,

Pop art

Pop Art: 1955-1970
In de VS en in Europa (Engeland)
Inleiding
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
TekenenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Pop Art: 1955-1970
In de VS en in Europa (Engeland)
Inleiding

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Verzorgingsstaat
Marshall plan
Hedonisme
Consumptie-maatschappij
Definitie
cartoon
Match de juiste definitie en cartoon bij de begrippen)
Een samenleving waar vrije tijd overwegend wordt gebruikt om goederen of diensten te verwerven, om daarover na te denken en om te pronken met aangeschafte goederen.
Een filosofische leer en een bepaalde levenshouding die in beide gevallen de opvatting heeft dat genot (in algemene zin) het het hoogste levensdoel is.
Een omvangrijk hulpplan voor de wederopbouw van Europa, dat op initiatief van de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken drie jaar na de Tweede Wereldoorlog in werking trad.
Een sociaal systeem waarin de staat primaire verantwoordelijkheid draagt voor het welzijn van zijn burgers, zoals in kwesties van gezondheidszorg, onderwijs, werkgelegenheid en sociale zekerheid.

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Tekstslide




Agemene kenmerken:
• abstract 
• expressionistisch: 
   - heftig kleurgebruik
   - grote contrasten 
   - grove penseelstreken 
• vanuit het gevoel 
• grote formaten




Kunstenaars:
Willem de Kooning 
Marc Tobey 
Franz Kline 
Robert Motherwell 
Jackson Pollock 
Barnett Newman 
Marc Rothko
Abstract expressionisme

Slide 11 - Tekstslide

Pop Art
algemene kenmerken:
  • Figuratief
  • Speels 
  • gebruik van de symbolen van de Westerse consumptiecultuur. Ironie en humor.
  • Gebruik van commerciële materialen en voorwerpen, producten uit het leven van alledag.
  • De beeldende middelen worden gebruikt als bij reclame, film, televisie, affiches en strips. 
  • Vervreemding door vergroting of herhaling, of door gebruik van ongebruikelijke materialen. 
  • Een collage-achtig uiterlijk, zowel in twee- als driedimensionale beelden.
  • Geen persoonlijk handschrift van de kunstenaar. Soms laat hij werk zelfs door anderen uitvoeren. De kunstenaar gebruikt vaak 'ready mades': kant-en-klare, bestaande voorwerpen.
  • De identiteit van de kunstenaar, zijn imago, wordt soms zorgvuldig opgebouwd.

Slide 12 - Tekstslide

De consumptiemaatschappij

Slide 13 - Tekstslide

Inspiratie uit de massacultuur

Slide 14 - Tekstslide

2

Slide 15 - Video

00:48
Welke maatschappelijke veranderingen zijn er in de tweede helft van de twintigste eeuw?

Slide 16 - Open vraag

01:51
Over welke kunststroming hebben ze het in dit fragment
A
massacultuur
B
pop art
C
post modernisme
D
modernisme

Slide 17 - Quizvraag

Harde pop
Zachte pop
Richard Hamilton - collage
Andy Warhol - Marilyn Monroe 
zeefdruk

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Andy Warhol
Tripple Elvis - 1963
Brillo - 1964
Campbells soup - 1962
Marilyn Diptych - 1962

Slide 20 - Tekstslide

Roy Liechtenstein
Whaam!, 1963
Drowning girl,1963
Brushstrokes, 1967
Crying girl,1963

Slide 21 - Tekstslide

Robert Rauschenberg
Overdrive, 1963
Mark, 1964
Signs, 1970
Monogram, 1959

Slide 22 - Tekstslide

Pop art in Europa

Slide 23 - Tekstslide

Richard Hamilton

I'm dreaming of a white Christmas, 1967-68
Just what is it that makes today’s homes so different, so appealing?, 1956
Interior II, 1964
Fashion-plate, 1969–70

Slide 24 - Tekstslide

David Hockney
A Bigger Splash, 1967
Man in Shower in Beverly Hills, 1964
Portrait of an Artist,1972
In the Dull Village, 1966

Slide 25 - Tekstslide

Hard pop
Soft Pop
Vervreemdingseffecten zoals vergroting of materiaalvervreemding
Robert Rauschenberg
Andy Warhol
Geen emotionele binding met het onderwerp
Kritisch
Roy Lichtenstein
Emotie in het werk
Commercie is het belangrijkst
Glamourachtige kleuren
Harde kleuren
Onstaat in het Westen van de VS

Slide 26 - Sleepvraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Claes Oldenburg
Georg Segal 1964
Jasper Johns bierblikjes 1964

Slide 32 - Tekstslide