Les 6 theorie 5h samenvatting quiz 19e eeuw

18e en 19e eeuw Neoclassicisme t.e.m. realisme

Wat heb je onthouden van deze lessenreeks?

Waar moet je nog extra aandacht aan besteden bij het studeren?

1 / 9
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 9 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

18e en 19e eeuw Neoclassicisme t.e.m. realisme

Wat heb je onthouden van deze lessenreeks?

Waar moet je nog extra aandacht aan besteden bij het studeren?

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de chronologische volgorde....
A
Realisme, romantiek, neoclassicisme, impressionisme en realisme
B
Romantiek, neoclassicisme, realisme, impressionisme en naturalisme,
C
Impressionisme en naturalisme, romantiek, realisme, neoclassicisme
D
Neoclassicisme, romantiek, realisme, impressionisme en naturalisme

Slide 2 - Quizvraag

De romantiek is een kunststroming:
A
waar het verstand centraal stond
B
waar het gevoel en de verbeelding centraal stond
C
waar het decoratieve karakter centraal stond
D
de liefde voor elkaar centraal stond

Slide 3 - Quizvraag

Bij het realisme zie je vooral terug:
A
Kritische blik op de maatschappij
B
Werken vanuit de emotie
C
Het vangen van veranderend licht
D
de gedetailleerde en objectieve weergave van de werkelijkheid

Slide 4 - Quizvraag

Bij welke kunststroming of stijl hoort dit schilderij
A
Impressionisme
B
Realisme
C
Romantiek
D
Neo-classicisme

Slide 5 - Quizvraag

Bij welke kunststroming of stijl hoort dit schilderij
A
Realisme
B
Impressionisme
C
Symbolisme
D
Romantiek

Slide 6 - Quizvraag

Welk schilderij komt uit de romantiek?
A
Jan van Eyck: Arnolfini en zijn vrouw
B
William Turner: de sneeuwstorm
C
Botticelli: de geboorte van venus
D
Jean Honoré: een gelukkig toeval onder de schommel

Slide 7 - Quizvraag

Vanaf de romantiek worden kunstenaars steeds:
A
Bozer
B
Autonomer
C
Creatiever
D
Doordenkend

Slide 8 - Quizvraag

Het realisme is een kunststroming
A
Die de echte mens wilt laten zien
B
Die het sentiment belangrijk vindt
C
Die schildert volgens vaste regels
D
Die populair is bij de bourgeoisie

Slide 9 - Quizvraag