di 20 april Hoofdgedachte van een tekst

De hoofdgedachte.



De hoofdgedachte van de hele tekst is het belangrijkste wat er over het onderwerp gezegd wordt.

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De hoofdgedachte.



De hoofdgedachte van de hele tekst is het belangrijkste wat er over het onderwerp gezegd wordt.

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdgedachte
Wat is een hoofdgedachte?

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdgedachte
* De hoofdgedachte van de tekst is de kortst mogelijke samenvatting in één zin.
Je vindt de hoofdgedachte door heel precies (intensief) te lezen.
Voorbeeld hoofdgedachte:
Veel leerlingen zijn blij dat eindelijk weer naar school mogen. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat zou er bedoeld worden met
Hoofdgedachte is vaak te vinden:

  • in de inleiding of het slot van de tekst

Vraag bij hoofdgedachte:
Wat is het belangrijkste wat er in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?



Slide 4 - Tekstslide

Weet je het nog? 
Tekstdoel
Tekstvorm
Tekstsoort
Publiek 

Slide 5 - Tekstslide

Tekstdoelen
Schrijf een aantal tekstdoelen op.

Wat wil de schrijver?
Schrijf achter de tekstdoelen wat de schrijver wil bereiken bij de lezer.
Geef voorbeelden
Schrijf achter de tekstdoelen voorbeelden van verschillende teksten.

Slide 6 - Tekstslide

Tekstdoelen (blz. 59)
  • Een schrijver schrijft een tekst met een reden. 
Deze reden noem je het tekstdoel.
  • Er zijn verschillende tekstdoelen, bijvoorbeeld:
  1. Informeren
  2. Activeren/overhalen
  3. Amuseren

Slide 7 - Tekstslide

Huiswerk: veel fouten tekstdoel
Herhalen tekstdoelen:

informeren, amuseren en overhalen

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel?

timer
0:30
A
Informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 10 - Quizvraag


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren

Slide 11 - Quizvraag

Tekstdoel?

A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Activeren

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een tekstdoel
A
een bepaald soort tekst
B
Wat de schrijver met de tekst wil bereiken

Slide 14 - Quizvraag

Tekstdoel?
A
activeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
informeren

Slide 15 - Quizvraag


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 16 - Quizvraag

Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren

Slide 17 - Quizvraag

Wat is GEEN tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Anticiperen
D
Amuseren

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 19 - Quizvraag

Huiswerk voor do 22 april
Maken opdr. 5 en 6 blz, 186

Lezen blok 4

Slide 20 - Tekstslide