H14.3:katrollen en takels

14.3 Katrollen en takels
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

14.3 Katrollen en takels

Slide 1 - Tekstslide

doel van de les
  • Weten wat een vaste katrol is.
  • Weten wat een losse katrol is.
  • werking van een takel.
  • Kunnen uitrekenen hoeveel de
       hijskracht minder wordt bij een takel.
  • Kunnen uitrekenen hoeveel touw je extra
       moet doorhalen bij een takel.

Slide 2 - Tekstslide

Vaste katrol
Takel: systeem van katrollen en touwen om iets te verplaatsen
Losse katrol

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Vaste katrol: verandert de richting van de kracht
Losse katrol: verandert de grootte van de kracht.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de werking van een vast katrol
A
het omdraaien van de kracht
B
het halveren van de kracht
C
het verdubbelen van de kracht
D
er gebeurt niets

Slide 6 - Quizvraag

De vermindering van de kracht bij een takel
In het filmpje wordt uitgelegd dat je naar het aantal touwen kunt kunt kijken om uit te rekenen hoeveel keer de kracht die jij moet uitoefenen minder wordt. Zelf tel ik altijd het aantal losse katrollen.
1 losse katrol:  1 x2 = 2, de hijskracht is 2 keer zo klein als de last
2 losse katrollen: 2 x 2 = 4: de de hijskracht is 4 keer zo klein als de last 
3 losse katrollen: 3 x 2 = 6: de de hijskracht is 6 keer zo klein als de last 

Slide 7 - Tekstslide

In dit plaatje zie ze 1 losse katrol.
De last is 600N.
1  x 2 = 2
dus de hijskracht is 2 keer zo klein als de last dus 300N.

Slide 8 - Tekstslide

De toename van het doorhalen vanhet touw bij een takel
In het filmpje wordt uitgelegd dat je naar het aantal touwen kunt kunt kijken om uit te rekenen hoeveel keer je meer touw moet doorhalen als de last omhoog gaat. Zelf tel ik altijd het aantal losse katrollen.
1 losse katrol:  1 x2 = 2, je moet 2 keer zoveel meter touw doorhalen als de last stijgt.
2 losse katrollen: 2 x 2 = 4:  je moet 4 keer zoveel meter touw doorhalen als de last stijgt.
3 losse katrollen: 3 x 2 = 6:  je moet 6 keer zoeveel meter touw doorhalen als de last stijgt. 

Slide 9 - Tekstslide

In dit plaatje zie ze 1 losse katrol.
De last is 1 meter opgehezen.
1  x 2 = 2
dus heb 2 X 1 = 2 meter touw doorgehaald.

Slide 10 - Tekstslide

Een verhuizer gebruikt een vaste katrol om een last van 800 N omhoog te hijsen over een afstand
van 6 m.
Wat is het voordeel van zo'n vast katrol?
A
Dan hoeft hij maar met 400 N aan het touw te trekken.
B
Dan hoeft hij minder arbeid te verrichten
C
Het is gemakkelijker om het touw naar beneden te trekken dan de kist omhoog.
D
Hij hoeft dan maar 3m touw in te halen.

Slide 11 - Quizvraag

Bereken de trekkracht in D
A
24 N
B
12 N
C
8 N
D
6 N

Slide 12 - Quizvraag

Bereken hoeveel touw je moet inhalen als het gewicht 5 meter omhoog moet
A
5 m
B
10 m
C
15 m
D
20 m

Slide 13 - Quizvraag

Ik wil graag uitleg over

Slide 14 - Open vraag