Les 7 Begeleiden bij reacties op crisis

Begeleiden bij reacties op crisis
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Begeleiden bij reacties op crisis

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Terugblik

- begeleiden reacties bij een crisis

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerken persoonlijke crisissituatie
  • Grijpt diep in
  • Uit evenwicht raken (lichamelijk, psychisch en sociaal)
  • Evenwicht herstellen lukt niet zoals gebruikelijk (meer tijd, meer en andere inspanning)
  • Psychische nood --> psychische zorg nodig

Slide 3 - Tekstslide

Wat voor de één een crisissituatie is, is dat niet voor de ander

Slide 4 - Tekstslide

Welke voorbeelden van persoonlijke crisissituaties kun je bedenken?

Slide 5 - Woordweb

Organisatiecrisis


Kenmerken:
  • Onverwachts
  • Gebeurtenis heeft grote impact op het functioneren van de organisatie
  • Schade voor de organisatie: voortbestaan kan op het spel staan

Andere kenmerken:
  • Betrokken voelen grote druk om iets te doen
  • Onvoldoende of tegenstrijdige informatie voor betrokkenen (onduidelijkheid)
  • Negatieve berichtgeving in de media
  • Snel handelen is noodzakelijk

Slide 6 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een organisatiecrisis

Slide 7 - Woordweb

Van crisis tot trauma
Psychotrauma: de heftige psychische en lichamelijke reactie na een ingrijpende gebeurtenis

Slide 8 - Tekstslide

Reacties van cliënten op een crisissituaties
Reacties op korte termijn:
Lichamelijke tekenen van spanning of stress
reacties die voortkomen uit verdedigingsmechanismen
heftige angstreacties
plotseling optredende verwardheid
onredelijke boosheid

Slide 9 - Tekstslide

Reacties van cliënten op een crisissituatie
Reacties op lange termijn:
Verwerkingsproces = proces dat erop gericht is een ingrijpende situatie te leren dragen en te boven te komen (zover mogelijk)
verdoving, woede, verdriet, wanhoop, schuldgevoelens en depressieve gevoelens.
Na verwerking volgt acceptatie.

Slide 10 - Tekstslide

Lichamelijke tekenen van spanning of stress
Gezonde vs ongezonde stress
Stressreacties:
  • Opgejaagd gevoel
  • hartkloppingen
  • verlies van eetlust
  • concentratieproblemen
  • slaapproblemen

Slide 11 - Tekstslide

Burn-out
Lichamelijk en emotioneel opgebrand zijn als gevolg van langdurige stress, waardoor mensen langere tijd niet meer in staat zijn te functioneren.

Slide 12 - Tekstslide

Hulp bij stress of burn-out
Helpen de stress onder ogen te zien
Helpen los te komen van de stress

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Verdedigingsmechanisme/ afweermechanisme


= een bepaalde tactiek die mensen onbewust gebruiken om zichzelf staande te houden en angst of andere nare gevoelens op afstand te houden

Slide 15 - Tekstslide

Verdedigingsmechanismen
  • Ontkenning
  • Verdringing
  • Vluchtgedrag
  • Regressie
  • Rationalisatie 
  • Projectie
  • Reactievorming
  • Compenseren

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
Wat betekenen deze verdedigingsmechanismen: Ontkenning, verdringing, vluchtgedrag, regressie, rationalisatie, projectie, reactievorming, compenseren

Ga op zoek naar de betekenis. 
Schrijf de betekenis op. 
Over 10 minuten bespreken we dit na.
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Omgaan met cliënten die verdedigingsmechanismen gebruiken
  • Besef: verdedigingsmechanismen helpen de cliënt zich staande te houden in een emotioneel zeer bedreigende situatie.
  • Verdedigingsmechanismen niet versterken.
  • Laat de cliënt het tempo bepalen
  • Rem emoties niet af (onderdrukte emoties kunnen loskomen wanneer verdedigingsmechanismen worden losgelaten)
  • Inschakelen van deskundige psychische hulp.

Slide 18 - Tekstslide

Op het moment dat de cliënt zijn verdedigingsmechanisme laat varen, komen er vaak veel onderdrukte emoties los.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Angst
Van nervositeit tot paniek

Paniek zorgt voor:
  • een gevoel van radeloosheid
  • niet meer helder kunnen denken

Slide 20 - Tekstslide

Wanneer bij jij nerveus geweest?

Slide 21 - Woordweb

Reële en niet-reële angst

Reëel: er is een duidelijke relatie tussen een angstwekkende gebeurtenis en de angstgevoelens

Niet-reële angst: angstgevoelens zijn niet duidelijk gekoppeld  aan een bedreigende gebeurtenis of staan niet in verhouding tot de gebeurtenis (angststoornis).

Slide 22 - Tekstslide

Direct na een crisissituatie is de vatbaarheid voor een angststoornis groter. Het psychisch evenwicht is dan verstoord.

Slide 23 - Tekstslide

Ondersteuning bij heftige angstgevoelens

Steun de cliënt  (in wie hij is en wat hij doet)
Schaad het vertrouwen van de cliënt niet
Praten over angst roept angst op
Schakel deskundige hulp in

Slide 24 - Tekstslide