Link blauw thema 3 herhaling

Lesplan
1. Wat heb je in de herfstvakantie gedaan?
2. Herhalen: thema 3.
3. De Tweede Kamer verkiezingen.
4. KNM/Grammatica.






1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 165 min

Onderdelen in deze les

Lesplan
1. Wat heb je in de herfstvakantie gedaan?
2. Herhalen: thema 3.
3. De Tweede Kamer verkiezingen.
4. KNM/Grammatica.






Slide 1 - Tekstslide

Na deze les...

... ben je beter voorbereid op de toets van thema 3. 

Slide 2 - Tekstslide

vraagwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

We gaan online werken: 

thema 3
Oefenen voor Staatsexamen - 1 Lezen 

Slide 5 - Tekstslide


Maak nu in 15 minuten 
het oefenexamen Lezen online. 
timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Werk in groepjes. 
  • Maak de zinnen af. Gebruik geen vertaalapp. 

  • 1. Jan heeft veel last van stress. Hij moet … .
  • 2. Ik heb vaak hoofdpijn. Daarom ….
  • 3. Sara werkt in de zorg. Om 8.00 uur ….
  • 4. Ik heb een verwijsbrief van de huisarts nodig als … .
  • 5. Ik wil graag gezond leven. Ik probeer iedere dag … .




Slide 7 - Tekstslide

1. Jan heeft veel last van stress. Hij moet meer ontspannen.

2. Ik heb vaak hoofdpijn. Daarom ga ik naar de huisarts.
3. Sara werkt in de zorg. Om 8.00 uur moet ze beginnen.
4. Ik heb een verwijsbrief van de huisarts nodig, als ik naar het ziekenhuis wil.
5. Ik wil graag gezond leven. Ik probeer iedere dag veel fruit te eten.



Slide 8 - Tekstslide

Schrijfopdracht
Stuur een e-mail naar je stage.
Je loopt stage in een zorgcentrum. Je kunt niet werken, want je bent ziek. Je hebt griep. Je bent bij de dokter geweest. De huisarts heeft gezegd dat je zeker twee dagen thuis moet blijven.
Schrijf in je e-mail:
- waarom je niet kunt werken;
- dat je bij de dokter bent geweest;
- wanneer je waarschijnlijk weer kunt werken.
Begin met: Beste Anja,












Slide 9 - Tekstslide

Schrijfopdracht
Beste Anja,

Ik wil je laten weten dat ik vandaag niet kan komen, omdat ik ziek ben. Ik heb griep en voel me erg slecht. Ik ben gisteren bij de huisarts geweest en hij heeft me geadviseerd om zeker twee dagen thuis te blijven om uit te zieken.
Ik hoop dat ik over twee dagen weer beter ben. Ik houd je op de hoogte als mijn situatie verandert.
Bedankt voor je begrip.
Met vriendelijke groet,
[Je naam]



Slide 10 - Tekstslide

hoeven (te)
  • Dit is niet nodig.
  • Dit is niet verplicht.
  • Ik hoef/ hij hoeft/ 
  • wij hoeven
  • zin: Ik hoef geen thee.
  • zin: Wij hoeven vandaag niet te helpen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Link

KNM 

thema 3.5 en 3.6
De kennis + Opdrachten

Slide 14 - Tekstslide

Eerst sta ik om 07.00 uur op.
Vervolgens/daarna ontbijt ik.
Dan lees ik een ochtendkrant. 
Ten slotte fiets ik naar mijn werk

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

De Tweede Kamer
150 mensen die Nederlanders hebben gekozen.
Op deze 150 mensen hebben Nederlanders gestemd bij de verkiezingen.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Huiswerk: 
  • Huiswerk voor dinsdag:
  • 1) Toetsen thema 2 en 3 maken;
  • 2) Link: 4.1 (online opdrachten 1-6);
  • 3) Wafic, Van, Fazila, Mohamed, Adieb, Hamzah en Ibrahim: lees een artikel uit een tijdschrift en maak een kort verhaal in de verleden tijd (max. 10 zinnen). 

Huiswerk KNM: 
1) online: toets thema 1.
2) in het boek: 2.1 (oef.2) en 2.2 (oef. 3 en 6).










Slide 19 - Tekstslide

Voltooide tijd met zijn
Met deze werkwoorden gebruik je altijd zijn in de voltooide tijd.
- aankomen,                     - vluchten,          - gebeuren,
- beginnen,                       - worden,            - lukken,
- gaan,                                 -  blijken,             - mislukken.
- groeien,                           -  slagen, 
- komen,                             -  zijn,
- vallen,                               -  blijven,



Slide 20 - Tekstslide

Huiswerkklas
  • Beste heer/mevrouw, 
  • Ik wil graag op dinsdag, (datum), om 08.15 uur naar de huiswerkklas komen. 
  • Dit zijn mijn gegevens: 
  • Voornaam + achternaam: ...... .......
  • Geboortedatum: .. -..-....
  • Datum: .. .....
  • Kan dat? 
  • Met vriendelijke groet, 
  • (Voornaam +achternaam) 

Slide 21 - Tekstslide

Wat vind jij? 

