 euro
B
80 euro
C
8 euro
D
1 euro
Slide 11 - Quizvraag
Wat is evenveel als 1 liter?
A
100 cl
B
100 ml
C
10 cl
D
0,1 liter
Slide 12 - Quizvraag
In het stadion zijn 11 rijen.
In elke rij staan 8 stoelen.
Hoeveel plaatsen zijn er?
In elke rij staan 8 stoelen.
Hoeveel plaatsen zijn er?
A
19
B
180
C
88
D
210
Slide 13 - Quizvraag
Ryan deelt slagroomsoesjes aan heel zijn klas van 28 kinderen. Hij koopt 2 pakken van 18 slagroomsoesjes.
Hoeveel slagroomsoesjes houdt hij over?
Hoeveel slagroomsoesjes houdt hij over?
A
8
B
18
C
10
D
12
Slide 14 - Quizvraag
Nout gaat 4 weken op vakantie in Zwitserland. De helft van de tijd gaat hij naar een camping.
Hoeveel dagen is hij op de camping?
Hoeveel dagen is hij op de camping?
A
40 dagen
B
14 dagen
C
4 dagen
D
12 dagen
Slide 15 - Quizvraag
De tuin bij Lieve thuis is 200 vierkante meter groot. Bij Faye thuis is de tuin 356 vierkante meter groot. Hoeveel vierkante meter is de tuin van Faye groter dan die van Lieve?
A
44
B
149
C
200
D
156
Slide 16 - Quizvraag
De zwemles van Christiaan duurt 120 minuten. Hij is al een uur bezig. Hoeveel minuten moet hij nog?
A
60
B
30
C
120
D
90
Slide 17 - Quizvraag
Hoeveel is 23 x 5?
A
25
B
215
C
65
D
115
