Herhaling H6 voorbereiding PWW deel 2

Vandaag
Herhalen H6

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag
Herhalen H6

Slide 1 - Tekstslide

Rekenen met dB

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling
Frequentie (f) = het aantal trillingen per seconde

Trillingstijd (T) = hoe lang 1 trilling duurt
Formule:
f = 1 / T
T = 1/f

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling
De amplitude bepaalt de geluidssterkte

Geluidssterkte wordt gemeten in Decibel

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

A
B
C
De breedte van het scherm is steeds 0,1 seconde

Bepaal voor A, B en C de trillingstijd en de frequentie. 

Slide 6 - Tekstslide

Trillingstijd en frequentie
van A

Slide 7 - Open vraag

Trillingstijd en frequentie
van B

Slide 8 - Open vraag

Trillingstijd en frequentie
van C

Slide 9 - Open vraag

Ik heb een trillingstijd van 50 ms. Hoe groot is mijn frequentie dan?
A
2 Hz
B
50 Hz
C
0,02 Hz
D
20 Hz

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen toonhoogte en geluidssterkte? (selecteer twee antwoorden)
A
Toonhoogte = aantal trillingen
B
Toonhoogte = grootte van trillingen
C
Geluidssterkte = grootte van trillingen
D
Geluidssterkte = aantal trillingen

Slide 11 - Quizvraag

Frequentie bereik van ons gehoor
Frequentiebereik 

Slide 12 - Tekstslide

Vanaf 140 dB pijnlijk, daarvoor al gevaarlijk of hinderlijk

Slide 13 - Tekstslide

Rekenen met decibellen
Als het aantal geluidsbronnen 2x zo groot wordt, 
neemt de geluidssterkte met 3 dB toe.

Slide 14 - Tekstslide

Gehoordrempel/pijngrens

Slide 15 - Tekstslide


Welke van deze 2 afbeeldingen heeft de grootste toonhoogte?
A
links
B
rechts

Slide 16 - Quizvraag

Als de frequentie omlaag gaat, gaat de toonhoogte...
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Verandert niet

Slide 17 - Quizvraag

Geluidsterkte kun je meten. Waarin wordt geluidsterkte gemeten?
A
Amplitude
B
Decibel
C
Hertz
D
Trillingstijd

Slide 18 - Quizvraag

Dit is je situatie...
Aanpassen van geluidshinder 1) bij de bron, 2) tussen bron en ontvanger en 3) bij ontvanger

Slide 19 - Tekstslide

Geluid absorberen
Zacht en onregelmatig materiaal neemt geluid goed op.

Slide 20 - Tekstslide

Geluid terugkaatsen
Hard en glad materiaal kaatst geluid goed terug.

Slide 21 - Tekstslide

De sonar van een schip wordt ingezet om een rots onder water op te sporen. De echo van het geluid wordt 4,35 s na het uitzenden opgevangen. De temperatuur van het zeewater is 20 °C. Hoe diep is de rots?

Slide 22 - Open vraag


Wat is de
trillingstijd T?
A
0,2 s
B
5 s
C
0,02 s
D
0,5 s

Slide 23 - Quizvraag


Wat is de
frequentie?
A
50Hz
B
100Hz
C
500Hz
D
1000Hz

Slide 24 - Quizvraag