Vriendschap maakt het leven leuker.

Slide 22 - Tekstslide

Nederlandse feestdagen
  • Sinterklaas                       5 december                    
  • Kerst                                    25-26 december (vrije dagen)
  • Koningsdag                      27 april (vrije dag)                
  • Carnaval                             februari 
  • Oud & Nieuw                     1 januari (vrije dag)        
  • Pasen                                  maart-april
  • Pinksteren                         50 dagen na Pasen  (2 vrije dagen)
  • Hemelvaartsdag            39 dagen na Pasen   (1 vrije dag, op donderdag)
  • Dodenherdenking          4 mei  
  • Bevrijdingsdag                 5 mei (Eens per 5 jaar is er een vrije dag)                
                                



Slide 23 - Tekstslide

 formele brief
  • Wat is formeel? Met wie?
  • Wat is informeel?  Met wie?
  • Alinea's?

Slide 24 - Tekstslide

Regels formele brief
  • Je begint met een formele aanhef/begroeting. Beste mevrouw Stolk,
  • Je spreekt de ander aan met u en gebruikt beleefde taal.
  • Je schrijft in alinea's/stukje tekst: elk onderwerp op een nieuwe regel.
  • Gebruik witregels tussen de alinea's.
  • sluit af met: Vriendelijke groeten/Met vriendelijke groet, en daaronder je voor- en achternaam. 

Slide 25 - Tekstslide

Formeel (zakelijk)

* Een brief of e-mail naar iemand die je niet kent: u
* Geachte heer Jansen,
* Geachte mevrouw de Vries,
* Beste heer, mevrouw,
* Met vriendelijke groet,
* Vriendelijke groeten,

Informeel
* Een brief, whatsapp of e-mail die je (goed) kent: jij
* Beste Ellen,
* Hallo,
* Hoi Anna,
* Groetjes,
* Liefs,
* Doei!

Slide 26 - Tekstslide

Reageren op de uitnodiging

                                                               Beste Paul en Layla,

Bedankt voor de uitnodiging voor jullie bruiloft. Wat leuk dat jullie gaan trouwen! 

Helaas kan ik niet naar het diner en het feest komen, want ik moet op vrijdagavond werken. Ik wens jullie een fantastische dag!

Met vriendelijke groet,
[voornaam en achternaam]









Slide 27 - Tekstslide

We gaan in het boek werken: 

2.2
Doe de taak
opdracht 1

Slide 28 - Tekstslide

                         Reacties
  • Wat leuk!   
  • Wat toevallig!  
  • Wat jammer!   
  • Wat gezellig!    
  • Wat lekker!  
  • Wat interessant!  
  • Wat vervelend!  
  • Wat mooi!  
  • Wat erg!
                        Reacties met "dat" 

  • Wat leuk dat je komt!
  •  Wat toevallig dat we allebei Nederlands studeren!
  •  Wat jammer dat je weg moet!
  •  Wat gezellig dat je er was!
  •  Wat lekker dat jullie vakantie hebben!
  •  Wat interessant dat je in Syrië bent geweest!
  •  Wat vervelend dat het regent!
  •   Wat mooi dat jullie voor het examen geslaagd zijn
  • Wat erg dat je tante is overleden! 

Slide 29 - Tekstslide

We gaan met KNM werken: 

2.1
"Iedereen is anders"
Vragen over de woorden? 
De kennis

Slide 30 - Tekstslide

A: Met __________  _____________ .
B: Hallo, Met Sara van Ols. Klopt het dat je een taalmaatje zoekt?
A: Ja, dat klopt. Ik zoek inderdaad een taalmaatje.
B: Zullen we een afspraak maken?
A: Ja. Dat lijkt me leuk.
B: Wat vind je leuk om te doen?
A: Misschien kunnen we samen wandelen, een Nederlands boek lezen en meer zinnen in het Nederlands maken.
B: Dat vind ik een leuk idee. Wanneer kun je?
A: Ik kan op vrijdagochtend om 10.00 uur.
B: Dat is goed. Waar zullen we afspreken?
A: Dat kan bij mij thuis.
B: Dat is goed. Tot dan!
A: Gezellig! Bedankt! Tot vrijdag!
B: Dag.

Slide 31 - Tekstslide

Hoe maak je contact met je buurt? 
  • een taalmaatje zoeken;
  • vrijwilligerswerk doen;
  • een barbecue, straatfeest of informele borrel organiseren of eraan meedoen;
  • aan lokale verenigingen of hobbyclubs meedoen (voetbalvereniging);
  • contact maken met je buurtbewoners via Facebook of Nextdoor;
  • hulp aanbieden bij het klussen of een buurtactiviteit;
  • aan een wandelgroep meedoen (Avond4daagse);
  • aan een schoonmaakactie of tuinproject meedoen;
  • contact maken met andere ouders bij schoolactiviteiten;
  • buren voor een kopje koffie of thee uitnodigen. 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link

Wat heb je vandaag geleerd? 

Slide 34 - Tekstslide

Goed gedaan!

Slide 35 - Tekstslide