2.1 Molecuulmodel

Het molecuulmodel
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het molecuulmodel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Het kunnen beschrijven van het molecuulmodel. De stofeigenschappen kunnen beschrijven op macroniveau en met het molecuulmodel kunnen verklaren op microniveau.
  • Kunnen uitleggen wat het absolute nulpunt is en kunnen omrekenen tussen graden celsius en de Kelvinschaal.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Hier kan je dus zien dan een korreltje stof blijkbaar bestaat uit een groot aantal heel kleine deeltjes. Dit soort kleine deeltjes is waar we het vandaag over gaan hebben.
Molecuulmodel
  • Schaal model, micro niveau

  • Laat zien hoe moleculen geordend zijn en hoe ze zich gedragen

Slide 4 - Tekstslide

  • We hebben hier te maken met een schaal model, we zoemen in op een stof en zien de kleinste deeltjes waaruit deze stof bestaat.
  • Het model laat zien hoe deze deeltjes geordend zijn en hoe ze zich gedragen.
  • De deeltjes in een stof zijn moleculen, een zuivere stof bestaat dan ook uit een type molecuul. Bijv. water bestaat uit water moleculen.
Molecuul model
Gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
  1. Elke stof bestaat uit uiterste kleine deeltjes, die moleculen zijn genoemd.
  2. Elke stof heeft zijn eigen soort molecuul
  3. Moleculen zijn altijd in beweging
  4. Moleculen trekken elkaar aan

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vaste stof
Macro niveau: 
  • Hard, moeilijk te vervormen of samen te persen.
  • Kan zichzelf niet verplaatsen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vaste stof
Micro niveau:
  • Moleculen zitten dicht bij elkaar.
  • Moleculen trekken elkaar sterk aan.
  • Moleculen trillen op hun plaats.
  • Moleculen verplaatsen niet.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vloeistof
Macro niveau:
  • Neemt de vorm van het vat aan waar de vloeistof in zit.
  • Kan stromen en bewegen.
  • Is moeilijk samen te persen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vloeistof
Micro niveau:
  • Moleculen hebben geen vaste plaats, bewegen langs elkaar heen
  • Meer ruimte tussen de moleculen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gas
Macro niveau:
  • Neemt de vorm aan van het vat waarin het gas zich bevind.
  • Is gemakkelijk samen te persen.
  • Oefent druk uit op de wanden van het vat.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gas
Micro niveau:
  • Moleculen bewegen met grote snelheid door elkaar
  • Moleculen bevinden zich op grote afstand van elkaar
  • Moleculen botsen vaak tegen wand van het vat

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De moleculen van mijn stof zitten erg dicht op elkaar en trillen ze een beetje. Wat voor stof heb ik?
A
Vaste stof
B
Vloeistof
C
Gas
D
-

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan mijn stof gemakkelijk samen persen, wat voor stof heb ik?
A
Vloeistof
B
Gas
C
Vaste stof
D
-

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb een vloeistof. De moleculen...
A
hebben een vaste plaats
B
kunnen langs elkaar heen bewegen
C
bewegen met grote snelheid
D
Bewegen helemaal niet

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Faseovergangen
Fase overgangen/ fase verandering op micro niveau
  • Verwarmen van stof zorgt ervoor dat moleculen meer trillen
  • Vast --> Vloeistof
  • Bij bepaalde temperatuur trillen de moleculen genoeg om hun vaste plaats te verlaten

Tijdens een fase overgang gaat de temperatuur niet omhoog!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Faseovergangen

Slide 16 - Tekstslide

Smeltpunt en kookpunt benadrukken, waar hoor dit ook alweer bij?
Wat gebeurt er op microniveau waneer je een vloeistof verwarmt?
(Tot boven het kookpunt)

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er met de aantrekkingen kracht tussen de moleculen waneer we water koken.
A
Niks
B
Wordt groter
C
Wordt kleiner
D
-

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het absolute nulpunt
De trilling van moleculen is afhankelijk van temperatuur
--> Hoe kouder de stof hoe minder de moleculen bewegen.

Bij het absolute nulpunt, -273 graden Celsius, beweegt helemaal niks meer!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kelvin schaal
Gebaseerd op het absolute nulpunt.
 -273 oC = 0K
T (K) = T (oC) + 273

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is 23 graden Celcius in Kelvin?
A
23K
B
223K
C
296K
D
273K

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is 300 kelvin in graden Celcius?
A
573
B
300
C
273
D
27

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mengsels scheiden
  • Een mengsel bestaat uit twee of meer soorten moleculen
  • Scheiden is dus het sorteren van moleculen

Slide 23 - Tekstslide

geef een paar voorbeelden.
  • Extractie --> Vaste stof uit twee molecuul soorten, voegt een oplossing toe en deze omringt maar een type molecuul van de vaste stof. Die zie je op macro niveau dus oplossen. Het ander typemolecuul blijf een vaste stof en kan je eruit filteren. 
  • Destillatie --> Speelt in op verschillende kookpunten, een van de molecuul types zal eerder een fase overgang aangaan dan de ander en word dus gas terwijl de ander vloeistof blijft.


Huiswerk opgaves
3, 6, 7, 8

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies