Grammatik 1 les 2

Herzlich Willkommen!
schön, dass ihr wieder da seid! 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen!
schön, dass ihr wieder da seid! 

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
  • Rückblick: Donnerstag
  • Die Lernziele dieser Stunde
  • Instruktion & Erklärung: Grammatik
     Grammatik-Büchlein (grammatica-boekje)
  • Arbeiten an den Aufgaben
  • Die Lernziele kontrollieren
  • Abschluss der Stunde

Slide 2 - Tekstslide

Rückblick: Donnerstag


Was haben wir am Dienstag gemacht?

  • Schritt 16 (Lesefertigkeit) Aufgabe 8 zusammengemacht
  • Grammatik: regelmatige werkwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Als ik een regelmatig werkwoord moet vervoegen, heb ik de .... van het werkwoord nodig.

Slide 4 - Open vraag

De stam van een werkwoord is:
A
het hele werkwoord -n of -en.
B
het hele werkwoord -en.
C
het hele werkwoord -n.

Slide 5 - Quizvraag

De stam van "kommen" is:
A
kom
B
komm
C
komme

Slide 6 - Quizvraag

De juiste vorm:
ich...
A
wohn
B
wohne

Slide 7 - Quizvraag

De juiste vorm:
du
A
arbeit
B
arbeite
C
arbeitst
D
arbeitest

Slide 8 - Quizvraag

De juiste vorm:
du
A
heißt
B
heißst

Slide 9 - Quizvraag

die Lernziele dieser Stunde
  • Ik ken de betekenis van de werkwoorden haben, sein und werden;
  • Ik kan de bovenstaande werkwoorden juist vervoegen.
  • Ik weet wat het voltooid deelwoord is van de bovenstaande werkwoorden. 

Slide 10 - Tekstslide

Instruktion & Erklärung
  • Was?                    Lesen/Hören: Erklärung Dozentin
  • Wie?                     Zusammen oder selbständig
  • Hilfe?                   Das Büchlein + die Dozentin
  • Zeit?                     5-10 Minuten
  • Fertig?                Machen:  3.3 + 3.4                              
  • Dann fertig?     3.5 

Slide 11 - Tekstslide

die Lernziele kontrollieren
  • Ik ken de betekenis van de werkwoorden haben, sein und werden;
  • Ik kan de bovenstaande werkwoorden juist vervoegen.
  • Ik weet wat het voltooid deelwoord is van de bovenstaande werkwoorden. 

Slide 12 - Tekstslide

"werden" betekent:
A
worden
B
zullen
C
worden of zullen
D
hebben

Slide 13 - Quizvraag

De juiste vorm:

ihr
A
haben
B
habt
C
habe
D
hast

Slide 14 - Quizvraag

"ihr habt" betekent:

Slide 15 - Open vraag

het voltooid deelwoord van "sein" is:

Slide 16 - Open vraag

het voltooid deelwoord van "werden" is:

Slide 17 - Open vraag

Abschluss der Stunde + Hausaufgaben

Grammatica boekje af + nakijken (antwoorden in Teams)
leren voor de toets van donderdag


Slide 18 - Tekstslide