1KG oefenen met woordenschat H4
1 / 11
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Aan welk woord kun je zien dat je met een tegenstelling te maken hebt?
A
maar
B
echter
C
daarentegen
D
ook
Slide 2 - Quizvraag
Maak een foto van een snel voorwerp.
Slide 3 - Open vraag
Maak een foto van een traag dier.
Slide 4 - Open vraag
Wat is het tegenovergestelde van permanent?
Slide 5 - Woordweb
Wat betekent uniek?
Slide 6 - Open vraag
Maak een zin waaruit blijkt dat je snapt wat de uitdrukking: na veel plussen en minnen betekent.
Slide 7 - Open vraag
Welk woord past niet in het rijtje als je let op de betekenis?
A
dringend
B
langzaam
C
traag
D
sloom
Slide 8 - Quizvraag
Welk woord past niet in het rijtje als je let op de betekenis?
A
bron
B
commercieel
C
ontstaan
D
start
Slide 9 - Quizvraag
Wat betekent de uitdrukking: Als water en vuur?
